DE DRIEVOUDIGE BEDE

Paulus wenst zijn lezers aan het slot van zijn brief drie dingen toe, die onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn.

1. DE GENADE VAN DE HEERE JEZUS CHRISTUS

„Genade". Er is geen woord in de Schrift, dat in mijn persoonlijk geestelijk leven zulk een alles overheersende rol heeft gespeeld, en nog speelt.

Door genade mocht ik met het Woord Gods in aanraking komen. Dat is nu al ruim 50 jaar geleden. Het was Gods genade, mij betoond in Jezus Christus, om niet, die mij nu al 47 jaar geleden in de gelegenheid stelde geestelijk werkzaam te zijn. Het was Gods genade die mij op het dieptepunt van mijn geestelijk leven er voor behoedde, dat ik nog dieper viel en mij op de weg terug voerde. Het was Gods genade in Christus Jezus, die mij leidde tot een diepere kennis van het werk van de Heilige Geest, tot het vol en onverkort aanvaarden van de waarachtigheid van al hetgeen omtrent Zijn werk in de Heilige Schrift geschreven staat. Het was Gods genade getoond in Zijn Zoon, die mij kracht gaf staande te blijven, toen ik door toedoen van mensen zware geestelijke klappen te verduren kreeg. Mensen stelden teleur, Gods genade in Christus Jezus stelde NIMMER teleur en gaf mij kracht om voort te gaan.

Die genade van Jezus Christus zij u allen, lezers en lezeressen, toegewenst. Maar die genade des Heeren Jezus Christus in ONLOSMAKELIJK verbonden met

2. DE LIEFDE GODS.

die de oerbron is waaruit de genade is voortgesproten. Je vraagt je steeds weer opnieuw af „Waarom schonk God mij die genade en aan anderen niet? Het antwoord? De oneindige liefde Gods, die zich in en door Jezus Christus heeft geopenbaard en nog steeds openbaart. Wat is in tegenstelling tot die liefde „onze" liefde vaak belachelijk klein, bekrompen, benepen. Laten we elkander toebidden een diepere, vollere, rijpere kennis van de liefde Gods en een steeds grotere openbaring en doorstraling van die liefde Gods in ons persoonlijk, maar ook in ons maatschappelijk leven!

3. DE GEMEENSCHAP DES HEILIGEN GEESTES.

Paulus wenst de Corinthiërs niet toe een gemeenschap van mensen, hoe belangrijk die ook kan zijn, maar „de gemeenschap des Heiligen Geestes".

Iedere menselijke gemeenschap op geestelijk terrein (men noeme het kerk, genootschap, broederschap of hoe dan ook) die niet staat, die niet voortvloeit uit de gemeenschap des Heiligen Geestes, is als een los zand aan elkander hangende organisatie, waarvan men al of niet lid is, blijft of er uit gaat. Maar wie weet van de onverbreekbare gemeenschap des Heiligen Geestes, die weet van het in die Heilige Geest verbonden zijn met allen, uit welke kring, kerkgenootschap of wat dan ook, die eveneens die gemeenschap des Geestes ervaren hebben. Want die gemeenschap des Heiligen Geestes is géén verstandelijk kennen. Het is een zielservaring, die ons geschonken wordt door diezelfde Heilige Geest.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Terug naar resultaten Printen