IRS cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van IRS te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van IRS.

Bekijk het origineel

die priesterehe

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

die priesterehe

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Over heel de wereld houdt men zich bezig met het vraagstuk van het priesterhuwelijk, ook in Duitsland. Langzaam dringt het tot de grote massa door welk een schending van de meest primaire menselijke rechten gepleegd wordt door de r.k. kerk, nu al eeuwenlang, doordat zij onder enorme psychische druk het verbod handhaaft voor priesters om in het huwelijk te treden.

Een naamloze

In Duitsland is in 1965 een boekje (96 blz., D.M. 5,70) verschenen bij Verlag Wenng in Dinkelsbühl onder de titel „Die Priesterehe", waarin een priester zichzelf uitspreekt over het celibaat. Hij is reeds veertig jaar in het ambt en het is zodoende wel duidelijk, dat dit boekje niet bedoeld is als een poging zich van eigen boeien te bevrijden. Deze man, die reeds bijna aan zijn pensioen toe is, is echter zeer begaan met het leed van zoveie jongere confraters en pleit daarom voor afschaffing van het verplichte celibaat. Hij kan dat natuurlijk niet doen onder eigen naam en heeft daarom aan de Lutherse predikant pfr. Th. Braun gevraagd om de publikatie te verzorgen en te voorzien van een inleiding. Voor zichzelf gebruikt hij als schuilnaam: „Timotheus".

Een gruwelijke bepaling

Timotheus gaat in één hoofdstuk de verschillende bepalingen van de r.k. kerk over het celibaat na en citeert dan o.a. het Concilie van Trente sess. 24, can. 9: „Indien iemand beweert dat allen die in zich bemerken dat zij niet de gave der onthouding bezitten (inclusief degenen die zich door gelofte tot het celibaat verplicht hebben), een huwelijk mogen sluiten, die zij vervloekt". Deze gruwelijke bepaling is immers lijnrecht in strijd met de milde raad van Paulus: „Het is beter te trouwen dan van begeerte te branden" (1 Kor. 7:9).

Harten en monden gesnoerd

Timotheus zegt dat er in het verleden zo goed als niet over het celibaat werd geschreven. „Ik heb 30 jaargangen van het blad voor r.k. geestelijken in Beieren nageslagen en nergens een artikel gevonden, over deze harde wet, die zo diep in het persoonlijke leven ingrijpt" (p. 21). Waarom dat vreemde stilzwijgen hierover?

Geen vrijheid van meningsuiting

Timotheus laat zien dat de eigenlijke oorzaak daarvan is, dat er in de r.k. kerk geen vrijheid van meningsuiting bestaat. Volgens can. 1386 mogen de r.k. priesters niets publiceren zonder verlof van hun bisschop, zelfs niet over profane dingen. Zulk een strenge censuur vinden we in geen enkel diktatoriaal land. Zelfs Hitier verbood aan zijn S.S. niet om over kunst, wetenschap, economie enz. te schrijven, zonder verlof van hun superieuren.

Rome dringt door op liet privé-terrein

Nog verder wordt de vrijheid van meningsuiting beperkt door can. 2317: „Wie een door de H. Stoel of een algemeen Concilie veroordeelde, maar niet als formeel ketters verklaarde leer hardnekkig leert of verdedigt, hetzij publiek of privaat, moet van de bediening van preken en biechthoren en, van elk leraarsambt worden uitgesloten". De machtige straffende arm van Rome strekt zich zelfs uit op het terrein van de private meningsuitingen van priesters, bv. waar ze gezellig onder elkaar zitten.

Verdenking van ketterij

De grofste schending van de primaire menselijke rechten wordt echter mogelijk gemaakt door can. 2314-2316. Daarin wordt het volgende vastgesteld: „Verdacht van ketterij is iemand van wie men op grond van sterke aanwijzingen en vermoedens presumeert, dat hij dwaalt in het geloof".

En wanneer iemand ondanks een ontvangen vermaning de oorzaak van de verdenking niet wegneemt, dan kan hij gestraft worden met ontzetting uit zijn ambt en zelfs met de kerkelijke ban.

Door deze verschrikkelijke bepalingen kan Rome elke r. katholieke priester zowel als leek over heel de wereld volkomen onder kontrole houden. Ze kunnen een „gevaarlijk element" meteen met de kwalifikatie „verdacht van ketterij" brandmerken en aldus iemand onder druk zetten.

Ellende van de „celibaats-vluchtelingen"

Timotheus schrijft: „Momenteel vindt de vluchteling van de roomse celibaatskerk zo goed als geen hulp. De reden daarvan is heel eenvoudig: Immers niemand kent de priester die de celibaatsdwang ontvlucht is, daar zij meestal naar een andere stad trekken. Niemand is op de hoogte van hun financiële en maatschappelijke nood. Bovendien houdt zulk een ex-priester zijn vlucht uit de roomse celibaats-kerk zoveel mogelijk geheim, want hij vreest de verachting van de r.k. kerk en de bijtende spot van de vijanden van de kerk meer dan welke andere moeilijkheid ook".

„De weggevluchte priester komt financieel volkomen in het niet terecht. Na zijn vlucht ontvangt hij geen enkel salaris meer van het bisdom. Hij verliest zijn ambtswoning en de vrienden laten hem in de steek. Hij staat praktisch op stra.it en is geheel en al aan de ellende van het vluchtelingenbestaan prijsgegeven".

Eerlozen!

„De celibaats-vluchtelingen hebben (in Duitsland) geen enkel recht op bijstand van de ziekteverzekering, pensioenfondsen eniz. Bovendien worden zij getroffen door de kerkrechtelijke straf van de „eerloosheidsverklaring".

En deze eerloosheidsverklaring door de r.k. kerk betekent ook in onze tijd een zware maatschappelijke belasting voor de ex-priester, ook al heeft de r.k. kerk nu niet meer het universele gezag en de macht van de middeleeuwen. Daarom vluchten deze priesters meestal naar een of andere grote stad of wijken uit naar het buitenland" (p. 87-88).

I.R.S. in Duitsland nog niet bekend

Het werk van onze stichting is in Duitsland nog zo goed als onbekend.We wachten maar af, of de Here ons misschien te Zijner tijd roept om zulk een arbeid ook in Duitsland te beginnen.

In Nederland is de toestand al heel anders geworden. Daar is er heel veel over het celibaat gepubliceerd. Daar trekt men zich weinig aan van al die diktatoriale bepalingen van het r.k. kerkrecht.

Sterke gebondenheid aan de r.k. kerk

Het zal echter wel menige lezer verwonderen, dat deze r.k. priester „Timotheus" nog ambtsdrager kan blijven in een kerk, die hij beschuldigt van zulk een ernstige schending van de menselijke rechten, nu al eeuwen lang gepleegd.

Is dat alleen maar, omdat hij geen moed heeft om op zulk een hoge leeftijd nog zulk een radikale levensverandering te aanvaarden? Dat geloof ik niet. Het is ook de ontzettend sterke gevoelsbinding aan de r.k. kerk, die daar oorzaak van is. Voor een protestant is het onmogelijk om zich in die binding in te leven. Ze is beslist van demonische aard. Er is nog steeds zoveel psychische slavernij in de r.k. kerk.

O Timotheus:

„De Geest zegt duidelijk, dat in de laatste tijden sommigen zullen afvallen van het geloof, zich begevende tot verleidende geesten en leringen der duivelen, verbiedende de huwelijken" (1 Tim. 4:1, 3).

BOEKEN

De volharding der heiligen, ds J. v.d. Haar, uitg. De Banier, Utrecht. „In de volharding der heiligen betoont de Here Zich als de Zichzelf-gelijke, eeuwiggetrouwe Verbonds-God in Christus, als een veilige muur rondom allen die Hem vrezen" (p. 13).

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 april 1967

In de Rechte Straat | 32 Pagina's

die priesterehe

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 april 1967

In de Rechte Straat | 32 Pagina's