IRS cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van IRS te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van IRS.

Bekijk het origineel

WEDERGEBOORTE EN GELOOF

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

WEDERGEBOORTE EN GELOOF

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

ANTWOORD

Hartelijk dank voor uw reaktie.

U geeft mij de gelegenheid om mij te verduidelijken. Er was iemand anders die op grond van dat artikel meteen zijn abonnement opzegde. Dat vind ik jammer. Ik geloof niet dat de Bijbel ons leert dat wij zó met elkaar moeten omgaan.

Laat ik eerst zeggen dat ik het grondig oneens ben met Pelagius en grondig eens met u, ook zoals u in het verdere van uw brief daarover schrijft.

Misschien is er een klein verschil nl. dat u de wedergeboorte en het geloof als twee aparte dingen ziet, of althans als twee aparte gebeurtenissen.

In meen dat de Bijbel wedergeboorte en geloof beschrijft als twee aspekten van hetzelfde gebeuren. De wedergeboorte beschrijft het gebeuren, bezien van de kant van God uit. Op grond daarvan kan een mens niet geloven en Christus aannemen, tenzij door een soeverein ingrijpen van God. Zonder zulk een ingrijpen van de Heilige Geest kan de mens het Koninkrijk Gods niet eens zien, laat staan binnengaan (Joh. 3:3, 5).

De Bijbel beschrijft datzelfde gebeuren ook als een geloven van de mens. Niet de Heilige Geest gelooft in mij, maar ik geloof, zij het uitsluitend door de vernieuwende kracht van de Heilige Geest. Wanneer de Bijbel oproept tot geloof, dan spreekt God daardoor heen óns, zondige mensen, aan. In de Bijbel wordt niet de Heilige Geest vermaand om ons tot geloof te brengen, maar worden wij opgeroepen en schuldig verklaard, wanneer wij weigeren te geloven.

Waarom ik meen dat wedergeboorte en geloven betrekking hebben op hetzelfde gebeuren in de mens, is vooral 1 Petr. 1:23: Gij die wedergeboren zijt, niet uit vergankelijk, maar (uit) onvergankelijk zaad, door het levende en eeuwig blijvende Woord van God".

Daar staat dus dat wij wedergeboren worden door het Woord Gods, dus niet door een geheimzinnig werk dat God in de diepte van de ziel tot stand brengt, los van het Woord. Er staat juist dat wij wedergeboren worden „door het Woord van God". En dat is ook helemaal in overeenstemming met watjezus steeds heeft gezegd nl. dat de Heilige Geest altijd werkt door het Woord, nooit los van het Woord.

Ik meen dat de Dordtse Leerregels het ook zo zien. Immers die beschrijven de wedergeboorte als een „zeer zoete werking van de Heilige Geest", waardoor de wedergeborenen „ook metterdaad geloven". Zoetheid heeft echter altijd iets met het bewustzijn te maken. Een zoetheid waarvan je je niet bewust bent, is een innerlijke tegenspraak.

Maar mocht u menen dat wedergeboorte en geloof twee verschillende gebeurtenissen zijn in de ziel van de mens, dan verschillen we in de praktijk nauwelijks van elkaar.

Immers ook ik onderschrijf ten volle de Dordtse Leerregels, wanneer die de volstrekte onmacht en onwil van de mens om te geloven en zich te bekeren uiteenzet. Maar met die DL belijd ik ook dat, wanneer een mens verloren gaat, dit zijn eigen schuld is.

Nu is het mogelijk dat ik in dat artikel te weinig het aspekt van de wedergeboorte naar voren heb laten komen, dus van de onmacht van de mens om uit eigen kracht tot geloof te komen.

Maar ook de Bijbel doet dat niet altijd. Soms legt de Bijbel alle nadruk op de verantwoordelijkheid van de mens en roept hem zo dringend en zo persoonlijk op tot geloof en bekering, dat je zou kunnen gaan denken dat de mens inderdaad in staat zou zijn, om naar God toe te gaan op eigen kracht. Denkt u maar aan de klacht van Jezus over het onbekeerde Jeruzalem: „Gij hebt niet gewild" (Mt. 23:37). Dan zou je gaan denken dat het van het willen van de mens afhangt.

Maar andere keren wordt de soevereiniteit van God, de noodzaak van Zijn ingrijpen, zozeer beklemtoond dat je zou gaan denken: als de mens zich niet bekeert, ligt dat alleen maar aan God en is het niet zijn eigen schuld. Zo bv.: „Want het is God die in u werkt beide het willen en het werken, naar Zijn welbehagen" (Phil. 2:13). Nog duidelijker staat dat in Rom. 9:16 nl. dat het niet afhangt „van degene die wil (…), maar van de ontfermende God".

En bij mij is dat niet alleen een leer van de Bijbel die ik gelovig aanvaard, maar ik heb het zelf ook zo ervaren nl. dat God in mij het willen heeft gewerkt. Ik weet en zie dat ik dit geloven in Jezus Christus niet uit mezelf heb. Daarvoor is de vreugde die uit dat geloof voortvloeit, te heerlijk, ja zelfs onuitsprekelijk (1 Petr. 1:8).

Als de zekerheid van mijn geloof zou rusten in een eigen wilsbeslissing, dan zou die voortdurend kunnen aangevochten worden. Dan zou ik ook geen echte heilszekerheid kunnen hebben. Heilszekerheid zou in dat geval eigen-roem zijn.

Maar nu rust mijn heilszekerheid in Iemand buiten mij nl. in Jezus Christus als mijn volkomen Zaligmaker, én in de Heilige Geest die aan mij Christus heeft geopenbaard, Christus heeft laten zien, zoals ik Hem uit mijzelf nooit zou hebben kunnen zien.

Als de Heere ons stenen hart niet verwijdert en ons geen nieuw hart geeft, dan is heel ons geloof niet meer dan een kwestie van het verstand of van het gevoel.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 februari 1984

In de Rechte Straat | 32 Pagina's

WEDERGEBOORTE EN GELOOF

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 februari 1984

In de Rechte Straat | 32 Pagina's