IRS cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van IRS te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van IRS.

Bekijk het origineel

Protestanten in het klooster

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Protestanten in het klooster

REPORTAGE

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Door middel van dit artikel willen wij een zo eerlijk mogelijk beeld geven van de beleving van enkele protestantse bezoekers van het klooster. Dit betekent niet dat wij de visie van de geïnterviewden delen. Dit artikel is juist bedoeld om een aantal problemen te schetsen, waaronder dat van de deelname aan de eucharistie. Voor commentaar verwijzen wij u naar ‘De aantrekkingskracht van het klooster’ op pagina 14 en 15. Hierin beschrijft ds. J.A. Kloosterman onder meer de problemen waarmee men te maken krijgt bij een bezoek aan een klooster.

Veel protestanten zoeken tegenwoordig regelmatig rust in een rooms-katholiek klooster, zoals de Sint Willebrords Abdij in Doetinchem. Hoe is het leven in het klooster? En wat trekt rustzoekers daarin aan?

Een lange, stille weg in het bos van Doetinchem leidt naar een afgelegen plaats. Daar, verscholen tussen de bomen, staat de Sint Willebrords Abdij. “Hier gebeurt niet veel bijzonders”, heeft gastenbroeder Kefas Rietveld al via de telefoon gezegd. “Er is vooral rust, een zich terugtrekken uit het jachtige bestaan.” En dat is volgens Rietveld nu juist in veel gevallen de reden dat mensen het klooster bezoeken.

“Van de bezoekers hoor ik dat ze bij ons langskomen omdat ze het druk hebben. Ze voelen zich opgejaagd en hebben een druk gezinsleven. Als ze hier zijn, zetten ze bewust hun telefoon en iPod uit.”

De meeste bezoekers hebben een christelijke achtergrond, protestants of rooms-katholiek. Of Rietveld een toename ziet in het aantal protestantse bezoekers? “Nee, dat idee heb ik niet echt.”

De Sint Willebrords Abdij is het kleinste van de tien kloosters die Nederland telt. Het gebouw, dat in 1952 in gebruik werd genomen, is het thuis van zes monniken. Anders dan bij andere kloosters kunnen de gasten –maximaal acht– in het klooster zelf verblijven. Alleen mannelijke gasten zijn welkom. Zij blijven, als het enigszins kan, minimaal twee dagen. “Zo kunnen ze de ruis van buiten kwijtraken. In één dag lukt dat niet”, legt Rietveld uit. “Alleen als hier een pelgrim komt die bijvoorbeeld op doortocht is naar Rome of naar Santiago de Compostela, laten wij die voor één dag toe.”

In de twaalf jaar dat Rietveld in het klooster woont, zijn de gastenplaatsen goed bezet geweest. Jaarlijks verwelkomt hij zo’n 400 mannen. Een enkele keer vertrekt een gast vrijwel meteen na aankomst. “Een jongen uit een reformatorische kerk”, zegt Rietveld, die zijn verhaal onderbreekt om te benadrukken dat het echt gebeurd is, “zag in de spreekkamer een kruis hangen. Daar schrok hij zo van dat hij na drie uur hier te zijn geweest alweer vertrok. Hij dacht dat dat kruis paaps was.”

Maar voor de meeste protestanten is het volgens Rietveld geen probleem om in een rooms-katholiek klooster te verblijven. “Ze nemen ook deel aan de eucharistie. Een enkele keer doet iemand niet mee.” Hij denkt te weten waarom. “In de Heidelbergse Catechismus staat dat de mis een vervloekte afgoderij is.”

De monniken vragen vooraf niet van welke kerk een gast lid is. “Iedereen die gedoopt is en Jezus belijdt, mag deelnemen aan de eucharistie.”

Rietveld geeft toe dat sommige regels minder strikt zijn dan die in een gemiddelde parochie. “Dat hangt overigens wel af van de parochie. Kloosters zijn over het algemeen wat vrijer.”

Ook zelf houdt Rietveld er een vrij ruim godsbeeld op na. “Als ik in een moslimland was geboren, was ik moslim geweest. Geen fundamentalist natuurlijk, want dat is niet goed. Het is maar net in welk land je bent geboren. Iedereen heeft een goddelijke vonk in zich, maar de meesten doen er niets mee. Als je aandacht geeft aan het spirituele kom je straks uiteindelijk aan de top, waar je de Schepper ontmoet. Allah, Jahweh of Brahma. Het is maar net welke naam je God geeft.”

In parochies wordt er zo toch niet over gedacht? “In sommige wel”, aldus Rietveld. Hij zegt dat hij het breder is gaan zien doordat hij in het klooster veel tijd heeft om te lezen.

Overigens bidt hij tijdens het gebedsmoment om half zes wel of God Zich wil openbaren door Jezus Christus. Hij leest hierbij ook een gedeelte voor aan de aanwezigen uit Johannes 6: “Niemand kan tot Mij komen tenzij de Vader Hem trekke.” Voor en na het gebed en de Schriftlezing wordt er samen met de gasten een aantal psalmen gezongen.

In totaal zijn er zes gebedsmomenten per dag. Gasten hoeven daar niet per se bij te zijn. De rest van de dag is er rust. Stilte is belangrijk, volgens Rietkerk. “In de stilte komen er vanzelf dingen bovendrijven. Dat kan een woord zijn dat je raakt, iets uit de psalm die je hebt gehoord. Maar het hoeft niet per se een vroom woord te zijn. Het kan ook vergeving zijn, verzoening. Sommigen zitten met veel oud zeer.” Volgens Rietkerk zijn er jaarlijks zo’n tien bezoekers die het klooster te stil vinden en daarom al vrij snel na aankomst vertrekken.

Voor de gereformeerd vrijgemaakte Rick Timmermans (24) geldt dit in ieder geval niet. Hij heeft de Sint Willebrords Abdij’ al een paar keer bezocht en streeft ernaar om elk jaar een week in dit klooster door te brengen. Zijn fascinatie voor het kloosterleven ontstond toen hij als student journalistiek voor een studieopdracht een dag en een nacht in een klooster doorbracht. Drie jaar geleden studeerde hij af en koos hij het leven van de benedictijnen als onderwerp voor zijn scriptie.

“Ik merkte een zekere gelijkenis op in de manier waarop de benedictijnen naar God kijken en hoe ik Hem zelf zie”, zegt hij. “Onder andere in de manier waarop zij hun leven spiegelen aan de oproep tot navolging van Jezus. Het vormgeven van het leven met God gaat niet vanzelf. Dat zie ik ook in mijn eigen leven. Ik herken dat voortdurende verlangen naar God. Er is rust en onrust. Op een bepaalde manier vind ik rust bij God, als Hij tot me komt. Tegelijkertijd is er ook onrust, omdat Jezus me de dingen laat zien die ik verkeerd doe.”

De benedictijner leefregels spreken Timmermans erg aan. Deze regels houden onder meer in: een vast ritme van slapen, bidden en werken. “Benedictijnen gaan zeven keer per dag naar de ‘kerk’: ze bidden, lezen de Bijbel en zingen. Op den duur wordt het echt iets innerlijks. Wij leven vaak aan God voorbij, doordat we niet de tijd nemen om te zoeken naar de aanwezigheid van Jezus. Bij de benedictijnen is het ora et labora (bid en werk). Zij doen meestal eenvoudige handenarbeid en bidden ook tijdens hun bezigheden. Als wij werken, besteden wij onze talenten in dienst van God. Als ik het met een goede intentie doe, is het ook een gebed, een lofprijzing van God.”

Door zijn contact met de benedictijnen is Timmermans meer structureel gaan bidden, denkt hij. Ook is zijn godsbeeld veranderd. “Ik laat meer ruimte toe aan God. Deze week komen er boeken uit over het bestaan van een hemel en een hel. Veel mensen hebben daar een sterke mening over. Benedictus zou dit onderwerp veel meer loslaten. Het doet er niet toe of er een hel of een hemel is. Als het over Maria gaat, kunnen protestanten heel fel zijn. God staat daarboven. Ik kan er met mijn menselijke verstand toch niet bij. Wel of niet bidden tot Maria raakt niet de kern. Vroeger had ik veel meer behoefte om in deze leerstukken duidelijkheid te hebben. Nu laat ik dogma’s los.”

Timmermans sluit niet uit dat hij zelf ooit rooms-katholiek wordt. Sterker nog, eigenlijk ziet hij meer in het rooms-katholicisme dan in het protestantisme. “Ik vind de Rooms-Katholieke Kerk een meer complete kerk.” Hij is echter van mening dat hij niet zomaar van kerk mag veranderen. Als hij gaat verhuizen, sluit hij zich mogelijk aan bij een rooms-katholieke kerk. Maar zover is het nog niet. Voorlopig blijft hij protestants.


Henk van Vugt (61) kerkt in een evangelische gemeente. Hij trekt zich regelmatig terug in een klooster, voornamelijk in België, maar ook in Nederland. De eerste keer was veertien jaar geleden. “Mijn zwager nam regelmatig deel aan stilteweekenden in een klooster. Ik wilde dat ook wel eens meemaken. Ik was nieuwsgierig naar de katholieke spiritualiteit. Ook ik had behoefte aan stilte in mijn relatie met God.” Inmiddels is het bezoek aan een klooster een onderdeel van zijn leven geworden.

“Als het me te veel wordt en ik even tot mezelf wil komen, ga ik naar het klooster. Het is er stil. Je bent er even helemaal uit. Je kunt je ook terugtrekken in een huisje. Maar je mist dan een stuk spiritualiteit. In het klooster ben je meer bezig met geestelijke dingen. Niet dat ik nu echt een programma volg. Ik lees bezinnende boeken en maak wat ‘diensten’ mee. De katholieke spiritualiteit verschilt nu ook weer niet zo veel van de protestantse. Aan de andere kant wijkt onder meer de zang in het klooster af van wat ik gewend ben. Het zingen van de psalmen vind ik geweldig. Verder heb je natuurlijk de gedenkdagen en de heiligen, maar dat vind ik niet storend. De eucharistie heeft een andere betekenis dan het avondmaal dat wij gewend zijn. Ik vertaal dat voor mezelf in de gedachte dat rooms-katholieken ook Christus dichtbij willen hebben, maar op een andere manier dan in evangelische kring.”

Mirjam Sterkenburg (31), lid van de Protestantse Kerk in Nederland, heeft zich in totaal twee keer teruggetrokken in een klooster. “De eerste keer kwam ik er voor mijn werk. Ik maakte voor de Visie een bijlage over stilte en bezocht met andere redactieleden een stilteklooster. We mochten er niet praten. Ik vond het bijzonder om me op deze manier terug te trekken uit het dagelijks leven. Het eerste verblijf prikkelde me zodanig dat ik nóg eens een klooster wilde bezoeken. De tweede keer (december 2010, CL) ging ik samen met mijn man. Ik koos bewust voor de kerstdagen, om eens echt op me in laten werken waar het bij Kerst om gaat. Afgelopen Kerst heb ik het klooster echt gemist. Door de drukte van kerkdiensten en familiebezoekjes kwam ik er niet echt aan toe om na te denken over de komst van Jezus en wat ze voor mij betekent. Het is belangrijk om de stilte tot je te laten spreken, om neer te dalen in de diepte van je eigen hart. Het is goed om na te denken over wat je onrustig maakt en God tot je te laten spreken. Veel mensen vinden stilte eng, maar ze geeft je leven juist verdieping. Je hoeft niet per se naar een klooster te gaan, als je maar momenten kent waarop je de stilte durft toe te laten.”

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 mei 2012

In de Rechte Straat | 16 Pagina's

Protestanten in het klooster

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 mei 2012

In de Rechte Straat | 16 Pagina's