BIJ HET BEGIN VAN EEN NIEUW JAAR

Mede namens het bestuur wens ik u van harte Gods zegen toe in 1973.

We wensen u die toe in uw persoonlijk leven en ook voor uw werk in Gods koninkrijk. En we hopen gaarne dat de HEERE ook de gebeden voor het werk van onze Stichting verhoren wil.

In feite staan zegenwensen en gebed met elkaar in nauw verband.

Er wordt wel eens gedacht dat zegentoewensen maar een kwestie van woorden is. Wie echter de Heilige Schrift nagaat op dit punt, kan leren dat er van oude tijden af grote waarde aan gehecht is. Allereerst is er sprake van God Zelf — dat Hij onze eerste ouders, Adam en Eva in het paradijs, nog vóór de val, zegende. Daardoor zijn zij met hun nakomelingen in staat gesteld de aarde te vervullen en te onderwerpen. Uit één enkele heeft Hij het gehele menselijke geslacht gemaakt! (Hand. 17:26)

Het heeft ook voor Abraham álles betekend dat de HEERE hem zegende — de grote, volle rijkdom van Gods genade is zo het deel van hem en alle gelo vigen geworden.

Maar ook van zegen-toewensen door de mensen onderling is er sprake: De familie van Rebecca heeft haar, bij haar vertrek uit Paddan-Aram gezegend en gezegd: „Onze zuster, moogt gij tot duizenden van tienduizenden worden, en uw nageslacht bezette de poort van zijn haters". En Rebecca's nageslacht is tot ontelbare miljoenen geworden en heeft al vele overwinningen behaald. De zegen die daar over haar uitgesproken werd, deed kracht, is vervuld.

Jakob heeft zijn zonen gezegend. Hij breidde zijn handen uit en toen Juda naderde riep hij: „Juda, gij zijt het, u zullen uw broeders loven, uw hand zal op de nek van uw vijanden zijn.. "En deze bijzondere zegen is over Juda gekomen. Onze Heere Jezus Christus, die uit het geslacht van David is, is bezig al Zijn vijanden te overwinnen.

Die zegen deed kracht.

In het oosten wist men dat ook.

Daarom deed men ook geregeld moeite om een zegen te krijgen.

Daarom heeft Jakob zoveel in het werk gesteld om de zegen van zijn vader Izaak deelachtig te worden. En daarom schreeuwde Ezau zo om óók nog een zegen Zelfs de onverschillige Ezau was op die zegen zeer gesteld.

En we kunnen er wel op rekenen dat Pharao, toen de oude herdersvorst Jakob hem zegende, met aandacht en in stilte geluisterd heeft!

Nu is „zegenen" meer dan een wens, meer dan het over het algemeen gemakkelijk uitgesproken zinnetje: ik wens je veel geluk. Zegenen, zoals de oude Israëlieten deden, dat ze de hand op het hoofd van hun zoon of dochter legden, komt praktisch niet meer voor.

Misschien doen de orthodoxe Joden het nog, zoals ze althans vroeger de avond voor sabbat gewend waren. Ze plachten te zeggen tot de jongens: „de Heere make u als Ephraïm en Manasse", en tot de meisjes: „de Heere make u als de aartsmoeders Sara, Rebecca, Rachel en Lea".

Al doen wij het niet openlijk, met opleggen van handen — in stilte is er in de gezinnen zeker wel gebed.

En dáár is nu ook het verband tussen gebed en zegenwens.

Want zegenen is in feite: iemand in betrekking tot de HEERE stellen, iemand a.h.w. aan de HEERE opdragene, ja nog meer: hem a.h.w. in gedachten vóór de HEERE stellen, opdat Hij hem weldoet!

En zo mag ik u ook wel vragen: Wil zo ook, als u bidt voor het werk in Gods koninkrijk, ook onze ex-priesters met hun vrouwen en kinderen in gedachten nemen, ook de eenzamen. U vindt hun namen elders in dit blad.

In de laatste nummers van de afgelopen jaargang is er weer op geattendeerd met hoevelen we in aanraking gebracht worden — :in Spanje, in Midden- en Zuid-Amerika, in Italië, in India in het bijzonder. Zó dat ds Hegger in februari naar India hoopt te reizen om de broederschap daar te bezoeken, br Thottil, zr Elsamma en de anderen, priesters en nonnen die de rooms-katholieke kerk daar verlieten. Laat ze bij u in gedachtenis zijn, met een zegenbede, opdat de HEERE ze weldoet.

Dat zal voor ons werk het beste en het meest vruchtbaar zijn.

We zijn dankbaar, dat we allen in het jaar dat voorbijging ons werk konden doen — ds en mevrouw Hegger, het personeel, het bestuur, en vele actiecomité's.

Helaas moesten onze voorzitter, ds Hamers, en onze penningmeester, br. Breet, hun werk voor onze Stichting beëindigen. We zijn nog altijd dankbaar voor het vele werk dat ze deden! En die dank geldt ook het personeel — er is hard gewerkt bij de administratieve omschakeling in het afgelopen jaar!

Maar het gaat niet om ons. Het gaat om hen die onze hulp nodig hebben, die de HEERE op onze weg bracht, of in dit nieuwe jaar, naar we hopen, zal brengen.

Het gaat niet om aktie voor ons blad, maar om verbreiding van het Woord Gods, om hulp aan degenen die „vermoeid en belast" zijn door mensen-inzettingen.

Moge de HEERE nog velen rust geven (Matth. 11:28).

J. C. Janse

Met hartelijke groet namens het bestuur,

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Terug naar resultaten Printen