IRS cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van IRS te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van IRS.

Bekijk het origineel

Het primitieve priesterbeeld

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het primitieve priesterbeeld

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het priesterbeeld, zoals dat door de Italiaanse ex-priestervrouw en pater Mariano getekend wordt, staat dicht bij het beeld dat ook primitieve volken zich van de priester gevormd hebben. Een vergelijkende studie hierover zou zeker heel boeiend en waardevol kunnen zijn.

Wat is taboe?

Zo schrijft bijv. Dr. Th. Obbink in „Godsdienst-wetenschap" over het woord „heilig": „De natuurvolken onderscheiden de hen omringende mensen, dieren en voorwerpen in twee grote groepen: Dat wat men zonder gevaar naderen en gebruiken kan, en dat wat gevaarlijk is en niet gebruikt kan worden zonder bepaalde voorzorgsmaatregelen. Het eerste is het gebied van het profane, het tweede dat van het „heilige". Dit laatste gebied heet taboe. Dit „heilige" heeft dus met óns begrip „heilig", als het zedelijk volkomene, niets te maken; het heilige is het verbodene zonder meer." (pag. 113).

„Taboe is een Polynesisch woord en betekent „gemerkt", „aangewezen", n.l. als sacrosanct, ongenaakbaar, onschendbaar". „Het taboe-begrip berust op de primitieve voorstelling van een in de dingen aanwezige kracht, mana, die in bepaalde voorwerpen, plaatsen of personen zozeer kan zijn opgehoopt dat ze a.h.w. met „kracht" geladen zijn en zich dus bij aanraking zouden „ontladen" met gevaarlijke of zelfs dodelijke werking. (Die kracht-voorstelling is het best te vergelijken met ons begrip elektricit e i t ) . Daarom is wat taboe is, verboden voor de gewone mens." (a.w. pag. 254).

Vanzelfsprekend rijst dan de vraag, waarom men dan bij die primitieve volken niet gekomen is tot een priestercelibaat, dit in tegenstelling met de rooms-katholieke kerk.

Het antwoord daarop lijkt mij dit: Bij de primitieve volken was „alles wat verband hield met conceptie, zwangerschap, geboorte en huwelijk" eveneens taboe (pag. 254), lag dus ook in dezelfde sfeer van het heilige, het gewijde. Men zag dat dus helemaal niet als een tegenstelling, wanneer de gewijde handen van 'n priester de vrouw liefkoosden, waarmee hij getrouwd was.

In de rooms-katholieke kerk echter heeft men eeuwenlang, ondanks de tegenovergestelde leer over het huwelijk als een heilige verbintenis en zelfs als een sacrament, het sexuele beleefd als een demonisch gevaarlijk instinkt in de mens en het huwelijk als een soort geoorloofde zonde (zie de bijdrage van mevrouw Delfgaauw in dit nummer op pag. 11-13).

Eeuwigdurend merkteken

Die heilige kracht wordt in de primitieve godsdiensten overgedragen door bepaalde, nauwkeurig voorgeschreven riten, vooral ook door de handoplegging. In het Oude Testament vinden wij ook zulke ceremonies, maar nooit wordt daaraan een zelfstandige magische kracht toegekend. En bovendien wijzen ze allen heen naar het grote offer van Jezus Christus.

In het Nieuwe Testament vinden we ook nog bepaalde riten, zoals de Doop, het Avondmaal, de handoplegging en de zalving met olie. Maar ze worden op geen enkele wijze meer als noodzakelijk voor het heil voorgesteld. We zien hoe gelovigen de vervulling met de Heilige Geest ontvangen zonder handoplegging, puur door de prediking van Petrus (Handelingen 10:44) en na voorafgaande handoplegging (Handelingen 8:17).

Zieken worden genezen zonder enig lichamelijk kontakt, soms zelfs op afstand (bijv. Mattheüs 8:5-13), soms na handoplegging, bestrijking van de ogen met slijk, zalving met olie.

De priester wordt in de rooms-katholieke kerk gewijd krachtens riten, die moeten worden volbracht precies zoals ze zijn voorgeschreven en anders is de wijding ongeldig. Bezit hij die macht eenmaal, dan blijft hij die behouden. Wel is er dit onderscheid met de magie, dat de priester die macht slechts kan uitoefenen, doordat God hem die schenkt. Maar van de andere kant nadert de leer daarover weer dicht de magie, doordat volgens Rome God zich gebonden heeft aan dat machtswoord van de priester. Ook al zou een priester nog zulk een zedeloos leven leiden en volkomen van de rooms-katholieke kerk zijn afgedwaald, zodra hij de woorden van de consecratie over brood en wijn uitspreekt, doet God toch weer dat wonder van de „transsubstantiatie", de verandering van brood en wijn in het lichaam en bloed van Christus. Zo althans denkt Paulus VI er nog steeds over.

Het taboekarakter van de rooms-katholieke priester wordt tot in de uiterste konsekwenties doorgevoerd in de leer over het eeuwigdurende merkteken dat hij door zijn wijding in zijn ziel ontvangt en dat hij nooit kwijtraakt, zelfs niet in de hel, waar het hem zal kwellen als een schande en een aanklacht. En men gebruikt daarvoor de woorden die God in Psalm 110:4: „Gij zijt priester in eeuwigheid" tot de Messias richt en die ook volgens Hebr. 7 alleen op de Hogepriester Jezus Christus toepasselijk zijn.

Taboes gaan en.... komen

Langzaam gaat ook de taboe-opvatting in de rooms-katholieke kerk verdwijnen. Zo was het vroeger onder doodzonde verboden om als gewoon mens de „hostie", het door de priester in de mis gewijde brood, aan te raken. Daarom moest de priester die hostie op de tong van de leken leggen. Tegenwoordig begint, althans in Nederland, de gewoonte binnen te dringen dat de leek het eucharistische brood op de hand ontvangt en zelf naar de mond brengt.

In protestantse kringen dreigt men echter weer over te gaan tot de behandeling van dominees als een soort gewijde personen. Hun afzondering voor de dienst van God moet zichtbaar gemaakt worden door een toga met liefst verschillende kleuren voor de kringloop van het jaar. Ik kan er in komen, dat men de waardigheid van het Woord tot uitdrukking wil brengen in een waardige kleding van degene die dat Woord ambtelijk verkondigt. Maar laten we toch beslist oppassen dat dit niet ontaardt in een verheerlijking van de ambtsdrager zelf, en dus in klerikalisme of dominokratie.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 oktober 1969

In de Rechte Straat | 38 Pagina's

Het primitieve priesterbeeld

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 oktober 1969

In de Rechte Straat | 38 Pagina's