IRS cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van IRS te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van IRS.

Bekijk het origineel

eerste indrukken van India

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

eerste indrukken van India

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Deze avond (26 februari) liep ik door Delhi op mijn eentje om wat indrukken van deze hoofdstad van India op te doen. Het hotel, waar ik logeer, ligt bij het hart van de stad. Vlakbij is een heel mooi park. Maar zowel dit park als de straten zijn uitermate spaarzaam verlicht.

Ik zag twee spreuken aangebracht, vermoedelijk van regeringswege, op een zeer opvallende plaats en met (heilige) koeien van letters. De ene luidde: „Strength lies in self = De kracht ligt in onszelf" en de andere: „In India is no place for violence. We must fight communism, linguism, cateism = Er is geen plaats voor geweld in India. Wij moeten strijden tegen het communisme, en hen die de taalverschillen en het kastewezen op de spits drijven". In die spreuken lees je iets van de geweldige geestelijke worsteling van India.

Ik had zo'n twintig minuten gelopen, toen zich een jongeman bij mij voegde. Hij zei: „Ik heb honger". Wat moest ik daarop antwoorden. Ik zei: „Ik wil liever alleen lopen en nadenken over de problemen van India". Hij bleef mij echter volgen. Hij begon opnieuw: „Ik heb overdag geen dak boven mijn hoofd". Ik vroeg hem waar hij dan 's nachts sliep. „O", zei hij, „ergens buiten in de open lucht". Zwijgend liepen we verder. Ik dacht: „Waarom zou ik deze kans niet benutten om zo maar eens met een Indiër over zijn land en zijn godsdienst te spreken". Maar hij weerde dat af: „Ik spreek maar een beetje Engels, mijn moedertaal is het Hindi". Wat moest ik doen? Als ik alle armen van Delhi ook maar iets zou geven, dan zou ik binnen de kortste keren een lege beurs hebben en mijn werk niet meer kunnen voortzetten. Ik was nog maar weinig op straat geweest en toch hadden reeds meerderen de bedelende hand naar mij uitgestoken. Ik vond hem wel een sympathieke jongen. Tenslotte gaf ik hem toch maar iets en toen ging hij weg.

Een man stond bij een bioscoop wat tijdschriften te verkopen. Ik zag „The illustrated weekly of India" met als blikvanger de titel van een artikel: „Why and how and what we plan". Ik kocht dat tijdschrift en trof er een zeer interessant artikel aan van Mr. D. P. Dhar, geb. 1918, minister voor de planning van India.

Hij is ambassadeur geweest in Duitsland. Hij was de leider van de onderhandelingsdelegatie met Bangladesh en speelde een beslissende rol bij de voorbereiding van het top-overleg tussen president Bhuto en Mevrouw Indira Ghandi, premier van India.

Enkele gedachten van minister Dhar, zoals hij die in zijn artikel heeft neergelegd, wil ik hier laten volgen.

India is het grootste demokratische land van de wereld, met tevens een enorme bevolkingsaanwas. In 1951 telde India 361 miljoen inwoners, in 1971 547 miljoen. Dat is dus een groei van 50 % in 20 jaar.

„In de westerse landen was de demokratie verbonden met het kapitalistisch systeem, dat ook wrange vruchten heeft opgeleverd".

„Wij moeten niet materiële welvaart zondermeer nastreven, want een maatschappij die koortsachtig naar stoffelijke vooruitgang jaagt, verliest haar redelijke idealen en komt tot geestelijke ontbinding".

„Vooruitgang moet gericht zijn op verhoging van de menselijkheid in het leven, op meer gezonde en rechtvaardige sociale verhoudingen en op het kweken van een goed klimaat voor vrijheid en creativiteit".

„Zeker, we zijn nog lang niet tevreden over de bereikte resultaten en we hebben ook fouten gemaakt, maar er zijn ook resultaten, die niet uit te drukken zijn in produktiecijfers. En één daarvan is dat het Indische volk langzamerhand ontwaakt uit de geestelijke apathie. Ze gaan inzien dat het anders kan. De eeuwenlange doffe berusting maakt plaats voor nieuwe energie en durf".

Dhar zegt verder dat de jaarplannen nog meer erop moeten gericht zijn de massa tot ontwikkeling te brengen. Beter wat minder geld voor universiteiten en wat meer voor lagere scholen, want nog steeds is meer dan de helft van India analfabeet.

En nog steeds is 25 van onze bebouwbare grond onderhevig aan de ramp van de droogte, doordat er geen voldoende irrigatiesysteem is.

„Een probleem is ook de werkeloosheid, mannen en vrouwen zoeken werk, terwijl er zoveel te doen is in dit land. Irrigatieplannen moeten afgemaakt worden, kanalen moeten gegraven worden, goedkope huizen moeten gebouwd worden".

Nog een paar gegevens uit het artikel. In 1 op de 6 dorpen is nu elektriciteit, 20 jaar geleden was dat 1 op de 50. Vrouwen van Bihar, die in de staalproduktie van Tamshedpur werken, zijn blij als ze 3 Rs (= ƒ 1,50) per dag verdienen.

Graag had ik een interview met deze minister gehad (om op te nemen op de bandrecorder voor radio E.O., die ik had meegenomen). Daartoe ben ik ook de volgende dag naar de Nederlandse ambassade gegaan om te vragen of zij daarin konden bemiddelen. Maar de desbetreffende secretaris zou eerst in de namiddag aanwezig zijn.

Intussen heeft echter — gelukkig! — ds. Wesley kontakt met mij gekregen en heb ik dit plan moeten laten schieten.

Ds. Wesley was wél aanwezig geweest op het vliegveld, maar we waren elkaar om een onopgehelderde reden toch misgelopen. We hebben elkaar overigens nooit eerder ontmoet. Ten einde raad had hij na een dag zoeken en bellen naar verschillende hotels, naar zijn vrouw in Hyderabad gebeld en die las hem toen mijn telegram voor, waarin de naam van mijn hotel stond.

's Middags ben ik met ds. Wesley naar de Red Fort geweest. Dat is een versterking, met daarachter paleizen met prachtige tuinen en een moskee voor de hofhouding. Het werd gebouwd onder Slah Jahan, die van 1627—1658 regeerde en de residentie van Agra naar Delhi verplaatste.

Enorm wat een luxe moet dat geweest zijn! De paleizen zijn bijna geheel uit marmer opgetrokken, dat wel een duizend kilometer van Delhi gehaald moest worden. Wat een slaven zijn daarvoor ingeschakeld geweest.

Het fort met de paleizen en tuinen is één kilometer lang en 500 meter breed In de tuinen en door de paleizen heen zijn beddingen aangebracht, waardoor het water van de rivier, de Jumna, werd geleid om voor de nodige verkoeling in de zomer te zorgen. In het marmer zijn weer andere edelstenen gegraveerd, die samen bloemen en ornamenten vormen.

In een van de paleizen staat in goud dit geschrift in het Perzisch: Agar fardaus bar rui zamin ast, hamin ast was hamin ast was hamin ast ( = Als er op aarde een paradijs is, dan is het dit, ja dit is het, dit is het). En ik kan mij wel voorstellen dat Sultan Jahan dat opschrift heeft laten aanbrengen, want het moet een paradijs van schoonheid zijn geweest met al dat goud en zilver, die edelstenen en dat marmer.

Helaas was dat paradijs gebouwd van het zweet en het bloed van de honderdduizenden slaven. En zal zo'n sultan zelf gelukkig zijn geweest? Hij had alles ter beschikking wat zijn hart maar begeren kon; zoveel mooie vrouwen als hij maar wenste, allerlei luxe, comfort, schoonheid; eten en drinken naar believen. Maar de ziel van de mens wordt daarmee niet gevoed. Voor alle tijden gelden de woorden van Christus: „Wat baat het de mens of hij de hele wereld wint, maar schade lijdt aan zijn ziel". Augustinus drukte het zo uit: „Onrustig is ons hart, totdat het rust vindt in U, o God".

Morgenvroeg moet ik al om half vijf opstaan voor het vliegtuig naar Hyderabad. Ik eindig daarom nu dit verslag, anders verslaap ik me.


ROME, 20 februari — Volgens de Vaticaanse uitgave Statistisch jaarboek van de Kerk telden de katholieken in 1970, op een wereldbevolking van 3.5 miljard, in totaal 659 miljo5n. Dit is 18.4 pet. van de mensheid. De kerk telde in dit jaar 419.728 priesters van wie 255.800 Europeanen.

Het aantal priesters dat uit het ambt treedt, en het aantal seminaristen dat vóór de priesterwijding het seminarie verlaat, neemt echter toe. In 1969 waren 1780 op 268.607 diocesane priesters uit het ambt getreden, het jaar daarop waren het er al 1848. Het is een kleine toename, van 6.6 tot 6.7 pet.

Het verontrustende ligt hierbij echter in het feit dat in deze periode ook het aantal roepingen sterk is afgenomen, het is teruggelopen van 19.1 pet tot 16.9 pet. Ook bij de kloosterlingen is het aantal uittredingen toegenomen: in 1969 waren het er 1425, op een totaal van 168.694 religieuzen, in 1970 zijn het er al 1647.

Opvallend is, dat in Europa, vooral in Spanje, het aantal uittredingen toegenomen is. In 1970 zijn het er onder diocesane geestelijken 150 op 35.000; in Frankrijk 128 op 38.000; in Duitsland 114 op 18.000; in Italië 119 op 43.000.

In Nederland is het aantal bijzonder groot: in 1970 zijn het er 74 op een totaal van 3814 diocesane geestelijken.

Zorgwekkend voor de Kerk is echter ook het aantal seminaristen, dat vóór de priesterwijding het seminarie verlaat: in 1970 waren het er 20.902 op een totaal van 161.542 van de gehele wereld. Het hoogste percentage bereikte daarbij merkwaardigerwijze Italië, met 3494 uittredende seminaristen, gevolgd door Spanje met 2049 en Frankrijk met 835. (Uit: „De Tijd")

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 april 1973

In de Rechte Straat | 32 Pagina's

eerste indrukken van India

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 april 1973

In de Rechte Straat | 32 Pagina's