IRS cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van IRS te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van IRS.

Bekijk het origineel

van predikheer tof predikant

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

van predikheer tof predikant

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

VERVOLG

Rooms-katholieke jongens, die thuis en in de kerk en op school hebben leien geloven in het bestaan en in de hoge verhevenheid van het rooms-katholieke priesterschap en die later ook zelf graag priester willen worden, uiten dat verlangen dikwijls al vroegtijdig in hun spel. Als kind houden zij er van om „misje te spelen", om het voornaamste werk van een priester in het spel na te bootsen, zoals een jongen die voor later een krijgsliaftiger beroep op het oog heeft, al vroeg plezier zal tonen in oorlogje spelen.

Zo had ik, omdat ik priester wilde worden, het „misje spelen" al heel vroeg als bijzondere liefhebberij. Samen met mijn broertjes en zusjes, die als misdienaars en kerkgangers mee moesten spelen, schoven wij dikwijls de tafel in onze huiskamer tegen de muur bij wijze van altaar, met een leeg sigarenkistje erop, dat tot tabernakel moest dienen.

Van mijn vader had ik een speelgoedkelkje van verguld blik gekregen, dat precies op een echte miskelk leek. Alleen zat het ding al gauw vol deuken, omdat het buiten onze „missen" ook wel voor meer profane doeleinden gebruikt werd, bijvoorbeeld om er in een woedende bui een ander mee naar het hoofd te gooien. In de echte kerk is dat niet zo gebruikelijk, tenminste als de pastoor en de kapelaan het een beetje met elkaar kunnen vinden.

Onze huiskamermissen werden echter nogal eens door slaande ruzies ontluisterd. Mijn broer kon zich namelijk als misdienaar tegenover mij als pastoor zo onhebbelijk en oneerbiedig gedragen, dat wij soms genoodzaakt waren de „mis" te onderbreken om elkaar schoppend en scheldend op de grond te lijf te gaan. Dat duurde dan gewoonlijk totdat mijn vader hoogstpersoonlijk en met een manifestatie van streng gezag, als was hij de „heilige vader" zelf, hardhandig de orde kwam herstellen en de „mis", zij het dan met enige vertraging en met gescheurde gewaden, kon worden voortgezet.

Maar tenslotte was dit allemaal maar spel. Al was het wel een specifiek rooms-katholieke vorm van spel. Dat was dan ook de reden waarom mijn protestantse vriendjes er nooit aan meededen. Ons dorp was voor meer dan de helft protestant. Bij de keuze van vriendjes letten wij er echter helemaal niet op of een jongen rooms-katholiek of protestant was. We speelden gewoon altijd samen. Alleen aan „misje spelen" wilden mijn protestantse vriendjes nooit meedoen. Dat was te speciaal rooms-katholiek. Mijn protestantse vriendjes geloofden nu eenmaal niet in een priesterschap en een mis. Hun dominee had hun verteld, zeiden ze, dat het priesterschap en de mis menselijke uitvindingen waren, die niet thuis hoorden in de Kerk van Christus. Hun dominee beschouwde het daarom niet als zijn taak om mis te lezen ol biecht te horen, maar hij was er in de eerste plaats om het Evangelie te prediken. En om zalig te worden hadden de mensen hem niet nodig en nog minder een priester. Om zalig te worden hadden ze geen enkel mens nodig, maar alléén Jezus. Want Hij alléén was de enige en volkomen Heiland en Zaligmaker van de mensen, had de dominee gezegd. Niet door allerlei roomse dingen zoals missen en biechten en aflaten wordt een zondig mens gered, maar alleen door het geloof in Jezus en in Zijn woord in de Heilige Schrift, meende de dominee.

Maar intussen gingen wij rustig verder met te doen wat onze protestantse vriendjes als zonde bestempelden en trokken wij ons niets aan van de „ketterse" denkbeelden van hun dominee. Wij spraken overigens maar zelden onder elkaar over godsdienstige zaken. Want dat kon gemakkelijk de vriendschap schaden, en dat wilden we niet. Bovendien hadden we ook niet zo erg veel interesse in godsdienstige verschillen. We hielden ons ieder voor zich maar aan wat we thuis hadden geleerd en we veronderstelden zonder meer, dat dat alleen het ware was. Op wat voor gronden anderen er anders over dachten dan wij, vroegen wij ons nooit af. Dat ligt trouwens ook voor de hand als je nog maar een kind bent.

Maar dit wordt anders en moet ook anders worden, dacht ik, zo gauw als een mens géén kind meer is. Want het gaat daarbij toch over zeer ernstige en beslissende zaken. Stel je voor, dat men zich in dit opzicht vergist en dat wat men thuis geleerd heeft in feite toch niet de waarheid is! Dat kan je maar eventjes niets minder dan je eeuwige zaligheid kosten!

En toch zijn er mensen, volwassen mensen, die zich nooit in godsdienstige zaken verdiepen. En het is ook duidelijk waarom niet. De persoonlijke mening op godsdienstig gebied is namelijk meestal geen kwestie van persoonlijk onderzoek of inzicht, maar een kwestie van afkomst, opvoeding en gewoonte. De meeste mensen kunnen daarom ook hun godsdienstig standpunt met geen mogelijkheid tegenover andersdenkenden verdedigen. Ze nemen zelf gewoon kritiekloos aan wat ze van huis uit op dit gebied hebben geleerd en veronderstellen gewoon, dat dat wel de juiste opvatting zal zijn. En de diepste reden waaróm ze dat doen is, dacht ik, ook niet zo moeilijk te raden. Men weet, vooral in onze tijd, dikwijls heel goed, dat bepaalde godsdienstige opvattingen en gebruiken onjuist of op zijn minst twijfelachtig zijn. Toch houdt men er kritiekloos aan vast. Want in dit opzicht van mening veranderen kan nogal ingrijpende konsekwenties hebben ten aanzien van het persoonlijke levensgedrag en de verhouding tot familieleden en andere medemensen. En voor die konsekwenties schrikt men terug of men wil ze al bij voorbaat in geen geval aanvaarden. Men denkt er daarom maar liever niet verder over na.

Maar dat betekent, dat men daarmee in feite moedwillig zijn geweten dichtsnoert. En dat is een ernstige zaak, die iemand zelfs het eeuwige leven kan kosten.

Ik bedoel hiermee niet te zeggen, dat daarom iedereen maar gauw protestant moet worden. Want ook niet alle protestanten houden zich trouw aan de leer van Jezus in het Evangelie. Ik bedoel alleen te zeggen, dat het om dit laatste gaat: om de trouw aan de leer van het Evangelie van Jezus.

En in dit opzicht is het heel goed mogelijk, dat de kerk waartoe men behoort dingen doet of toelaat, die in strijd zijn met het Evangelie van Jezus. In dit geval kan die kerk nooit de Kerk van Jezus Christus zijn!

Het is daarom voor ieder mens van levensbelang om over deze dingen dikwijls en diep na te denken en alles nauwkeurig te onderzoeken.

Want anders neemt men het niet ernstig.

Anders maakt men het leven tot een spelletje, een traditioneel, gedachteloos spelletje, zoals het „misje spelen" in mijn jeugd dat was.

Alleen.... een héél wat gevaarlijker spelletje!

Denderleeuw

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 juni 1969

In de Rechte Straat | 32 Pagina's

van predikheer tof predikant

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 juni 1969

In de Rechte Straat | 32 Pagina's