IRS cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van IRS te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van IRS.

Bekijk het origineel

Een droom van Kohlbrugge

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een droom van Kohlbrugge

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

En het geschiedde toen ik mij ter ruste begeven had, dat ik in een diepe slaap geraakte en droomde.

En ik was in een geheel vreemd land, dat overvloeide van melk en honig.

En ik zag een grote schare, onder elkander twistende over hetgeen de Profeet des Heeren gesproken had.

En naast de plaats, waar de Profeet het volk had geleerd, was de school van de kinderen.

En ik zag, dat de kinderen het Woord Gods uit de school weg wierpen; dat Woord, waarvan koning David gezongen had: „Uw Woordis een lamp voor mijn voet en een licht op mijn pad"; en waarvan een Apostel schreef, dat het „wijs kan maken tot zaligheid". En ziet, de Antichrist kwam met zijn legioenen, om het Woord Gods te verdelgen van de aarde, en met zijn bliksems de gelovigen te vernietigen, of hij het Koninkrijk Gods kon overweldigen.

En ik zag ook vier Schriftgeleerden onder elkander twistende over het Woord; maar één der Schriftgeleerden greep ijlings een hengel, toen hij het Woord Gods zag vallen, om het te redden uit de macht van de Antichrist en zijn aanhangers, die het zochten in handen te krijgen.

Maar de andere Schriftgeleerden bleven almaar door twisten, en bedierven daardoor de zaak van het Woord Gods, en wierpen door hun twistgeschrijf het altaar des Heeren omver, waarop aan de Heere dankoffers geofferd werden. En ik zag in het verschiet een hol land, dat met een omtuining omtuind was, en in het midden was een stoel, die leeg stond, omdat de Antichrist de gezalfde des Heeren daarvan had verdreven.

Maar de Heere ontfermde Zich over Zijn gezalfde en bedekte Hem met de wolken Zijner gerechtigheid.

En ziet, ter rechterzijde van de stoel, waarop de gezalfde des Heeren gezeten had, lag een maagd op de knieën en weende zeer. En zij hief haar handen op tot de gezalfde des Heeren en bad om de heiligheden van het altaar en het altaar zelve, dat de Antichrist met zijn legioenen haar ontvreemd had.

En nabij de maagd stond een speer in de grond, en boven op de speer hing een hoofddeksel.

En ziet, een uit de volgelingen van de Antichrist veranderde zich in de gedaante van een tor en wroette in de aarde nabij de speer, en bond er een koord aan, om haar te bemachtigen.

En plotseling hoorde ik een geluid als dat van de donder, en werd bevreesd en beefde zeer.

En ziet, de gelovigen stonden allen te zamen op als één enig man en schaarden zich 1 om de stoel, waarop God de Heere Zijn gezalfde weder geplaatst had, om op de troon van zijn vader te zitten en te regeren het volk, dat God hem gegev en had, om daarover te heersen.

En de mannen van de oorlog trokken ten strijde met paarden en wagens, en met hun wapens dreven zij de antichrist en zijn legioenen terug naar de poel des afgronds; daar werden zij geketend door de engelen, gelijk geprofeteerd was door de Apostel. Toen ontwaakte ik.

KOMMENTAAR

Deze droom van dr. Kohlbrugge werd voor het eerst uitgegeven bij W. J. A. Mulder en verscheen opnieuw in het Amsterdamse Zondagsblad tot Getuigenis der Waarheid, jaargang 1897, onder de titel „Politiek-kerkelijke najaars- en voorjaarsdroom van een oud-student".

Men heeft mij wel eens verweten dat ik ook last heb van dergelijke dromen en die soms heb gepubliceerd. Maar u ziet dat er meerderen zijn, die zozeer gebukt gaan onder de nood van hun tijd dat hun zorg ook doorbreekt in hun dromen. In elk geval voel ik mij veilig in het gezelschap van de grote Kohlbrugge.

Het Amsterdamse Zondagsblad voegde er nog aan toe:

Beide, droom en plaat verplaatsen ons in het jaar 185 7 en behelzen een allegorische voorstelling van de toestand en de toekomst van Nederland. Op de 1 3de augustus van genoemd jaar werd door koning Willem IE een schoolwet uitgevaardigd, welke destijds allen, voor wie het Woord Gods de hoogste Wet was, met grote droefheid en met vreze voor de toekomst vervulde, en nu, na 40 jaar, bij allen, die oog en hart hebben voor het waarachtig welzijn van de kinderen des volks, slechts weemoedige gedachten kan opwekken.

De nieuwe schoolwet had de Bijbel van de volksschool gebannen. Dat is het verschrikkelijke feit, dat Kohlbrugge naar de pen deed grijpen.

Terecht zoekt deze getrouwe getuige de oorzaak van het onheil vóór alles bij de Kerk, waar schier niets was overgebleven van de eenstemmigheid in het ene ware geloof, en waar bijgevolg een geslacht was gekweekt, dat de Bijbel van de school verwijderde. Daarin werd de geest van de Antichrist openbaar, die intussen alle krachten inspande, om het Woord Gods geheel te verdelgen: uit Kerk en Staat, uit Maatschappij en Huisgezin.

Dat tot het heirleger van de Antichrist niet alleen de verbasterde Protestanten, maar vooral ook Rome, de aartsvijand van het Woord Gods, moet gerekend worden, is op de plaat op zinrijke wijze voorgesteld.

Terwijl door de Antichrist aanval op aanval beraamd wordt, twisten de „Schriftgeleerden" over het Woord Gods. Eén hunner tracht het Woord, als hij het ziet vallen, uit de handen van de vijand te redden, volgens de droom door middel van een hengel. De anderen gaan voort met hun getwist, en bederven daardoor de zaak van het Woord Gods geheel, ja werpen door hun twistgeschrijf ook het altaar des Heeren omver. Hierop ziet de voorstelling van drie „Schriftgeleerden", die met een reusachtige ganzepen storm lopen tegen het altaar.

Van het verwerpen van Gods Woord in Kerk en School is een eerste gevolg, dat de koning de uitoefening der souvereine rechten wordt ontnomen. Dit is op de plaat voorgesteld door een ledige troon.

Een tweede gevolg is, dat het volk zijn vrijheid, zowel politieke als kerkelijke, verliest, want alleen bij gebondenheid aan het Woord des Heeren is de vrijheid van koning en onderdaan, van Staat en Kerk gewaarborgd. Bij mannen als Thorbecke is de vrijheid allesbehalve veilig. Daarop wijst de voorstelling van de tor bij het bekken (Thor-becke), die de speer, waarop de vrijheidshoed rust, na ze aan de voet eerst blootgewroet te hebben, met behulp van een koord tracht omver te rukken. God intussen bewaard de koning, Zijn gezalfde, door hem te bedekken met de wolken Zijner gerechtigheid. En al wie God vreest en Zijn Woord eert, blijft aan Oranje als onmisbaar element in het aloude snoer vasthouden. Op Oranje blijft naast God de hoop der Hollandse maagd gevestigd, die daarom tot de koning deze woorden richt:

Oranje, geef mij hoed en speer, Gods outer en mijn' Bijbel weêr!

Het besluit van de droom is bemoedigend. Laat ons van de God der vaderen bidden, dat Hij de droom in deze tot werkelijkheid make, opdat het nog eens, in de zin, die het voorgeslacht daaraan hechtte, moge worden: Kerk, Oranje en Nederland, Gode ten prijs, koningin en onderdaan tot waarachtig heil.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 december 1984

In de Rechte Straat | 32 Pagina's

Een droom van Kohlbrugge

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 december 1984

In de Rechte Straat | 32 Pagina's