IRS cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van IRS te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van IRS.

Bekijk het origineel

III Hoe krijg je dat eeuwigheidsleven NIET?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

III Hoe krijg je dat eeuwigheidsleven NIET?

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

En hoe wordt al dat heerlijke jouw deel? U weet het al: door het geloof in Christus alleen. Het zal daarom goed zijn om nu wat meer te verduidelijken wat iat geloof dan eigenlijk is. Maar eerst wil ik nog eens nadrukkelijk zeggen, hoe e het eeuwige leven NIET krijgt.

De krijgt het eeuwige leven als een geschenk en dus niet als een loon, als een salaris waarop je recht zou kunnen laten gelden.

Je krijgt het vervolgens als een genade-geschenk. Dat wil zeggen: je had eigenlijk het tegenovergestelde verdiend nl. niet het eeuwige leven, maar de eeuwige dood. Maar Christus heeft in onze plaats onze straf uitgeboet. En daardoor konden we het eeuwige leven als een genadegeschenk ontvangen, fe krijgt het eeuwige leven ook niet omdat je heel erg je best zoudt doen. Jezus heeft niet gezegd: „Wie (heel erg) zijn best doet, krijgt het eeuwige leven", maar: „Wie in Mij gelooft, heeft het eeuwige leven". Evenmin krijg je het eeuwige leven door het ondergaan van een of andere ceremonie bijv. door de Doop. Jezus heeft niet gezegd: „Wie gedoopt-is, heeft het eeuwige leven", maar: „Wie in Mij gelooft, heeft het eeuwige leven". De Doop is een bevestiging van Godswege van de belofte dat wie in Christus gelooft, het eeuwige leven heeft.

Wat is geloven eigenlijk?

Als we dan het eeuwige leven enkel verkrijgen door het geloof in Jezus Christus, dan is het van belang om nog wat meer na te gaan wat de Bijbel precies bedoelt met dit geloof, waardoor wij het eeuwige leven verwerven? Wat is het zaligmakende geloof?

En dan zien we allereerst dat „geloven" volgens de Bijbel gelijk staat met „aannemen". We lezen immers: „Maar zo velen Hem aangenomen hebben, heeft Hij macht gegeven kinderen Gods te worden, namelijk die in Zijn Naam geloven" (Joh. 1 : 12).

„Aannemen" is iets heel eenvoudigs. Een kind weet wat ermee bedoeld wordt. Geloven is daarom ook heel eenvoudig. Je hoeft geen zware studies gemaakt te hebben om te kunnen geloven. Integendeel: „In diezelfde tijd antwoordde Jezus en zeide: Ik dank U, Vader, Heere des hemels en der aarde, dat Gij deze dingen voor de wijzen en verstandigen verborgen hebt en aan kinderkens hebt geopenbaard" (Mat. 11 : 25).

Wanneer je tegen een kind zegt: „Hier heb je een snoepje", dan grijpt het ernaar met zijn handen. Dat is aannemen: het aanvaarden van iets dat je wordt aangeboden. Eenvoudiger kan het niet.

Maar juist dat maakt het voor ons, hoogmoedige mensen, zo moeilijk. Dat druist in tegen ons gevoel van gewichtigheid. We willen niet als kinderen behandeld worden. We maken het geloof liefst zo ingewikkeld mogelijk. Dan hebben we, zonder hetzelf te beseffen, nog het gevoel dat we zelf er ook iets toe hebben bijgedragen.

En weet u wat het nóg moeilijker maakt voor ons hoogmoedige hart? Dat er niet staat: „Zij die het…", maar: „zij die Hem hebben aangenomen ". We willen wel„het" aannemen. Al die hemelse goederen waarover Jezus spreekt, zijn zeer aantrekkelijk voor ons: vreugde, vrede, rust, liefde, kracht, licht, leven… Dat willen we wel graag in ons bezit krijgen. Maar Hém aannemen…? Dat betekent Hem toelaten in ons leven. En we begrijpen heel goed, dat Hij dan de centrale plaats wil innemen en dat dit ook niet anders kan. Dat betekent dat wij Hem het stuur van ons leven in handen geven. En dat vinden we vernederend. Wat beteken ik dan nog, als Hij alles voor het zeggen krijgt in mij? Dan zak ik helemaal terug naar het peil van het kind. Als een hulpeloze moet ik dan altijd weer opzien naar Hem, de Volwassene, de Volmaakte.

Geloven is je helemaal afhankelijk weten van Christus

De Joden hadden dat ook heel goed begrepen, toen Jezus tot hen zei: „Ik ben het brood des levens". Ik ben spijs en drank voor jullie. Als iemand Mij niet wil eten en drinken, dan zal hij het eeuwige leven niet ontvangen. Lees maar eens die prachtige rede van Jezus in Jo h . 6. En midden in die rede zegt Hij dan ineens heel helder, zonder enige beeldspraak: „Wie in Mij gelooft, heeft het eeuwige leven" (Joh. 6 : 47).

Ja, dat geloven in Hem staat gelijk met „Hem eten en drinken", je geestelijk helemaal van Hem afhankelijk weten. „De woorden die Ik tot u spreek, zijn geest en zijn leven" (Joh. 6 : 63).

Jezus had dus dat beeld van het eten van Zijn vlees en het drinken van Zijn bloed gebruikt om met die vergelijking de diepe betekenis van het geloven in Hem duidelijk te maken. De Joden die gewend waren aan dergelijke beeldspraak, hadden dat heel goed begrepen. Maar ze wilden zich niet zo totaal aan Hem overgeven. En daarom gingen ze Hem belachelijk maken door Zijn woorden letterlijk te nemen: „Hoe kan Deze ons Zijn vlees te eten geven?" (vs. 52). Zo hebben ze Hem ook proberen te vangen voor het sanhedrin. Toen namen ze wat Hij gezegd had over het afbreken van de tempel ook letterlijk, terwijl Hij dat als beeld had bedoeld van Zijn lichaam (Paulus zegt ook van óns lichaam dat het een tempel van de Heilige Geest is.(l Kor. 6 : 19).

Een mens kan dus zijn verzet tegen het aannemen van Christus op allerlei wijze uiten, zelfs door de woorden van.de Schrift letterlijk op te vatten. Achter dit schijnbaar zeer rechtzinnige denken kan desondanks een dood hart schuil gaan, dat Christus niet wil toelaten.

De Zaligmaker maakt ons tot Zijn vrienden

Ik moet er nog iets aan toevoegen. Wij moeten Christus aannemen als onze Zaligmaker. Dat maakt het nóg weer moeilijker voor ons hoogmoedige hart. Wij zouden Hem best willen aannemen als onze vriend. Wie zou dat niet willen: vriendschappelijke betrekkingen onderhouden met de Zoon van God? Wat een eer!

Maar Jezus is niet gekomen om vriendjes te zoeken, want vriendschap veronderstelt een zekere mate van gelijkheid en die is er niet tussen Hem en ons. Tussen Hem en ons is er allereerst de ongelijkheid van de Schepper en het schepsel, maar nog veel erger: van de opstandeling tegenover de Heer. Hij kwam naar deze aarde om ons te redden, toen wij nog vijandig tegenover Hem stonden (Rom. 5 : 10).

Zeker, Christus wil ons gelijkvormig maken aan Zijn beeld (Rom. 8 : 29), maar dan moeten wij eerst met God verzoend worden door Hem. Hij moet dus eerst onze Zaligmaker zijn, voordat Hij ons Zijn vrienden (Joh. 15:15) kan noemen.

Geloven is je vertrouwen stellen in Christus

We gaan nog wat verder in de Bijbel zoeken om te achterhalen wat geloven in Hem betekent.

Geloven in Christus is je vertrouwen stellen in Hem. (Ik heb daar al vaker op gewezen in deze brochure). Dat zul je al vrij spoedig bemerken, wanneer je nagaat hoe Jezus dat woord „geloven" gebruikt.

Hij bedoelt daar helemaal niet mee dat je Zijn uitspraken als waar aanvaardt, zoals je ook kunt geloven in wat een knappe professor zegt. Zo'n geleerde kan volkomen een vreemde voor je zijn, terwijl je het toch misschien helemaal eens bent met zijn theorieën. Je kunt zijn boeken lezen en vol bewondering zeggen: Wat een helder en diep betoog! Maar dan heb je daardoor nog geen innerlijke gemeenschap met die razend knappe schrijver. En die man zou dat misschien ook zelf niet willen.

Maar Jezus wil nu juist wél die innerlijke gemeenschap met ons. Zeker, in Hem geloven houdt ook in dat wij alles onvoorwaardelijk geloven wat Hij gezegd heeft. Maar Jezus wil veel meer. Hij is er niet mee tevreden, dat we Zijn boek, de Bijbel, lezen en dan vol bewondering uitroepen: hoe mooi, hoe diep, hoe zuiver, hoe heilig!

Hij wil niet een romanheld voor ons worden, maar de held van ons leven. Hij wil ons al dat mooie, dat diepe, dat zuivere, dat heilige wat we in de Bijbel vinden, ook persoonlijk schenken. Maar Hij wil nog veel verder gaan: Hij wil Zichzelf aan ons schenken.

Hij wil dat we niet slechts alle vertrouwen hebben in Zijn wijsheid en kennis, maar ook dat we alle vertrouwen hebben in Hemzelf.

En het is dat vertrouwen in Hem dat ons zo diep met Hem verbindt. Het mooiste beeld datjezus daarvoor gebruikt, is het beeld van de wijnstok en de ranken. Paulus gebruikt een ander beeld: de olijfboom, waarin wij als takken geënt worden. De bedoeling is duidelijk: Wanneer wij ons in algeheel vertrouwen aan Christus overgeven, dan ontsluit zich Zijn eigen, goddelijke, eeuwige leven voor ons. Het vloeit in ons over als het sap dat door de ranken trekt en er de oorzaak van wordt dat die ranken vrucht dragen: heerlijke, rijke, sappige druiventrossen. Dat zijn onze goede werken, waarover de gloed hangt van de liefde, de liefde die in onze harten is uitgestort door de Geest die ons gegeven is, de Geest van Jezus Christus (Rom. 5:5).

Geloven is daarom ook leven in Christus en dat betekent dat Christus in mij leeft. Maar dat houdt tevens in dat we geen enkel vertrouwen meer hebben in onszelf. We zijn dan aan onszelf gestorven. Ons eigen zondige „ik" is dan als een dode voor ons. We hebben dat „ik" voor goed afgeschreven. We verwachten er niets meer van. „Want ik weet dat in mij, dat is in mijn vlees, geen goed woont" (Rom. 7:18)

En omdat wij in Christus gestorven zijn aan ons zondige „ik", daarom weten we nu ook, dat we met Hem zijn opgewekt tot Zijn nieuwe leven: „Want indien wij met Hem één plant zijn geworden in de gelijkmaking van Zijndood, zo zullen wij het ook zijn in de gelijkmaking van Zijn opstanding; dit wetende dat onze oude mens met Hem gekruisigd is" (Rom. 6:5-6).

Geloven is daarom een intense vreugde.

Geloven is een feestelijk gebeuren. Het maakt een mens heel anders. Daardoor openen zich eeuwige perspektieven voor hem.

Geloven is je totaal afhankelijk weten van Christus. Maar die afhankelijkheid ervaar je dan niet als een pijnlijke en vernederende houding. Integendeel, je geniet daar intens van, want juist door die afhankelijkheid beleef je je eenheid met de Christus Gods.

Steeds meer ga je naar Hem toe en belijdt je schuld en laat je daarvan rein wassen door Zijn bloed. Maar juist dan realiseer je je ook, hoe Hij Zich volkomen moest overgeven in de kruisdood om mij aldus met God te kunnen verzoenen. Dan zie je Hem weer in Zijn diepste wil, Zijn wil om mij teontrukken aan de ellende, waarin ik mijzelf had gestort, om mij over te plaatsen in het Koninkrijk van Zijn Vader, het Koninkrijk van het licht, van de liefde, van de vrede en de gerechtigheid.

Hoe kom je nu tot zulk een geloof? Ik heb het al meerdere keren gezegd: zulk een geloof kan nooit uit onszelf voortkomen. Wij zijn zondig en verzondigd. Die zondigheid is zo radikaal dat uit onszelf nooit meer iets goeds kan voortkomen, zeker niet zo iets moois als het geloof in Jezus Christus dat ik in deze brochure heb proberen te beschrijven.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 oktober 1978

In de Rechte Straat | 32 Pagina's

III Hoe krijg je dat eeuwigheidsleven NIET?

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 oktober 1978

In de Rechte Straat | 32 Pagina's