IRS cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van IRS te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van IRS.

Bekijk het origineel

PIUS IX

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

PIUS IX

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Pius IX is de sleutelfiguur van het Eerste Vaticaanse concilie. Zonder hem zou het dogma der onfeilbaarheid er nooit gekomen zijn. Maar juist de persoon van deze paus plaatst ons voor een groot aantal problemen.

Aldus Hasler en hij vervolgt:

De epilepsie van de paus

Giovanni Maria Mastai-Ferretti, de latere Pius IX, werd in 1792, als het laatste van negen kinderen geboren in het stadje Senigallia in de buurt van Ancona. Sinds 1705 voerde het geslacht Mastai-Ferretti de grafelijke titel, maar het behoorde tot de minder belangrijke plattelandsadel. In 1803, toen hij elf jaar was, kwam Giovanni Maria op het gymnasium San Michele in Volterra. Vier jaar later kreeg hij voor 't eerst aanvallen van epilepsie. Hij had er in zijn jonge jaren steeds last van, tot hij in de dertig was. Nog in 1825 (dus toen hij 33 jaar oud was. H. J. H.) maakt Giovanni Maria Mastai-Ferretti melding van een aanval. In hetzelfde jaar schreef hij aan paus Leo XII, dat door die epilepsie zijn geheugen verzwakt was en hij zich niet al te lang op één onderwerp kon concentreren, daar hij anders bang was de dingen door elkaar te halen.

Het was niet in de laatste plaats die epilepsie, die Mastai er toe bracht een kerkelijke loopbaan te kiezen. Het lidmaatschap van de adelijke lijfwacht van de paus was de jonge graaf wegens zijn ziekte geweigerd. In 1816 besloot hij priester te worden. Drie jaar later, na een zeer summiere studie in de theologie, verzocht hij de heilige priesterwijding te mogen ontvangen. De 4e juli 1819 werd hem dat door een indult (kerkelijk gunstbewijs) toegestaan, ondanks zijn aanvallen van epilepsie. Weliswaar werd daar de voorwaarde aan verbonden, nooit alleen, maar steeds samen met een andere priester of diaken de mis te lezen. De eerste tijd werkte Giovanni Mastai in het weeshuis „Tat a Giovanni" te Rome; in de jaren 1823 tot 1825 vergezelde hij de apostolische gedelegeerde Muzials uditore (een diplomatieke rang tussen secretaris en adviseur van een nuntius) op een reis naar Chili.

Na 1825 horen we lange tijd niets meer over epileptische aanvallen. Giovanni Mastai maakte snel carrière in de kerk. Dat hij twee ooms met een hoge kerkelij ke positie had, zal daar wel niet vreemd aan zijn geweest. De ene was bisschop, de ander kanunnik aan de St. Pieter. In 1827 na een kort intermezzo als directeur van het Ospizio San Michele, was Mastai reeds bisschop van Spoleto, in 1832 bisschop van Imola, in 1840 kardinaal, en betrekkelijk jong (54 jaar!) werd hij in 1846 paus. In de tijd dat hij bisschop was, schijnt Giovanni Mastai zich in een goede gezondheid te hebben mogen verheugen. Pas in 1849 (dus 3 jaar nadat hij paus was geworden. H.J.H.) duiken weer sporadische mededelingen op over aanvallen van bewusteloosheid. In 1870, het jaar van het concilie, is er weer sprake van epilepsie. De Oostenrijkse gezant bij de Heilige Stoel, graaf Ferdinand Trauttmansdorff, meldde de 4e juni 1870 in een rapport dat hij naar Wenen zond, dat de paus in de afgelopen vastentijd opnieuw was bedreigd door aanvallen van epilepsie. Ook anderen maken melding van korte bewustzijnsstoringen en een hernieuwd optreden van epilepsie. Over 't geheel genomen schijnt het echter, dat er toen in de buitenwereld niemand van geweten heeft, wat heel goed mogelijk geweest zou kunnen zijn doordat er geen ruchtbaarheid aan werd gegeven. Ook schrijvers die sympathiek staan tegenover deze paus, zien er zelfs sporen van in de lichaamsbouw van Pius EX. De gehele rechterzijde van zijn lichaam zou wat minder goed ontwikkeld zijn geweest dan de linker. Zelfs aan zijn gezicht zou het te zien zijn geweest. Het was asymmetrisch, zijn hoofd hing wat naar rechts, en zijn lippen waren scheef. Prelaat Francesco Liverani uit Rome, een vertrouweling van Pius IX, beschouwt de paus vanwege zijn epileptische aanvallen nog steeds als ziek.

Van groter belang zijn de psychische gevolgen van zijn ziekte. Die worden ook eerder toegegeven. Pius IX wordt gezien als iemand die gemakkelijk is te beïnvloeden, grillig, impulsief en onberekenbaar. Zijn mystiek-enthousiaste aard wijst in dezelfde richting (p. 82 - 83).

Despotische trekken - De juiste kijk op de dingen kwijt

Pius IX vertoonde naast het sterke besef van zijn missie ook sterke autoritaire trekken. „Hij is het middelpunt van de grootste vleierij… daardoor het sterkst verwrongen… niemand die een woord durfde te zeggen… Deze wereldlijke en geestelijke almacht vernietigt het hoofd en het hart van deze mens… en alles wat hem omgeeft", schreef bisschop EHipanloup op 17 december 1869 over de paus in zijn dagboek (p. 87).

Pius IX wilde het nieuwe dogma met alle geweld. Hij gebruikte er niet alleen behoorlijk dubieuze middelen voor, maar hij was ook blind voor de gevaren die door de afkondiging ervan zouden ontstaan. Bovenal ging hij met zulk een hartstochtelijkheid te werk, dat ieder die er anders over dacht dan de paus zich gekwetst moest voelen. Een Franse bisschop sprak van „koortsachtig ongeduld", „eigenzinnigheid" en „blind fanatisme". Bisschop de Las Cases noemde de paus een autoriteit, die zich volkomen liet leiden door zijn eigen goeddunken en zijn grillen. Het nieuwe dogma zou zeker tot despotisme leiden. Door de zware druk die de paus op allerlei wijze uitoefende, scheen anderen al, dat hij het concilie despotisch leidde. Af en toe trachtte Pius IX te doen of hij niets met de hele zaak te maken had, maar dan weer liet hij er geen twijfel over bestaan, dat alles van hem afhing. „Noch de meerderheid, noch de minderheid leggen enig gewicht in de schaal. De paus is alles." Verscheidene bisschoppen maken melding van deze uitspraak uit de naaste omgeving van de paus.

Het concilie duurde langer dan was verwacht. De discussies over de onfeilbaarheid liepen uit tot in het hartje van de zomer, en dat in Rome! Vele bisschoppen werden ziek door de daar nog steeds heersende moeraskoorts. Maar de paus wilde niets weten van een verdaging van het concilie. „Che crepino pure" (dan gaan ze er maar aan), moet hij zonder enig mededogen hebben gezegd (p. 88 - 89).

(De Nederlandse vertaler geeft het Italiaanse woord crepare veel te netjes weer. Het heeft dezelfde betekenis als ons „creperen". Mijn Italiaans-Nederlands woordenboek zegt dan o„crepare = barsten, scheuren, triviaal: sterven. Aldus A Lankhout en J. E. Backer. Ik heb ook de Novissimo Dizionarop della Lingua Italiana van F. Palazzi, te vergelijken met onze VaDale, en die zegt hetzelfde en geeft als voorbeeld: écrepato quel mascalzone = dat minderwaarsujet is gecrepeerd. Pius IX zet dus van de bisschoppen: „Laat ze maar creperen". H.J.H.)

Nog pijnlijker deden de vele scheldwoorden aan, waarmee Pius IX de bisschoppen der minderheid in privégesprekken of officiële toespraken bedacht. Ze variëren van „gek" en „ezels" tot „verraders" en „scheurmakers". Door zijn bijtende opmerkingen kwetste hij de bisschoppen zeer (p. 89).

En toen de bisschoppen Clifford, Ramadié en Place protesteerden tegen de zwaar beledigende uitdrukkingen, die de paus in particuliere audiënties tegen hen had gebruikt, ontkende hij alles. „Ik voor mij heb geen ander argument nodig," zei kardinaal Gustav von Hohenlohe tegen prof. Johann Friedrich, aan wie hij toevertrouwde tegen het dogma te zijn, „dan dit ene, dat ik in mijn hele leven geen mens heb ontmoet, die het minder nauw met de waarheid nam dan juist Pius IX." (p. 91).

Gevolgen van hoge ouderdom en geëxalteerdheid

Toen Pius IX het Vaticaanse concilie opende, was hij al 78 jaar oud. Deze hoge leeftijd bleef niet zonder gevolgen. De geestelijke vermogens van de paus werden minder. „Hij weet de ene dag niet meer, wat er op de vorige gebeurde," zei bisschop William Clifford. Vele bisschoppen spraken over een grijsaard die bezig was kinds te worden. Pius IX kon zich niet langer meer op één onderwerp concentreren en maakte een wispelturige indruk. Zijn toespraken- ook bij officiële gelegenhedenmaakten vaak een pijnlijke indruk; de paus gaf zich geen rekenschap meer van de porté van zijn woorden. Maar al te dikwijls moest staatssecretaris kardinaal Giacomo Antonelli rechtzetten, wat Pius EX bij audiënties door ondoordachte uitlatingen had bedorven. Een enkele maal wordt zelfs vermeld, dat de paus wartaal sprak. Uit de redevoeringen kan dat moeilijk aangetoond worden; ze werden meestal niet zo gepubliceerd als ze waren gehouden.

Deze fysische en psychische gesteldheid van de paus was ook van belang voor het dogma der onfeilbaarheid. Velen - onder wie niet weinige bisschoppen - zagen in de vastberadenheid, waarmee Pius IX de afkondiging ervan nastreefde, niet zozeer een weloverwogen plan als wel de koppigheid van een oude man, waardoor hij niet meer van zijn idee fixe kon worden afgebracht.

Hierbij worden gevallen van zelfoverschatting vermeld, die bijna niet meer verklaarbaar zijn. In 1866, enkele jaren voor het begin van het concilie, paste Pius IX het woord van Christus „Ik ben de weg, de waarheid en het leven" op zichzelf toe.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 maart 1982

In de Rechte Straat | 32 Pagina's

PIUS IX

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 maart 1982

In de Rechte Straat | 32 Pagina's