IRS cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van IRS te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van IRS.

Bekijk het origineel

Kris kras door Engeland

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Kris kras door Engeland

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het was hollen en vliegen naar het St. Pancras-station in Londen. De bus van het vliegveld moest zich tussen de middagdrukte doorwringen. Vijf minuten voor vertrek wipten we de trein binnen. Het was goed dat we op tijd waren, want enkele uren later stonden ze ons op te wachten in Walsall. Het werd een goede samenkomst. De giften die we ontvingen, waren voldoende om mijn reiskosten vanuit Velp te dekken, zodat de kollekten en giften van de volgende avonden voor onze arbeid konden worden gereserveerd. Maar veel belangrijker is de geestelijke winst. Br. Molina en ik hadden reeds de eerste avond verschillende nagesprekken.

Altijd bezig met de bruidsjapon

Een r.-k. meisje vroeg mij: „Die vreugdevolle ervaring, die innerlijke vrede in de verzoening met God, - hoe kun je die krijgen? Kan dat niet doordat ik goed leef en mezelf in opofferende liefde aan de ander geef?"

Een boeiende vraag. Ik heb geprobeerd haar aan te tonen, dat je dan toch altijd blijft vastzitten aan jezelf.

En het houdt ook geen stand. Je kunt wel een tijd lang leven in een romantische waas van altruïsme, maar deze vluchtige bloem heeft geen vaste voedingsbodem. Het is een idealistisch huis dat op zand gebouwd is, op het zand van esthetische gevoelens. En de winden komen en waaien om dat huis en zijn val was groot, zo zegt Jezus. De ontgoocheling kan daarna zo bitter zijn.

„Maar zo bereid ik mij toch voor op de komst van de Here. Zo werk ik aan mijn eigen volmaaktheid. En ik doe dat toch voor Hem. Waarom zou Hij mij daarvoor dan niet willen belonen met Zijn vrede?", zo vroeg zij verder.

Ik antwoordde: Zo zul je nooit klaar komen. Je bent dan als een meisje dat altijd weer de bruiloft uitstelt, omdat ze haar bruidstoilet nog niet mooi genoeg vindt. Want als je werkelijk de Here kent, dan zul je nooit tevreden kunnen zijn over jezelf. In het licht van Zijn heiligheid zul je telkens nieuwe vlekken en scheuren op je kleed ontdekken.

Je bent dan ook te veel bezig met jezelf. Daar ergens ver weg staat dan de Here, naar Wie je wel hunkert, want je voelt wel aan dat het zalig moet zijn, als je één mag worden met Hem. Maar het komt nooit tot een waarachtige eenheid.

Maar wat veel belangrijker is, God wil je nooit zo aanvaarden. Het is overmoed en, wellicht zonder dat we het ons bewust zijn, hoogmoed, wanneer wij denken dat wij onszelf door onze inspanning zozeer kunnen oppoetsen en versieren, dat God ons tenslotte nog leuk vindt ook en er plezier in heeft met ons om te gaan. Nee, de heilige God kan alleen maar een weerzin in ons hebben, wanneer wij zo weinig kennis van Hem en van onszelf blijken te bezitten, zo weinig kennis van Zijn heiligheid en. van Zijn barmhartigheid. Want de Here wil ons juist aanvaarden zoals wij zijn met al onze zonden en onvolmaaktheden, mits wij ons laten bekleden met de gerechtigheid van Zijn Zoon Jezus Christus.

„Maar hoe doe je dat? Wat ervaar je dan, wanneer je jezelf helemaal aan Christus toevertrouwt?"

Ik heb geprobeerd nog wat nader te ontvouwen, hoe je vanuit de leegte, de erkenning van je eeuwige verlorenheid, van de schuld die je op je hebt geladen door af te wijken van Gods wet, door Gods Geest gebracht kunt worden tot het geloof in de belofte, dat Jezus in mijn plaats mijn zonden heeft uitgeboet.

Maar, zo zei ik, dit is een levende ervaring en die kun je eigenlijk alleen maar goed weergeven in een levende taal en dus niet door middel van het gebrekkige Engels dat ik spreek. Onderhoud daarom kontakt met leden van deze gemeente, bij wie het belijden niet in het hoofd is blijven steken, maar doorgedrongen is tot het hart.

Geen minnenijd

In Gloucester wachtte br. Griffiths ons op. Hij is onze vertegenwoordiger in Engeland. Ik had altijd gedacht dat hij een zestiger zou zijn. Waarom? Dat weet ik niet. Misschien omdat hij altijd zo precies en punktueel is in de weergave van administratieve gegevens en in de overige correspondentie. Hij is echter een jonge man van omstreeks dertig.

Het was erg fijn om eindelijk eens persoonlijk met hem kennis te maken, nadat we reeds zoveel brieven naar elkaar geschreven hadden. Br. Griffiths had deze toernee van spreekbeurten helemaal voorbereid en het was af! Alles was tot in de puntjes geregeld: aankomst en vertrek van de treinen, wie ons zou afhalen, hoe we elkaar zouden herkennen. Eén keer zou een dominee een Bijbel in de hand hebben. Br. Molina vroeg toen ondeugend: „Staat er niet bij, welke vertaling?" (In de Engelssprekende landen willen velen vasthouden aan de eeuwenoude King Jamesvertaling; anderen volgen de Revised Standard Version.)

In Gloucester werd gelegenheid gegeven tot vragen stellen. Ik sprak over de manier, hoe wij rooms-katholieken moeten benaderen, nl. dat wij niet moeten beginnen met polemiek, maar met het getuigenis. Wij moeten hen jaloers maken op de innerlijke rijkdom, die een gelovige kan bezitten, wanneer hij in gemeenschap met de levende Christus is getreden langs de weg van geloof alleen. Ik gebruikte toen het woord „jealous". De vergadering begon te lachen. Ik begreep niet waarom. Later vertelde men mij, dat dit woord uitsluitend gebruikt wordt in de zin van minnenijd. Het juiste woord zou zijn geweest: „envious". Dat weet je dan voor heel je leven.

Na afloop moesten we dwars door Engeland via Oxford naar Boreham Wood, waar dhr. Griffiths woont en waar we diep in de nacht aankwamen. Mevr. Griffiths wachtte ons op met een heerlijke maaltijd.

De volgende dag maakten we kennis met de ex-priester die door ons blad is uitgetreden. Maar daarover in een apart artikel.

Vraaggesprek met Dr. M. Lloyd-Jones

De samenkomst in Londen werd gehouden in de kerk van de Wels-sprekende gemeente. Zoals u misschien weet, is dit een keltische taal, die hier nog bleef bloeien en zich handhaafde als voertaal voor hoger geestelijk leven, terwijl overal elders, ook in Ierland, het keltisch aan het wegsterven is.

De leider van de avond was dr. Martin Lloyd-Jones, de in heel de wereld bekende voorman van de onafhankelijke evangelicals in Engeland. Met gloed beval hij ons blad aan bij de aanwezigen en hij noemde „On the Road to Damascus" (de Engelse naam van ons tijdschrift) het beste dat hij op dit gebied kende.

Ik had van tevoren een interview met hem opgenomen, waarvan ik hoop dat het door de radio van de E O. kan worden uitgezonden.

Ik laat hier een gedeelte volgen, dat u zeker ook interesseren zal. Vraag: „Dr. Martin Lloyd-Tones, enkele weken geleden kreeg ik bezoek van een r.-k. dame, die tot bekering was gekomen. Een jaar lang heeft ze daarna geworsteld met de vraag: Moet ik in de kerk blijven, ja of neen? Tenslotte meende ze: Ik moet blijven, want als ik mijn kerk verlaat, heb ik geen kans om het Evangelie binnen die kerk te verkondigen. Hoe denkt u daarover?"

Antwoord: „Ik vind dit een moeilijke vraag. Kijk maar eens naar de geschiedenis. Daar tref je een groot man aan als Blaise Pascal, die dikwijls zo helder de dingen onder woorden wist te brengen. Toch meende hij dat hij de kerk niet verlaten moest. Eigenlijk is heel de jansenistische beweging hem daarin gevolgd. En hier in Engeland kennen we de grote opwekkingspredikers Whitefield, John en Charles Wesley. Ook zij meenden dat ze de anglikaanse kerk trouw moesten blijven.

Maar thans heeft de oecumenische beweging alles grondig veranderd. Alles is veel duidelijker geworden. Er is een wereldkerk aan het groeien. De vraag is nu niet meer: Moet ik een of andere bepaalde kerk verlaten? maar: Kan ik meedoen met deze groeiende wereldkerk met haar tegenstrijdige dogma's? De zaken liggen dus veel eenvoudiger dan vroeger.


In 1132 gingen 13 benediktijnen zich in de Fountains Abbey vestigen, omdat ze verontrust waren over de steeds verder voortschrijdende laksheid en wereldgelijkvormigheid van de benediktijner orde van toen. Het stuk land dat ze van de aartsbisschop in Skelldale te leen kregen, was „overwoekerd met doornstruiken en eerder een leger voor wilde dieren dan een huis voor mensen". De eerste winter brachten ze door met als enige schuilplaats een oude olm. Ze begonnen met de bouw van de stenen abdij, maar aanhangers van een andere aartsbisschop staken het klooster in 1147 in brand, zodat ze weer opnieuw moesten beginnen. Dat moet een schok voor hen hebben betekend, de vlammen in hun mooie droom van de volmaaktheid.


Natuurlijk geldt ook nu nog dat ieder zijn eigen geweten moet volgen. Ook Paulus zegt: „Wat uit het geloof niet is, dat is zonde" (Rom. 14:23).

Van de andere kant moeten wij klare taal spreken en moet er bij ons geen zweem zijn van aarzeling of twijfel. En al moeten we dan ook geduld hebben met hen die binnen een afdwalende kerk willen blijven, toch moeten we hen er ook op wijzen dat het verleden duidelijk heeft aangetoond dat het uitermate moeilijk is een kerk van binnenuit te beïnvloeden.

Als iemand zijn kerk verlaat, dan trekt dat de aandacht. Er wordt over gepraat. Men denkt na over de redenen die hem daartoe hebben bewogen.

Nog een raad: Wij vertrouwen soms te veel op wereldse wijsheid en wij zitten berekeningen te maken precies zoals politici dat doen. We moeten echter veel meer vertrouwen op de kracht van de Heilige Geest, die ons verzegelen wil met Zijn belofte. Wij kunnen soms zo verstandig en zo slim zijn, dat we de waarheid geweld aandoen".

In Leicester vertelde Rev. Sutten ons over de opleiding die gemeenteleden over het algemeen krijgen in Engeland. Toen ik hem vertelde, dat bij ons de jongeren elke week catechisatieles krijgen, ongeveer tot hun achttiende jaar, was hij daar zeer verbaasd over. Bij hen is dat veel en veel minder. Er zijn ook geen christelijke scholen. Zij moeten in de preken van 's zondags rekening houden met de geringe Bijbelkennis van de doorsnee-gemeenteleden.

In Rippon had ik een lang gesprek met de redaktie van een interkerkelijk informatieblad. Zij zat met de vraag: Hoever kunnen wij gaan met onze oecumenische kontakten? Naar we later vernamen, bezochten twee priesters onze samenkomst.

Over ons gesprek met dr. Biezanek in Liverpool zie elders in dit nummer. En vanuit Manchester vloog ik weer terug naar Nederland, terwijl br. Molina nog enkele dagen ten huize van de familie Griffiths zou verblijven om daarna door te reizen naar Ierland voor het houden van negen spreekbeurten en op 29 mei vandaar te vertrekken naar de V.S.

GODSDIENSTIGE LIGGING VAN DE BRITTEN

De Daily Express van 13 mei publiceerde de uitslag van de Harris Poll, waaruit blijkt dat op de vraag:

„Gelooft u in een persoonlijke God, die antwoorden kan aan de afzonderlijke mensen?" 56% geantwoord heeft met 'ja', 24% met 'neen' en 20% met 'Ik weet 't niet': en op de vraag: „Gelooft u in een leven na de dood?" 45% heeft geantwoord met „ja", 33% met „neen" en 22% met „Ik weet 't niet".

Het is dus een merkwaardig verschijnsel dat nog 55% gelooft in een persoonlijke God en dat desondanks maar 45% gelooft in een voortbestaan van de mens na de dood.

De „Internationale Katholieke Informatie" van 15-31 mei zegt dat ongeveer 10 % van de Britse bevolking rooms-katholiek is. Het blad wijdt een heel artikel aan de sombere vooruitzichten voor de r.-k. pers en uitgeverij in Engeland. Zo is bv. de bekende rooms-katholieke uitgeverij Burns & Oates begin dit jaar na een bestaan van 125 jaar opgeheven.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 juli 1970

In de Rechte Straat | 48 Pagina's

Kris kras door Engeland

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 juli 1970

In de Rechte Straat | 48 Pagina's