HET „MAGNIFICAT

Het „magnificat" is de r.-k. term voor de lofzang van Maria in Lk. 1 : 46-56. Die lofzang begint aldus in de Vulgaat-vertaling: „Magnificiat anima mea Dominum". Dat „magnificat" ademt een geest van diepe nederigheid en van vreze Gods. Er is veel gelijkenis met de lofzang van Hanna in 1 Sam. 2 : 1-10.

In dat „magnificat" zingt Maria: „Mijn geest verheugt zich in God, mijn Zaligmaker" SV. „Van vreugde juicht mijn geest om God, mijn Redder" (RKV).

Waarvan heeft God haar gered? De R.-K. Kerk leert: Maria is niet gered van de zonde, want zij is onbevlekt ontvangen. God heeft haar gered uit de normale gang van zaken nl. dat elk mensenkind ontvangen en geboren wordt met de erfschuld en erfsmet van Adam.

Maar dit is pure fantasie. Een dergelijke voorstelling van zaken is nergens in de Bijbel terug te vinden.

Waarvan is Maria dan gered? In Matt. 1:21 lezen we dat Jozef de opdracht krijgt om het kind de naam Jezus te geven, „want Hij zal Zijn volk redden uit hun zonden" (RKV). In I.k. 1 : 47 wordt voor „Zaligmaker" of „Redder" het Griekse woord „Sootèr" gebezigd, in Matt. voor „redden" het werkwoord „soosei".

Daarom kan het niet anders of ook in Lk. 1 : 47 moet dit in dezelfde geest door Maria gebruikt zijn. Zij zingt van God, de Redder uit haar zonden.

En in v. 49 staat dan: „En heilig is Zijn Naam". Van de heiligheid Gods is Maria diep doordrongen geweest. Dat blijkt uit de sfeer van deze lofzang en uit alles wat de Bijbel over haar vertelt.

Maria is zalig in de hemel. En we weten niet of zij op de hoogte is van wat er op aarde gebeurt.

Maar als zij zou zien wat de R.-K. Kerk met haar doet, dan zou ze daar zeker groot verdriet van hebben. En als ze van de Heere naar deze aarde zou mogen terugkeren, dan - daar ben ik van overtuigd - zou ze, net als haar Zoon, naar al die bedevaartplaatsen gaan om de gesel te halen over al die christelijke wisselaars in de tempel. Haar ogen zouden vlammen, terwijl ze de bedrijvers van al die afgoderij met haar beelden zou toeroepen: „Heilig is Zijn Naam!"

Haar „magnificat" is een profetische lofzang. Zij verkondigt Gods toorn over degenen die zich een macht aanmatigen, die op geen enkele wijze op Gods Woord is gebaseerd: „Hij toont de kracht van Zijn arm; slaat trotsen van hart uiteen. Heersers ontneemt Hij hun troon, maar verheft de geringen" (RKV).

Vanuit haar Oudtestamentische vroomheid zou zij deze paus, die de wereld toewijdde aan haar beeld van Fatima, met nog veel meer geladen woorden Gods vloek over zijn eigenzinnig, goddeloos, aanmatigend bedrijf in het gezicht slingeren.

Zeker, zij verkondigt ook Gods barmhartigheid, maar: „Barmhartig is Hij van geslacht tot geslacht voor hen die Hem vrezen", voor hem „die voor Mijn woord beeft" (Jes. 66 : 2), maar niet voor hem die Gods Woord willekeurig verdraait voor eigen grootmaking, zoals de paus doet.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Terug naar resultaten Printen