IRS cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van IRS te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van IRS.

Bekijk het origineel

GETUIGENIS

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

GETUIGENIS

EEN ZWERVER IN DE KERK

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

Zondagmorgen 9 juni 1991. Als naar gewoonte gaan we op naar de Middelburgse Segeerstraatkerk. Zoals elke week. Het weer is niet zo bijzonder.

Daarom is het ook niet zo druk in het fietsenhok. Terwijl we de fiets op slot doen en even schuin naar achteren kijken, zien we hem staan. Bepakt en bezakt. Sjofel en onverzorgd. Twee tassen en een slaapzak in de hand. Verschrikt ontwijken we zijn blik. Wat zou die hier moeten?

Even later, als we de regenjas een plekje geven aan de kapstok, komt hij ook de garderobe binnen. Hangt ook zijn jas op… Zou hij…? Wil hij naar binnen?? Met schroom trekken we de stoute schoenen aan. "Goede morgen, meneer, wilt u ook naar de kerkdienst?" Hij laat zijn tas van de schouder glijden, kijkt me met twee helder blauwe ogen aan, strijkt eens door zijn verwarde haardos en antwoordt: "People need a new hart. Man must be born again". Dat hadden we niet verwacht. Engels. Een haveloze zwerver die spreekt over de noodzaak van een nieuw hart en van wedergeboorte! Maar natuurlijk mag hij naar binnen. Ieder is welkom in Gods huis. We leggen hem alleen nog uit dat de dienst in het Hollands zal zijn. Of hij dat verstaat? Nee, maar dat was niet erg. Hij zou dan wel kunnen bidden, zo zei hij… Enigszins overrompeld laten we hem achter in de garderobe en zoeken een plekje in de kerk. Even later gaat hij ook naar binnen. Met volledige bepakking. Spoedig vindt hij een plaats. Hij laat zijn spullen in het gangpad staan en zit neer, wachtend op de dingen die komen. Niets verstaand. Onbegrepen. Nieuwsgierig bekeken en… biddend. Uiterst benieuwd gaan we na de dienst weer richting regenjas. Zou hij…? En jawel. Hij staat er weer. Hijst zich in zijn grauwbruine jas en kijkt aarzelend rond naar de mensen die langs hem lopen. Wat nu? Hebr. 13:2 "Vergeet de herbergzaamheid niet". Die tekst was voor onze aandacht gekomen. Het minste dat we kunnen doen is dan toch het aanbieden van een kopje koffie? Die uitnodiging slaat hij niet af en na een kort gesprek met een avontuurlijke reisleider, die wel eens in zijn geboortestreek in Wales geweest was, rijden we richting huis.

De badkamer doet hem goed. Verfrist en dankbaar neemt hij koffie en cake aan. Langzamerhand leren we hem dan kennen: William Francis, rondtrekkend zwerver, vervuld van één grote begeerte: anderen vertellen dat ze wedergeboren moeten worden, dat de zonde afgelegd moet worden, dat een écht christelijk leven beoefend moet worden.

William werd geboren in 1950, in een arm gezin in het zuiden van Wales. Zijn vader had een klein boerderijtje met wat geiten en een paar koeien. Hij bezocht een eenvoudig dorpsschooltje en een zondagsschool. Toen hij 16 jaar oud was, kreeg hij een ernstig ongeval. In het ziekenhuis zag hij zich omringd door veel lijdenden en zwakken. Dat werd de reden dat zijn aandacht nu nog eerst naar armen, verschoppelingen en lijdenden uitgaat. Zijn vader overleed toen hij nog in het ziekenhuis lag. Hij mocht genezen en monsterde aan bij de marine. Drie jaar zwierf hij met het schip langs Britse en Europese havens. In die tijd begon de Heere hem te onderwijzen. Van een vriend kreeg hij een Bijbel. Dat werd zijn grootste schat. Hij nam afscheid van de marine en ging weer terug naar Wales. In 1981 voelde hij zich gedrongen om zijn bezittingen op te geven en aan armen en zwakken het Evangelie te gaan verkondigen. Jesaja 52:7 sprak tot hem: "Hoe lieflijk zijn op de bergen de voeten van hem, die het goede boodschapt, die vrede doet horen". Met een fiets en een enkele tas vertrok hij, het weinige dat hij had aan anderen achterlatend. In Londen aangekomen, vond hij als vrijwilliger werk in een ziekenhuis. Verlamden en andere patiënten hielp hij met de dagelijkse dingen: wassen, scheren, eten, wandelen. Een klein beetje troost en licht probeerde hij te brengen in hun trieste bestaan, door een opbeurend woord, een vriendelijk gebaar, een christelijk gedicht of een gedeelte van Gods Woord. Weer een tijd later vond hij een baantje in een wasserette. Dag aan dag vuile kleren van anderen wassen. Op de lange duur schonk dit geen bevrediging. Niet de kleren zijn het belangrijkste, nee, de harten van mensen moeten gereinigd en gewassen worden. Dat moet duidelijk gemaakt worden.

Toen hij die boodschap van de noodzaak der wedergeboorte en inwendige reiniging duidelijk maakte aan een aantal hooggeplaatste politici, die hun gewassen kleren kwamen ophalen, belandde hij voor een paar dagen in de cel. Ze wensten niet op hun zonden aangesproken te worden.

Na enige tijd van omzwervingen door Engeland, Noord-Ierland en Ierland, vertrok hij naar het vasteland van Europa. In Parijs zocht hij de zwervers en verslaafden op onder de Seinebruggen. Aan deze schooiers en misdadigers probeerde hij duidelijk te maken dat alleen wedergeboorte hoop geeft. Armoede en ellende beschreef hij als gevolgen van de zondeval in Adam. Alleen bij God is hoop voor hopelozen, licht voor wie in duisternis wandelt, raad voor wie ten einde raad is. Hij moest ervaren dat men niet altijd met oprechte bedoelingen luisterde naar zijn woorden.

Soms hield één hem aan de praat, terwijl een ander snel zijn tas doorzocht. Daar zat echter niets van waarde in. Na een gesprek met iemand, liet hij steevast een zelfgeschreven foldertje achter. De duidelijke titel daarvan was: "Zoekt eerst het Koninkrijk van God en Zijn gerechtigheid en al deze dingen zullen u toegeworpen worden". Die woorden bracht hij ook in praktijk. Door afstand te doen van alle niet noodzakelijke aardse goederen, door dagelijks veel tijd in gebed en meditatie door te brengen, door waar mogelijk anderen van Gods Koninkrijk te vertellen, met woorden en daden. En hij mocht ervaren dat hij steeds onderhouden werd. Zijn brood en water waren gewis. Meer nog: "Thy grace is sufficiënt", zo zei hij vaak. "Uw genade is genoeg!"

Na enige tijd in Frankrijk doorgebracht te hebben, trok hij per fiets door naar Nederland. Bij een boer in Oostkapelle kon hij een tijdje werken, waarmee hij een goede fiets verdiende (zijn eigen was versleten). Hij trok door naar de Randstad. Probeerde in Rotterdam en Den Haag wat te verdienen, tevergeefs. Zo zag hij zich genoodzaakt weg te gaan en via Bergen op Zoom, waar hij 's nachts in het bos door de regen overvallen werd, via Antwerpen en Breskens kwam hij in Vlissingen aan.

Daar zocht hij in de haven kontakt met zeelui. Op zondag 9 juni stond hij vroeg op voor een tijd van gebed. Daarna ging hij richting Middelburg. Bij de brug vond hij een slapende zwerver. Hij stapte er op af en maakte hem wakker.

De man was echter dronken en niet vatbaar voor een opbeurend woord. Daarna ging hij de stad in en zag vele mensen fietsen, rijden en lopen richting Segeerstraat. Met die stroom ging hij mee, in de verwachting daarmee een bedehuis te vinden. En zo kwam hij in onze kerk. Daar ontmoetten we hem.

Die zondag en de dag daarna hebben we veel gepraat. Op zondagavond wilde hij weer mee naar de kerk. Hij verstond niets, maar overdacht voor zichzelf het bijbelgedeelte en bad. Toen de kollektezak langskwam, hief hij de handen omhoog. Hij had zeer tot zijn spijt geen geld… Na ieder gebed sloeg hij een kruis. Een overblijfsel van zijn opvoeding in de Church of Wales, een anglikaans soort kerk. Bij het kruis-slaan beleed hij de Drieëenheid met de woorden: "Vader, Zoon, Heilige Geest, Amen". Na de dienst stelde hij allerlei vragen: "Heeft de dominee gezegd dat een mens wedergeboren moet worden?" "Heeft de dominee gesproken over de noodzaak van bekering van het volk?" "De mensen die hier elke zondag komen, vertellen die op andere dagen het Woord van God ook aan anderen?" "Duurt elke dienst zo lang?" "Was je blij met de preek?" "Kon je de werking van de Heilige Geest merken?" Wat een vragen! Beantwoord ze maar eens.

William ontpopte zich als een gezellige man met een groot hart voor kinderen. Hij leerde onze kinderen Engelse letters, woordjes en vertelde bij de platen van de kinderbijbel. De argwaan die we eerst nog hadden (zou die wel te vertrouwen zijn…?) maakte plaats voor openheid. Opmerkelijk was de vindingrijkheid waarmee hij uit gewone dingen geestelijke lessen trok. Wijzend op zijn boterham zei hij: "Denk eens aan het Brood des Levens…", toen de zon doorbrak: "Nog schoner is de Zon der gerechtigheid…", na zijn beker melk leeggedronken te hebben: "Je maakt toch niet alleen de buitenkant schoon? Vooral de binnenkant moet gereinigd. Zo is het ook bij ons mensen, ons hart moet gereinigd".

Nooit zagen we iemand die minder op aardse goederen gesteld was dan hij. Het aanbod om zijn gerafelde en afgeknipte marinetrui in te ruilen voor een goede trui, om een betere jas mee te nemen, hij sloeg het af. Geen gelegenheid om het mee te nemen. Bovendien had hij toch genoeg; dan zou hij het weer weggeven, want, zo zei hij: "Die twee rokken heeft, dele hem mee die geen heeft" en: "De mantel der gerechtigheid, daar gaat het om!" Hij wilde enkel wat geld aannemen om kopieën van zijn folders te kunnen maken.

In die twee dagen heeft hij niets van ons gevraagd of genomen. Alleen wat hem aangeboden werd, aanvaardde hij met dank. Als hij een boterham ophad, wachtte hij rustig tot hij een tweede kreeg… Eén uitzondering: toen zijn vla op was, vroeg hij om nog meer, want dat was wel zo uitzonderlijk lekker! Alles wat hij kreeg, zag hij afkomstig uit de handen van de hemelse Vader. Wat een schril kontrast met ons, die vaak alle gaven zo gewoon vinden en soms zelfs denken er recht op te hebben. Toen aan hem gevraagd werd hoe hij aan eten kwam, antwoordde hij met het citeren van Matth. 6:25-33. "Aanziet de vogelen, de lelies, weest niet bezorgd over uw eten, drinken, kleding, uw hemelse Vader weet dat gij al deze dingen behoeft, zoek eerst het koninkrijk van God en Zijn gerechtigheid en al deze dingen zullen u toegeworpen worden…"

Natuurlijk waren we benieuwd bij welke kerk hij hoorde. Ja toch, als je in een land woont met tientallen kerken, zuiver en onzuiver, wil je bij een vreemdeling graag weten in welk vakje hij past… Voor William was die vraag echter ondergeschikt. Wat is de kerk? Dat is toch de Bruid van Christus? Het komt er op aan dat je daarbij hoort. Man must be bom again! In het verdere gesprek bleek dat hij niets moest hebben van Jehova's getuigen (geen ware Godsgetuigen: dwaalgeesten), van Billy Graham, Luis Palao en dergelijke evangelische predikers (teveel eer naar mensen), van de roomse kerk en de paus (paus is geen heilige vader; er is maar één Vader). Kortom, hij was niet gebonden aan enige kerkelijke groepering. Wel kende hij werken van Spurgeon en Bunyan. Maar zijn enige huidige leesstof was de Bijbel. Andere boeken bezat hij niet. Dat hij geheel op de Schrift was aangewezen, bleek ook al uit zijn enorme bijbelkennis en bijbelvastheid. Gebed en meditatie achtte hij hoger dan eten en slapen.

Er zouden nog met gemak bladzijden gevuld kunnen worden, maar we willen besluiten met enkele kernachtige uitspraken van William, vaak aan de Bijbel ontleend:

- Christianity is humility - christendom is nederigheid.

- Een christen moet niet anderen neerdrukken en zichzelf verhogen, maar zelf dienen en anderen verheffen en opbeuren.

- Ik alleen ben niets, alleen de Heilige Geest Die door me werkt.

Indrukwekkend waren ook de woorden waarmee hij zich vaak aan het eind van zijn gebed aan de Heere opdroeg: "Mijn handen zijn Uw handen, mijn voeten zijn Uw voeten, mijn lichaam is voor U; niet mijn wil maar de Uwe geschiede".

Toen, na twee dagen, was hij weer weg. Als een zwerver die slechts inkomt om te overnachten en dan weer doortrekt. Meer dan een enkele boterham wilde hij niet meenemen. In België wilde hij weer op zoek naar armen, daklozen, schooiers, mensen die ook een ziel voor de eeuwigheid hebben. Man must be bom again. De mens moet wederom geboren worden. Gij zijt het zout der aarde, maar wat, als dat zout smakeloos wordt?

Een zwerver in onze kerk. Een haveloze schooier in onze schone kerk vol nette mensen. Als een steentje in een rimpelloze vijver. Als een spiegel voor keurige kerkgangers. William Francis. Haveloos. Have-loos? Bezitsloos? Wie is er eigenlijk haveloos, bezitsloos…? Misschien zijn wij wel haveloos! Alleen hij is rijk, die rijk is in God!

Zo Gij de ongerechtigheden gadeslaat; Heere! wie zal bestaan? Maar bij U is vergeving, opdat Gij gevreesd wordt. Bij Hem is een overvloeiende rijkdom voor kerkmensen en andere zondaren!

Middelburg-Centrum Abr. Dingemanse

(Met toestemming overgenomen uit "Daniël" febr. 1992)

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 mei 1993

In de Rechte Straat | 32 Pagina's

GETUIGENIS

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 mei 1993

In de Rechte Straat | 32 Pagina's