Balans Arnhem

Terwijl ik dit schrijf, is de campagne in Arnhem reeds twee weken aan de gang. Velen hebben er een rijke zegen ondervonden, anderen werden teleurgesteld. De boodschap van de opwekking nl. dat de waarachtige bekering bestaat in het sterven van de oude mens en het opstaan van de nieuwe mens, werd met bijbelse kracht verkondigd.

Toch heb ik zelf ook meerdere keren vraagtekens gezet en met sommige uitingen kon ik het echt niet eens zijn. Er waren getuigenissen die je ontroerden tot diep in je ziel, omdat een bepaalde bijbelse waarheid daardoor ineens in levende glans voor je kwam te staan. Maar er waren ook zeer oppervlakkige en soms uitgesproken sentimentele getuigenissen bij.

Soms werd ook wel eens wat te veel aangedrongen en leek het alsof men uit het oog verloor dat alleen de Heilige Geest iemand van zonde en van vergeving der zonde kan overtuigen. Maar merkwaardig genoeg beluisterden anderen juist in dat aandringen de oneindige barmhartigheid van de Goede Herder die het verloren schaap gaat opzoeken in de wildernis en kwamen met een verbroken hart naar de voet van het Kruis, waar ze de vrede in Christus vonden.

Voor sommigen klonk: „Gij hebt niet gewild" (Matth. 23:37) voor het eerst door tot in de uiterste schuilhoeken van hun ziel; ze werden aan zichzelf ontdekt, hoe ze altijd de schuld van hun lauwe en zondige leven op anderen, op de omstandigheden en zelfs op God hadden geschoven. Toen begon voor hen een strijd die bij de een eindigde in de verbrijzeling om deze jarenlange onwil tegenover de heilige God en in de tranen van vreugde om hun God die hen in Jezus Christus dat allemaal vergeven wilde. Bij de ander duurt die strijd nog voort en we bidden dat de Heere ook hen door Zijn Geest tot de overwinning moge voeren.

Voor anderen klonk dit: „Gij hebt niet gewild" bekend in de oren; maar zij beleefden veel dieper hun onmacht om zelf tot dit te willen overgaan, omdat ze maar al te duidelijk gelezen hadden over „God, die in u werkt beide het willen en werken" (iFl. 2:13). We hebben hen mogen vertroosten met de vertroosting van de psalmist: „Hij is getrouw, de bron van alle goed. Zo daalt Zijn kracht op u in zwakheid neer. Wacht dan, ja wacht, verlaat u op de Heer" (ps. 27:7 ber.).

TOT BESLUIT:

En met deze „balans" sluiten we onze berichtgeving over de „opwekkings-beweging" in Canada en Nederland af. Wij hebben daaraan nog al veel aandacht geschonken in ons blad. De reden daarvan was dat wij meenden dat we op deze manier aan onze r.-k. lezers misschien konden duidelijk maken „dat deze leer geen zorgeloze en goddeloze mensen maakt", maar integendeel vruchten voortbrengt van „goede werken."

Want dat is waarschijnlijk de grootste moeilijkheid van r.-katholieken om de reformatie te begrijpen. Ik heb het zelf ondervonden. Ook ik vond de leer van de reformatie goddeloos, omdat ik meende dat die leer logisch moest uitlopen op losbandigheid. Als je toch immers door het geloof zeker kon zijn van de hemel, waarom zou je er dan niet op los leven? Je geloof was dan immers een garantie dat Gods eeuwige straf je nooit treffen zou.

Logisch is dat ook niet duidelijk te maken. Daarom hoopte ik dat onze r.k.- lezers vooral door de getuigenissen die wij publiceerden, enigszins zouden kunnen navoelen, wat wij bedoelen met dat „zaligmakende geloof". Ik hoopte dat ze daardoor zouden beseffen, wie de levende Christus is met Wie wij door het geloof verbonden worden en hoe Hij dan bezit van ons neemt en Zelf door Zijn Geest de vrucht van de levensheiliging voortbrengt (Gal. 5:22).

Dit probleem van de r.-katholieken is een struikelblok voor allen „die uit de wet zijn" (Gal. 3:10), die hun heil van de vervulling van Gods geboden verwachten. Paulus worstelt daar voortdurend mee in zijn brieven. „Wat zullen wij dan zeggen? Zullen wij in de zonde blijven, opdat de genade te meerder worden? Dat zij verre." „Wat dan? Zullen wij zondigen, omdat wij niet onder de wet zijn, maar onder de genade? dat zij verre" (Rom. 6:1, 15).

Maar we mogen ons ook niet te zeer laten drijven door een intense poging om dat éne punt duidelijk te maken. Dan zouden we toch weer eenzijdig worden.

We bidden dat de Heere door Zijn Geest dit moge openbaren in de harten van onze lezers, die dat misschien nog niet hebben verstaan.

Maar wat ons betreft, keren we nu weer terug tot die leer zelf, die kort samengevat luidt: God rechtvaardigt de goddeloze om niet langs de weg van het geloof door de toerekening van de gerechtigheid van Christus. „Halleluja! Looft de Heere, want Hij is goed, want Zijn goedertierenheid is in der eeuwigheid" (Ps. 106:1).

ONZE SECRETARESSE

Mej. M. v.d. Velde, voorheen reeds werkzaam in de zending in Algerië, is tot de overtuiging gekokomen, dat de Heere haar opnieuw roept voor het zendingsveld. Als gevolg daarvan heeft zij, zeer tot onze spijt, haar functie als secretaresse moeten opzeggen.

Het motief, waarmee ze ons gaat verlaten, weerhield ons bij haar aan te dringen om toch te blijven. Maar nu staan we dan ook voor de vraag:

Wie gaat haar plaats innemen?

Aangezien zowel de Engelse correspondentie als het vertaalwerk ten behoeve van onze Engelse editie tot de taak van de vervanger (ster) worden gerekend, vraagt het bestuur gegadigden voor de functie van

SECRETARIS (ESSE)

van onze predikant-directeur, welke de Engelse taal in woord en geschrift dient te beheersen. Kennis van meerdere talen strekt tot aanbeveling.

Sollicitaties worden gaarne ingewacht bij de directeur van onze stichting:

ds. H J. Hegger, Boulevard 11, Velp (Gld.), telefoon 08302-6050.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen