IRS cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van IRS te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van IRS.

Bekijk het origineel

„God en ezel"

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

„God en ezel"

protest tegen uitgebleven protesten

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

De abonnees zullen zich nog wel de diskussie in ons blad rondom de geschriften van G. K. van het Reve herinneren. Thans heeft prof. Lindeboom hierover een boekje gepubliceerd, waarin deze kwestie grondig behandeld wordt. Ik was erg blij met de verschijning daarvan. De ernst van de zaak blijkt wel uit deze woorden van de gereformeerde prof. Lindeboom:

Elders een heenkomen zoeken?

„Klemmend is dan ook de vraag, in hoeverre de progressieve theologen, die in deze beschamende aangelegenheid aan het woord zijn geweest, legitieme woordvoerders der kerken (bedoeld is: gereformeerde kerken. H.J.H ) zijn geweest, en in deze als representatief kunnen gelden. Wanneer Rothuizen van Algra verzekert, dat zijn uitlatingen „geenszins representatief geacht mogen worden voor zijn kerk of partij", dan is hier toch althans de vraag gewettigd, of de uitlatingen van Rothuizen en Kuitert dat dan wèl zijn. Indien dit zo ware, zou ik een goed heenkomen moeten zoeken." (p. 59)

Doodgezwegen door Trouw

Het is te betreuren dat Trouw drie kolommen ter beschikking heeft gesteld van prof. Rothuizen om te betogen, dat Van het Reve door de rechter niet moest worden veroordeeld vanwege godslastering, maar nog steeds geen weergave heeft gepubliceerd van de inhoud van het boek van prof. Lindeboom. Zijn de lezers van Trouw dan niet mondig? Zijn zij niet bevoegd tot oordelen? Waarom wil Trouw ook niet „de andere partij" aan het woord laten? "Waarom wil Trouw aan haar abonnees haar eigen mening opdringen door eenzijdig-gerichte berichtgeving?

„Het staat in de krant"

Natuurlijk moet de redaktie van ieder blad een eigen overtuiging hebben. Zij moet die overtuiging echter trachten te verdedigen aan de hand van argumenten en niet door een eenzijdige berichtgeving. Ik meen dat zulk een methode om eigen opvattingen te verspreiden, niet helemaal eerlijk is. Zo wekt men immers de indruk bij de lezers dat de opvatting van de redaktie gestaafd wordt door de feiten, terwijl het hier gaat om een door de redaktie eenzijdig gerichte weergave van de werkelijkheid. Men maakt dan misbruik van de afhankelijkheid van de doorsnee-lezer ten opzichte van dÉ berichtgeving. De meesten redeneren onbewust: Het' is zo, want het staat in de krant.

Het is voor ons allen een verzoeking om onze eigen overtuiging te verdedigen op grond van een eenzijdige berichtgeving. Wij stellen het daarom ook zeer op prijs, als abonnees ons waarschuwen voor dat gevaar, en vooral ook wanneer zij die waarschuwing vergezeld laten gaan van konkrete aanduidingen. We hopen daarom dat ook Trouw bovenstaande beschouwing in deze geest zal opvatten. We

Ds. Overduin in „Centraal Weekblad"

Des te meer waren wij echter verblijd, toen wij in „Centraal Weekblad" een uitvoerig artikel van ds. J. Overduin zagen, waarin deze bekende gereformeerde predikant zich geheel achter het protest van prof. Lindeboom stelt. Wij kregen verlof om dit artikel in -zijn geheel af te drukken en laten het hieronder volgen:

Prof. dr. G. A. Lindeboom, de internist aan de Vrije Universiteit, heeft een boekje van 61 pagina's geschreven als protest tegen enkele theologen, die nogal vergoelijkend en verdedigend geschreven hebben over de beruchte passage uit het boek van Gerard Kornelis van het Reve „Nader tot u". Ir. C. N. van Dis (S.G.P.) stelde op 22 februari 1966 aan de toenmalige minister van Justitie (Samkalden) en van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk (Vrolijk) schriftelijke vragen of de bedoelde passage (van het ezeltje) geen smalende Godslastering in de zin der wet, en dus een strafbaar feit was. De minister zegde toe de onafhankelijke rechter de hem gestelde vraag te laten beantwoorden.

In de Eerste Kamer hebben de afgevaardigden Beerekamp (C.H.) en Algra (A.R.) op ondubbelzinnige wijze hun scherp afkeurend oordeel uitgesproken over de weerzinwekkende passage uit het boek van G. K. van het Reve. De Officier van Justitie sprak van „stuitende Godslasterlijke obsceniteiten" en „walgelijke smeerlapperij". Vier getuigen waaronder drie hoogleraren werden gehoord. De rechtbank ontsloeg de auteur van rechtsvervolging omdat wèl bewezen was „uitdagende beschrijving", die Godslasterlijk, kwetsend en krenkend voor vele gelovigen is, maar niet bewezen was het smalend karakter. De officier ging in beroep.

Wat prof. Lindeboom niet kan begrijpen is, dat theologen als Grossouw (R.K.) van Nijmegen, Smelik, Rothuizen en Kuitert, en ook ds. Brussaard (in tweede instantie) zo conciliant over deze zaak geoordeeld hebben, terwijl men juist van theologen een vlammend protest had kunnen verwachten. In het eerste nummer van „Dialoog" stelt Van het Reve zich God voor die in de gedaante van een ezel tot hem komt, waarmede hij geslachtsgemeenschap zou plegen, hetgeen het misbruikte beest tot orgasme zou brengen. In „Nader tot u" heeft hij weer zulk een zoöfiele dagdroom, die wij nog meer in details voorgeschoteld krijgen. Deze details wil ik u besparen.

Met alle bescheidenheid zij opgemerkt dat een jarenlange pastorale ervaring mede onder allerlei soort buitenkerkelijken, gepaard met een noodzakelijke evangelische bewogenheid een mens een zekere mate van lenigheid geeft om zich in te leven in een wereld, waarin hij zich van huis uit niet thuis voelt. Daarbij komt dat „de liefde alle dingen verstaat", hetgeen niet wil zeggen, alles goedpraat. Maar wanneer ik in me alle welwillendheid oproep en alle soepelheid van geest mobiliseer en alle bewogen liefde activeer, dan is het nog niet mogelijk over G. K. van het Reve met zijn ezeltje zo te praten en te schrijven als de theologen deden.

Ik heb alle moeite gedaan om prof. Grossouw te volgen, wanneer hij Van het Reve plaatst „in de grote traditie van erotische mystici". Het is me niet mogelijk. Wel moet ik prof. Lindeboom bijvallen, wanneer hij zegt:

„Het mag waar zijn, dat ook de christelijke mystiek in zijn pogingen de ÉÉnwording en versmelting met God onder woorden te brengen zich herhaaldelijk van de duidelijkste erotische termen en beelden heeft bediend (ik weet daar heus ook wel iets van, en laat ons niet te hard oordelen over de, in haar sexualiteit gefrustreerde, Middeleeuwse non, die het crucifix erotisch tegen haar lijf drukte) — bij mijn weten heeft de christelijke mystiek zich nimmer verlaagd daarvoor de paring met een dier, de bestialiteit te gebruiken. Prof. Grossouw had terwille van zijn godsdienst en zijn kerk dan moeten gewagen van de traditie der heidense bestialiserende mystici, en dan zelf maar moeten weten, of hij die van het epitheton „groot" wilde voorzien."

Wanneer prof. Smelik als getuige voor de rechtbank erkent, dat „ontucht met een dier voor een christen zonder twijfel pervers is" hoeveel te gruwelijker is het om deze perversiteit op de heilige God te betrekken.

Toen in 1961 de studie over „Bijbel en homosexualiteit" verscheen, vond de gedachte van dr. S. J. Ridderbos, dat de Bijbel vooral de sacrale homosexuele prostitutie streng veroordeelt, bijval. Gewijde ontucht, schandjongens waren tekenen van perversiteit op religieus gebied. Moest hier niet een fel protest gehoord worden tegen de ezel-God. met wie bestiale homosexualiteit wordt bedreven, vraagt Lindeboom zich terecht af.

De christelijke liefde kan wel in ontferming in uiekte en zonde komen, maar onmogelijk allerlei perverse sexuele projecties in het religieuze goedpraten, idealiseren of bagatelliseren.

Wanneer het tweede gebod waarschuwt tegen het maken van beelden, waar elk mens zich telkens aan bezondigt, dan is het beeld God-exel in bestiale homo-sexuele contekst in geen enkel opzicht religieus te excusere De Bijbel verzet zich fel tegen elke eigenwillige godsdienst, laat staan in pervse vormen. Wij kunnen niet oordelen over de mate en de wijze van pastorale zorg over Van het Reve, die nog niet zo lang geleden in de schoot van de „moederkerk" werd opgenomen, maar wel weet ik, dat echte pastorale zorg op het juiste moment ziekte ziekte en zonde zonde weet te noemen. En dat niet vanuit eigen voortreffelijke hoogte maar vanuit de hoogte van Gods heiligheid.

Alle goede gaven kunnen demonisch worden, wanneer zij zich zelf verabsoluteren, zich zelf als onschendbaar en goddelijk aandienen. Wij kennen de rampen die het „zaken zijn zaken" teweeg gebracht heeft. Met zulk een dooddoener houdt men de ethiek der naastenliefde van het lijf. De egoïstische mens leeft zich uit zonder rekening te houden met de belangen van de naaste. Men isoleert een bepaalde sector van het leven, waardoor alle integratie teniet gedaan wordt. Wij zien dat niet alleen op economisch gebied. Er zijn ook verdedigers van „politiek is nou eenmaal politiek". Als je wat bereiken wilt, moet je niet gehinderd worden door ethische overwegingen in een geïntegreerde totaliteit van dienst aan God en de naaste. We weten van de mensonterende vloek van het staatsabsolutisme en de „nihilistische revolutie". God en mens worden onteerd en opgeofferd aan de moloch van de staat. Wie tijdens de bezetting onder de nazi's daartegen protesteerde, verstond zijn tijd niet, was achterlijk, hield de ontwikkeling tegen, was een gevaar voor de staat. Men kon het protest tegen de onfeilbare staat betalen met gevangenschap en dood.

Tegenwoordig heeft men „het lichaam ontdekt", en daarmede de legitimiteit van het sexuele naar alle kanten. Ik vond het allemaal prachtig, maar wanneer deze slogans dienen om elke uitleving van het sexuele tot in het meest perverse toe onder deze vlag goed te praten, dan doe ik niet mee. Zomin de economie, de politiek, de kerk zich mogen uitleven bij de gratie van zich zelf, zo min mag welk aspect van het menselijk bestaan zich zonder meer uitleven. Er is ook nog zo iets als het bederf van de zonde en de beteugelende zegen van de wet. Ik ben het eens met prof. Lindeboom, dat vandaag het gevaar levensgroot voor ons staat, dat „de esthetiek volkomen prevaleert boven de ethiek". Het schone en het kunstzinnige worden ontzien ten koste van het goede en het heilige. Er is een ontstellende slijtage van normbesef en van eer'bied voor de heilige God en van een ontzien van de naaste. Wanneer ik „genieten" moet van boeken die druipen van homosexuele geilheid - dit woord is erin niet van de lucht - „gevoegd bij zijn drankzucht, waaronder hij kennelijk lijdt, maar ook van zijn sadisme (een 16-jarig zusje vasthouden, als het door een vriend verkracht wordt), zijn neiging tot bestialiteit en ook - een enkele maal - tot necrophilie (geslachtelijke gemeenschap, bij hem natuurlijk sodomitisch, met een lijk)", dan weet ik niet meer wat eerbied voor de menselijke lichamelijkheid is, en dan weet ik ook niet meer te praten over:

„Voorts broeders, al wat waar, al wat waardig, al wat rechtvaardig is, al wat rein, al wat beminnelijk, al wat welluidend is, al wat deugd heet en lof verdient, bedenkt dat".

Wanneer we G. K. van het Reve vanwege zijn wensdroom om met God in de gestalte van een ezel homosexuele gemeenschap te hebben „in de grote traditie van erotische mystici" kunnen plaatsen, dan zie ik ook wel kans met enkele volzinnen een lustmoord religieus te duiden. Vandaag of morgen zie ik het al gebeuren. Of is het al gebeurd?

Ik geloof dat wij terwille van onze volksgezondheid, onze jeugd, de toekomst van kerk en wereld, en tot eer van God deze dingen maar duidelijk moeten zeggen, op gevaar af dat velen het hoofd over mijn achterlijkheid schudden, op gevaar af, dat ik helemaal geen verstand van kunst heb. Dan heb ik maar liever een beetje verstand van het evangelie en de wet van Jezus Christus. En dan kon het ook nog wel eens zijn, dat ik juist daardoor een beetje gezond verstand van kunst heb. Nu is het overbodig te zeggen, dat ik het boekje van prof. dr. G. A. Lindeboom „God en ezel" hartelijk aanbeveel.

NIEUW REDAKTIELID EN BESTUURSLID

Tot het bestuur van onze stichting is toegetreden: ds Anth. Gooijer, Ned. hervormd predikant te Delft; tot de redaktie van ons blad: ds L. Huisman, predikant van de gereformeerde gemeente te Vlaardingen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 oktober 1967

In de Rechte Straat | 32 Pagina's

„God en ezel

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 oktober 1967

In de Rechte Straat | 32 Pagina's