IRS cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van IRS te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van IRS.

Bekijk het origineel

BOEKBESPREKING

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

BOEKBESPREKING

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Marskramer van het Evangelie, N. Baas 132 pp., prijs geb. Æ’ 4.50; uig. T. Wever, Franeker

Een ontroerend boekje. Op elke bladzijde voel je de liefde van deze zozeer bekende evangelist voor zijn werk. Hoe mooi schildert hij het straat- en marktleven van Amsterdam, de wisselende kansen van het Evangelie in een donkere wereld.

Je voelt ook de strijd van deze man. Het moet er dikwijls gespannen hebben op de kerkeraadsvergaderingen, waar hij zijn ideeën verdedigde. „De kerkeraad (van Amsterdam in de jaren 1917 tot 1925) doet niet aan evangelisatie, is er in meerderhed tegen gekant, maar kan de wassende stroom niet keren" p. 34. Desondanks blijft hij trouw op zijn post en de liefde voor de gereformeerde kerken, die hij diende, dooft niet uit. Hij vervalt niet tot bittere, onvruchtbare critiek op de kerk. En juist daardoor is hij tot zulk een grote zegen geworden voor die kerk en heeft hij in belangrijke mate bijgedragen tot de evangelisatieijver, waarmee nu de gereformeerde kerken vervuld zijn.

Merkwaardig is, dat deze man, die Christus ook persoonlijk zo liefheeft, in zijn geloof toch ook rust op het verbond en de Doop. „ Als de dragers mijn baar op de schouders zullen tillen, begeer ik maar één grafrede: „Hij is gedoopt en heeft in de God van zijn Doop geloofd". p. 97. Ik geloof, dat dit boekje vooral ook gelezen moet worden door hen, die nog al wat critiek hebben op de kerken. Hun oordeel zal dan zeer zeker milder en rechtvaardiger worden. Nogmaals: hartelijk aanbevolen!

„Oecumenische beweging en de bijbel", Dr. D. Hedegard 215 blz. mrg. G. van Soest, Amsterdam

Dit hoek wil ons een inzicht geven in het karakter van de oecumenische beweging van de laatste jaren zoals dit uitgegroeid is tot de „Wereldraad van Kerken." De schrijver tracht een objectieve beschrijving te geven van een beweging, die hij als gevaarlijk voor de verbreiding van het ware Evangelie meent te moeten afwijzen.

Hij eindigt met de beschrijving van de I.C.C.C. en haar ontstaan. En heel duidelijkt spreekt hij dan uit, dat wij de zo vurig verlangde eenheid van de christenen langs deze weg moeten zoeken.

Daar ons blad wil vasthouden aan haar interkerkelijk karakter, kunnen wij ons niet beslissend voor een van deze twee bewegingen uitspreken.

Maar iedereen zal kunnen begrijpen, dat onze sympathie niet erg kan uitgaan naar een beweging, die voortdurend met Rome lonkt.

Een van de grote stuwers van de oecumenische beweging, Dr. W. Temple, heeft gezegd over de reformatoren: „Voor hen die deze scheuren gemaakt hebben, schenen de zaken waar het om ging, waard om voor te sterven; het is best mogelijk dat in de hitte van een conflict als de zestiende eeuw heeft geteisterd, de mensen hetgeen zij veronachtzaamde waarheden hielden, zo vurig verdedigden dat zij blind werden voor daarbij behorende waarheden die geliefd waren bij hun tegenstanders. Het is maar zelden dat in enige menselijke strijd de waarheid geheel aan één zijde is. Wij mogen nu misschien terugzien met meer kalmteen wijsheid en zien hoe hier of daar een scheiding, die ontstaan is, voorkomen had kunnen worden door een meer verzoeningsgezinde natuur en een meer synthetische gemoedsgesteltenis", p. 68.

Als dit waar zou zijn, waarom hebben wij, ex-rooms-katholieken, dan zoveel moeten doorstaan, toen wij overgingen naar de reformatie? Dan is die breuk met ons verleden, met onze familie, met een gemakkelijk bestaan zinloos geweest. Ik geloof, dat deze dr. Temple als een rose-fondantj e zou smelten, zodra je hem in het water zou leggen. Wat een zoetelijke beweging! Zijn op zulke mensen niet van toepassing de woorden yan Openb. 3 : 15, 16, waar de Here Jezus tot de gemeente van Laodicea zegt: „Ik weet uw werken, dat gij noch koud zijt noch heet! Zo dan, omdat gij lauw zijt en noch heet, noch koud, zal Ik u uit mijn mond spuwen"?

Van harte bevelen wij dit leerzame boek bij onze lezers aan.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 oktober 1959

In de Rechte Straat | 20 Pagina's

BOEKBESPREKING

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 oktober 1959

In de Rechte Straat | 20 Pagina's