IRS cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van IRS te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van IRS.

Bekijk het origineel

De doop met de Heilige Geest

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De doop met de Heilige Geest

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het boek is ook ruim gedokumenteerd. Erg verhelderend vond ik b.v. zijn opmerking over de uitdrukking „Geestesdoop" op pag. 16-17:

Nu blijft er echter nog een belangrijke vraag over: waarom wordt deze gebeurtenis, die reeds in het Oude Testament voorzegd is, als een „doop" aangeduid? Is dit niet bevreemdend, aangezien we nergens in het Oude Testament lezen, dat de nieuwe heilstijd van Pinksteren met het beeld van een doop aangeduid wordt?

Behalve in het Nieuwe Testament vinden we ook in de geschriften van Qumran de uitdrukking Geestesdoop. De doop met de Geest werd in de Qumran-gemeenschap als de doop in de eindtijd van de uitverkorenen gezien. Zij zouden gedoopt worden met de Geest van de waarheid. De trouwe aanhangers van de gemeenschap worden met de Geest van de waarheid gedoopt, als met reinigingswater ermee besprenkeld en op deze wijze worden ze bevrijd van alle gebreken, die de omgang met de leugen bij hen veroorzaakt heeft (1 QS 4, 21 v.).

De uitdrukking dopen met de Geest was dus in de tijd vanjohannes de Doper geen onbekende uitdrukking.

Nu behoeft het ons niet te verwonderen, dat de uitstorting van de Heilige Geest met een doop vergeleken wordt als we er op letten, dat zowel Johannes de Doper als Jezus een vergelijking trekken tussen de waterdoop en de Geestesdoop. We lezen van deze parallel in Matth. 3:11 en Hand. 1:5. De waterdoop, zoals Johannes die bediende, was in zijn tijd geen onbekend verschijnsel. De gnostische secte van de Mandeeërs heeft een waterdoop gehad en ook lezen we van een waterdoop bij de Essenen, die te Qumran hun verblijfplaats hadden.

(Pag. 16-17)

Vragen

Toch heb ik nog enkele vragen. Floor schrijft: „Alleen door de doop met of in de Geest kunnen we het koninkrijk van God binnengaan" (Pag. 24). „Deze doop met de Heilige Geest verschilt in wezen niet van de wedergeboorte, de aanvang van het nieuwe leven, het leven van het geloof. Door de doop met de Heilige Geest ontvangen we toegang tot een leven in gemeenschap met God" (pag. 57).

Maar hadden de apostelen vóór de pinksterdag dan niet het nieuwe leven, het leven van het geloof? Jezus heeft immers ook tot hen gezegd: „Gij zult met de Heilige Geest gedoopt worden, niet lang na deze dagen" (Hand. 1 : 5).

Wilde Jezus daarmee tot Zijn apostelen zeggen: „U zult over enkele dagen wedergeboren worden"? Ik krijg de indruk dat Floor deze moeilijkheden niet heeft gezien, want nergens spreekt hij erover in zijn boek.

Sommigen verklaren de toestand van de apostelen vóór de pinksterdag uit het verhaal over de onreine geest, die uit een mens is uitgegaan. Die onreine geest keert daarna terug en vindt het huis leeg. Hij gaat dan zeven andere geesten halen, bozer dan hijzelf' (Matth. 12 :45) en neemt bezit van de mens.

Zo waren ook de apostelen rein (Joh. 15:3). De boze geesten waren uit hen geworpen en in die zin was het huis van hun ziel leeg. Maar dat was een gevaarlijke toestand. Die lege plek moest worden gevuld door de Heilige Geest, anders zouden ze straks overweldigd worden door een nog groter leger van nog bozere geesten. „En het laatste van die mens wordt erger dan het eerste".

Ik vind dit vernuftig gevonden, maar ik heb toch grote moeite met die verklaring. In de eerste plaats, omdat ik nergens lees datjezus de boze geesten uit de apostelen heeft geworpen. In de tweede plaats, omdat de apostelen tot echt geloof in Christus zijn gekomen en dat kan toch niet zonder de Heilige Geest. In de derde plaats, hoe kon Jezus dan dit tot hen zeggen: „Ik noem u niet meer dienstknechten, want de dienstknecht weet niet wat zijn heer doet; maar Ik heb u vrienden genoemd, want al wat Ik van Mijn Vader gehoord heb, (dat) heb Ik u bekend gemaakt" (Joh. 15 : 15). Mozes werd bij uitstek de vriend van God genoemd (Ex. 33 : 11) alsook Abraham, de vader van de gelovigen (Jak. 2:23). En zouden deze grote gelovigen niet de genade hebben ontvangen van de wedergeboorte?

Een bezwaar tegen de mening van dr. Floor dat wij door de doop in de Geest het koninkrijk binnengaan, is ook: Waarom heeft Jezus dat dan niet tegen Nicodemus gezegd? Johannes heeft in hoofdstuk 1 de term „doop in de Heilige Geest" gebruikt. Waarom zegt hij dan nu dat een mens volgens Jezus door de wedergeboorte het Koninkrijk moet binnengaan?

Als je geen onderscheid maakt tussen wedergeboorte en doop in de Heilige Geest, kom je voor nog grotere moeilijkheden te staan wanneer je Hand. 8 moet verklaren.

Floor besteedt 10 bladzijden aan wat hij noemt „het raadsel van Samaria". Hij citeert veel Schriftverklaarders, die menen dat de Samaritanen vóór de komst van Petrus en Johannes geen echt geloof hadden.

Maar dan sta je voor een onoplosbaar raadsel: Hoe kon Philippus deze mensen dan dopen (Hand. 8:12)? Hij wordt in Hand. 6 : 3, 5 beschreven als „vol van Geest en wijsheid" en Hand. 8 : 26-40 laat ons zien in welk een intens kontakt met de Heilige Geest hij leefde. Hoe kan zo iemand totaal niet doorzien hebben dat deze Samaritanen slechts een schijngeloof hadden en hoe kan hij hen gedoopt hebben op grond van een schijngeloof?

Floor meent dat dit de oplossing is: 1. vóór de komst van de apostelen was er een „beginnend geloof', daarna was er de „vervulling met de Heilige Geest"; 2. heilshistorisch: a. „De Heilige Geest bindt door het optreden van Petrus en Johannes de kerk van Samaria aan die te Jeruzalem"; b. „De tegenstelling die er was tussen de joden en de Samaritanen (Joh. 4 : 9), wordt doorbroken door de uitbreiding van Pinksteren naar Samaria".

Komt het verwerpen van een onderscheid tussen de wedergeboorte door en de doop in de Heilige Geest misschien voort uit angst voor het volkomen onbijbels hanteren van dit onderscheid door sommige pinkstergemeenten?

Zo heb ik een keer een dienst in een pinkstergemeente meegemaakt, waar de voorganger van elders zijn preek aldus begon: „Broeders en zusters, al of niet gedoopt in de Heilige Geest". Ik vond dat verschrikkelijk en had zó de kerk willen verlaten. Overigens ademde heel zijn optreden eenzelfde geest van zelfgenoegzaamheid; om van te gruwen. Maar we moeten niet uit reaktie in een ander uiterste vervallen.

Wij nemen immers allen aan dat er een groei in het geestelijke leven kan en moet zijn? En zien we niet in de praktijk dat sommige gelovigen veel meer de kracht van de Geest uitstralen dan anderen?

Bij de apostelen en bij de eerste christenen is die groei blijkbaar schoksgewijze gebeurd. Dat kan ook nu nog. Maar nergens staat in de Bijbel dat die groei in de volheid van de Geest slechts schoksgewijze kan gebeuren. Ze kan zich ook voltrekken langs geleidelijke weg vanuit een voortdurend gebed en een altijd weer ootmoedig luisteren naar de Schrift.

Ik heb nog wel meer vragen, maar minder ingrijpend. En aan het slot wil ik opnieuw heel, heel hartelijk u aanraden dit boek van dr. Floor aan te schaffen. U zult het zeker meer dan eens lezen tot opbouw van uw geloof en tot vertroosting in deze donkere tijd.

Bovenstaande recensie stuurde ik naar prof. Hoor in Zuid-Afrika (waar hij theologie doceert), met het verzoek om een reaktie, indien ik hem niet helemaal juist mocht hebben weergegeven.

Ik ontving onderstaand

ANTWOORD VAN DR. FLOOR

Uw brief van 12 oktober jl. kwam enkele dagen geleden in mijn bezit. Ik wil u graag zeer hartelijk bedanken voor uw recensie, die u mij toezond. Ik heb ook hoge waardering voor de wijze waarop u uw plicht als recensent in uw blad opneemt. Graag wil ik u van antwoord dienen.

Eerst zij opgemerkt dat ik er geen enkel bezwaar tegen heb dat u uw recensie, zoals u die mij toezond, in uw blad publiceert. Wat u schreef stimuleert sterk tot nadenken en kan derhalve een goede bijdrage voor een verdere discussie leveren. Op uw vraag of de apostelen dan vóór Pinksteren nog niet het nieuwe leven hadden, wil ik graag antwoorden, dat dit inderdaad wel het geval is. Ik heb lang op het standpunt gestaan van Andrew Murray zoals hij dit in zijn boek: De Geest van Christus vertolkt, maar dat kon mij bij verdere bezinning toch niet meer geheel bevredigen. Ik kan u zeggen dat ik het probleem dat u signaleert inderdaad wel gezien heb, maar dat ik er in mijn boek expres niet over heb gesproken. Samen met u wijs ik ook het standpunt af om de periode voor Pinksteren vanuit Matth. 12 : 45 te verklaren.

Ik erken ook graag dat de verklaring van Hand. 8 niet zo eenvoudig is.

Bij mijn verklaring van de doop met of in de Heilige Geest ben ik van het paulinische spreken uitgegaan. Nu zou men een tegenstelling tussen Paulus en Lukas kunnen creëren, maar ons geloof in de eenheid en de onfeilbaarheid van de Heilige Schrift laat dit niet toe.

Mijn tweede overweging was dat wij bij de verklaring van het Pinkstergebeuren niet alleen of niet eenzijdig de nadruk moeten leggen op de kracht waarmee de Heilige Geest komt. Dit is inderdaad wel een wezenlijk deel van de doop met de Geest, maar het primaire lijkt voor mij toch de komst van het koninkrijk in ons. Ik kan me heel goed vinden in uw opmerking dat bij de apostelen en de eerste christenen de groei in het geloof blijkbaar schoksgewijze is gebeurd. Hier zie ik zelf ook een duidelijk verschil tussen Lukas en Paulus. In de Handelingen wordt op een andere manier over de doop met de Heilige Geest gesproken dan in de brieven van Paulus.

Wij hadden hier in Zuid-Afrika enkele weken geleden een groot congres over de kinderdoop waar meer dan 800 mensen uit allerlei kerken en kringen en groepen aanwezig waren. Voor de eerste keer in de geschiedenis van de kerk in Zuid-Afrika werd er niet alleen over elkaar gesproken maar werd er ook werkelijk met elkaar gesproken. Wel kwam ook hier het verschillend gebruik van de Schrift naar voren. Men heeft dezelfde Bijbel, maar hanteert die op zeer verschillende manier.

Met zeer hartelijke broedergroeten,

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 december 1983

In de Rechte Straat | 32 Pagina's

De doop met de Heilige Geest

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 december 1983

In de Rechte Straat | 32 Pagina's