IRS cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van IRS te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van IRS.

Bekijk het origineel

waarom geloof ik dat de bijbel waar is?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

waarom geloof ik dat de bijbel waar is?

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Een antwoord van een rooms-katholiek

„Ik had in mijn seminarietijd veel moeite met mediteren. Ik heb nimmer het moment gekend dat ik iets bovennatuurlijks voelde. Ik heb daar nooit last van gehad.

Op welke basis geloof ik dan in de waarachtigheid van de Schrift? Waarschijnlijk op dezelfde basis als u, omdat u en ik ons geloof van God hebben gekregen. Uit uw gesprekken en uit uw geschreven stukken maak ik op dat u méér gevoelsmens bent dan ik. Ik moet het steeds maar willen. Toch geloven wij beiden.

Twijfelen? ja natuurlijk heb ik momenten dat ik twijfel, maar het eigenaardige is dat je dan gaat nadenken en dan mondt die twijfel weer uit in geloven. Hoe dat komt? Ik kan er geen zinnig woord over zeggen, maar als God mij het geloof in Hem gaf, dan is het logisch dat bij twijfel de geest weer zoekt naar God en die laat Zich weer vinden. De Heilige Schrift openbaart voor mij God aan ons. En dit heeft mij geen teleurstelling gebracht".

Muiden

A. L. Overgaag

ONS KOMMENTAAR :

Er zit iets bijzonder moois in deze brief. Wél vond ik het grappig dat de heer Overgaag schreef dat hij nooit last had gehad van bovennatuurlijke ervaringen. Voor mij is juist die direkte geloofservaring van de barmhartige liefde Gods, deze innige gemeenschap met Hem in Jeus Christus, het mooiste en rijkste wat ik hier op aarde door mag maken. Ze zijn voor mij het getuigenis van Gods Geest in mij, die daardoor tevens Zichzelf geeft als onderpand van de grote komende heerlijkheid, die Christus voor ons bereid heeft.

Tóch zou ik de heer Overgaag nog een vraag willen stellen: Christus is alleen gekomen om mensen die zichzelf als zondaars ervaren, te verlossen. Hij heeft geen boodschap aan mensen die menen dat ze voldoende fatsoenlijk leven om daardoor de ingang in het eeuwige leven te verdienen.

Maar als u dat aan den lijve, dat is in uw bewustzijn, hebt erkend dat u een zondaar bent, die de eeuwige dood had verdiend, maar die op het laatste moment gratie kreeg, doordat Christus Zichzelf in üw plaats gaf in de dood, hoe kan het dan dat dit geen bovennatuurlijke ervaring is voor u? Wanneer je voor het vuurpeloton zou staan en de geweren reeds op je gericht zouden zijn, moet je dan niet een enorme opluchting en blijdschap ervaren, wanneer ineens iemand met een witte vlag het executieterrein komt oprennen en vermeldt dat u gratie hebt gekregen? Degene die voor u de gratie verwierf met Zijn eigen bloed, verblijft thans Boven, aan de rechterhand des Vaders. Moet u dan niet een bovennatuurlijke ervaring van liefde en dankbaarheid krijgen door deze Verlosser die u redde van het eeuwige doodvonnis?

Het antwoord van de heer Overgaag luidde:

Hartelijke dank voor uw komentaar. In de laatste alinea doet u een aanval op mijn gevoel. Er is een wezenlijk verschil in het gevoel dat men zou kunnen ervaren bij de gedachte van de verlossing van de zonde en wat ik me nu op dit moment kan voorstellen van de redding van een vuurpeloton. Het eerste is een kwestie van geloofsovertuiging en het tweede is een nogal opwindende realiteit. Op uw vraag of de Verlossing voor mij geen bovennatuurlijke ervaring zou zijn, zou ik graag het volgende opmerken:

1. In onze godsdienstige opvoeding in het verleden (ik ben nu bijna zestig) werd sterk de nadruk gelegd op twee eigenschappen van de menselijke geest, nl. verstand en wil. Het gevoel, eveneens een eigenschap van de menselijke geest, is m.i. systematisch onderdrukt.

2. In de huidige maatschappij met zijn overdreven technocratisch-commerciële constructie wordt het gevoel eveneens systematisch onderdrukt.

3. Zelfs als rationeel denkend mens moet je met Paulus zeggen: Ik doe wat ik niet wil en wat ik wil, doe ik niet. De een noemt dit zondaar en de ander spreekt over een verkeerd staan tegenover God.

Het leven en manoeuvreren tussen deze klippen maakt de mens ook niet gelukkig. Als ik nu even hardop mag denken, dan ontdekt men in zichzelf, ondanks zijn zondigheid of negatieve daden, een hang naar het geluk, schoonheid enz. ik zou dit onder de noemer van eeuwigheidsdrang willen stellen. Mijn vraag is nu: Is dit werkelijk zo? Is dit geen axioma van mezelf? Zou dit niet veeleer het appél van God kunnen zijn? De gave des geloofs? Jaren geleden heb ik hiermee mijn geloofsovertuiging getracht waar te maken. Als u dit een bovennatuurlijke ervaring noemt, dan weten we waarover we het hebben.

In je religieuze opvoeding krijg je een aantal geestelijke waarden mee, die je op een gegeven moment, onbewust misschien, toetst aan dit moment en dan valt er een serie franjes weg. Ik ben het dan met u eens dat het begrip voor zonde en genade mee blijft spelen, zij het op een zeer persoonlijke wijze en ook op een eigentijdse wijze. Ik maak hier geen reclame voor een nieuwe wijze van geloven, maar ik zou het eenvoudig zo willen uitdrukken: Ook de gewone gelovige is zelf gaan denken over geloof, God, eeuwig geluk, zonde en verlossing. Dat is niet zo verwonderlijk, want onze geestelijke voorgangers hebben daar steeds op aangedrongen. En nu komt de klap op de vuurpijl:

1. iedere gelovige is anders geaard, de een is meer gevoelsmens als de ander enz. Waar de een ontroerd is bij de gedache aan het feit dat God de mens zo liefheeft dat Hij zijn enige Zoon verschrikkelijk liet lijden en sterven omwille van grofheid van de belediging, die de zonde is, uit te boeten, is de ander minder gevoelig en ontroerd, hij kan dit gewoon niet opbrengen voor een historische feit, maar het geloof leert hem dat er een schuld vereffend moest worden en dat hij dat zelf niet kan en dat God dat zelf voor hem gedaan heeft. Dit is wat ik bedoel met een rationele benadering. Nog eenvoudiger gegezegd: God openbaart zich voor mij het meest in de verhouding tot mijn medemens. Het voor elkaar goed zijn. En dan springt bij een goede gewetensvorming de narigheid die we ongetwijfeld elkaar bezorgen, er schril uit.

2. is er een wezenlijk verschil tussen de geestelijke ambtsdrager en de gewone gelovige. De eerste maakt er zijn levenswerk van om voldoende geestelijke inhoud op te doen om de mensen te kunnen begeleiden, terwijl de gewone gelovige te midden van alle mogelijke frustraties enz. het oog moet houden op zijn enige en eeuwige einddoel. Waar liggen de raakvlakken tussen deze twee groepen?

Daarom geloof ik dat het goed is, dat we van eikaars wijze van geloofsovertuiging weten en leren.

Tot slot zou ik willen opmerken dat de graadmeter van de liefde is, wat heb ik er voor over!

A. L. Overgaag

ONS KOMMENTAAR :

Gezellig en toch indringend is dit gesprek over en weer, Fijn dat dit kan in onze tijd.

Ik geloof dat we elkaar niet helemaal begrepen hebben. Als ik spreek over ervaring, dan bedoel ik dat in de bijbelse, ik zou ook wel kunnen zeggen: moderne zin van „existentieel", de hele persoonlijkheid rakend. Dat rijst dus uit boven de vraag van verstand, wil en gevoel. Dat we ons geloof niet op gevoel mogen baseren, zegt de Heere heel duidelijk in de gelijkenis van de zaaier (Matth. 13:1-24). Zulke mensen zijn alleen maar enthousiast. Ze zijn even, misschien heel hevig, ontroerd, maar ze komen er niet toe om bewust en beslist hun diepste zelf aan Christus toe te vertrouwen. Het is bij hen geen waarachtige bekering, geen ommekeer van heel hun levenshouding, geen andere gerichtheid van hun „ik".

Ik meen dat de heer Overgaag het wat te ingewikkeld maakt. Het is allemaal veel eenvoudiger, maar ook veel dieper. Dat kan samengaan: eenvoud en diepte. Het gaat namelijk om mijzelf! Ben ik bereid mijn volstrekte verlorenheid en schuld voor God te erkennen? Of zoek ik vaag of onbewust toch nog altijd naar uitvluchten om mijn zondige bestaan en mijn zondige daden goed te praten? Wil ik als een gebroken zondaar tot Hem komen, voor Hem neerknielen en niets anders dan mijn schuld, mijn schuld, mijn zeer grote schuld, voor Hem belijden? Ben ik bereid mij op genade of ongenade aan God over te geven? En dat houdt in dat ik erken dat er aan mij geen onrecht geschiedt, wanneer God zou zeggen: Nee, ik wil niets met met u te maken hebben; ga weg van Mij, vervloekte, in het eeuwige vuur, — maar dat ik dan alleen maar mijn verdiende straf ontvang.

U zult zeggen: Dat kan geen mens! Daar hebt u dan volkomen gelijk in. Maar Gods Geest kan een mens wel zo ver brengen. Die Geest kan dat verzet in ons tegen de rechtvaardigheid Gods breken en het zoeken naar schoonpratende smoesjes tot stilte brengen. Maar die Geest voltooit ook altijd Zijn werk en laat ons zien dat de overgave aan God in Jezus Christus in feit; niet is op genade of ongenade, maar alleen op genade. En juist dan heeft die ontroerende ontmoeting plaats tussen de verloren zoon en de barmhartige Vader, een ontmoeting die te diep en te rijk is om te beschrijven.

De bekering is dus niet iets van het verstand of de wil of het gevoel, maar het is de ommekeer van iets dat daarachter ligt en daaronder, namelijk van mijn „ik", mijn persoonlijkheid, mijn eigenlijke zelf. De Heere zegt niet dat ons verstand of onze wil of ons gevoel of alle drie tegelijk zich bekeren moeten, maar dat IK mij bekeren moet. En als IK bekeerd ben, dan heeft dat zijn weerslag in mijn verstand, wil en gevoel en in al mijn levensuitingen.

Laten wij allen ons ernstig afvragen of wij tot bekering zijn gekomen. Breed is de weg die naar het verderf voert, en smal het pad dat tot het leven leidt, zo waarschuwt de Heere Zelf.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 juli 1972

In de Rechte Straat | 36 Pagina's

waarom geloof ik dat de bijbel waar is?

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 juli 1972

In de Rechte Straat | 36 Pagina's