IRS cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van IRS te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van IRS.

Bekijk het origineel

VISIES van protestant ex-priestervrouwen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VISIES van protestant ex-priestervrouwen

19 minuten leestijd Arcering uitzetten

Indien God de vrouw tot heerseres over de man had bestemd, zou Hij haar uit Adams hoofd hebben geschapen; had Hij haar tot zijn slavin bestemd - uit de voeten; doch Hij schiep de vrouw uit zijn zijde, omdat Hij haar tot zijn metgezellin, als zijns gelijke bestemde. Augustinus

Italië - Nederland


Wij meenden dat het goed zou zijn om ook eens de mening te vragen van andere vrouwen van ex-priesters. We hebben met opzet vrouwen gevraagd, die met ex-priesters getrouwd zijn van een andere nationaliteit dan de hare. Dikwijls schept zulk een verschil - 's lands wijs 's lands eer - bepaalde, zij het niet onoverkomelijke, moeilijkheden. Het blijkt nu, dat zelfs dat een gelukkig huwelijk met een ex-priester niet in de weg staat. Daarnaast vroegen we ook nog het oordeel van een ex-non, die met een expriester getrouwd is. En weer werd bevestigd, wat we trouwens ook reeds wisten uit het leven van Luther, dat ook zulk een echtverbintenis, wanneer die tegelijk een band aan God is, een diep vreugdevol samenleven kan betekenen.


Wij vroegen de mening van mevr. Di Lorenzo. Zij is van 1953 tot 1959 o.a. bij de MARVA geweest, waarvan drie jaar als secretaresse bij de toenmalige hoofd-vlootpredikant, ds. J. H. Sillevis Smitt, in Den Haag. In 1959 vertrok zij naar Nieuw-Zeeland, waar zij Photocopying Assistant werd bij de P. & T. Dept. in Wellington. In 1967 kwam zij op het bureau van de Wartburg. Zij trouwde met de Italiaanse ex-priester R. di Lorenzo op 8 april 1968 en is thans secretaresse van het algemeen kerkelijk bureau van de Italiaanse waldenzenkerken. Haar reaktie luidde:

Ons immens geluk

Na bovengenoemde brief gelezen te hebben kan ik niet nalaten om met enkele woorden te reageren en mijn ervaringen naar voren te brengen. Ik behoor n.l. tot die vrouwen die „één van hen" hebben getrouwd. Ook ik heb gemeend een leven te kunnen opbouwen met „één van hen"; ja, sterker nog - ik was ervan overtuigd dat dat kon. Van Nederlandse nationaliteit en belijdend lid van de gereformeerde kerk was ik er tóch van overtuigd dat ik met een Italiaanse expriester een leven zou kunnen opbouwen. En ik heb mij niet vergist!

Ook mijn man heeft nog nooit zo dicht bij zijn God geleefd als juist nu. Maar hij heeft zijn Here en zijn God mogen vinden als een kind van Hem, als iemand die zich vrijgekocht weet met het kostbare bloed van zijn Heiland en niet gebonden is aan plichten, die de Here Zijn kinderen nooit heeft opgelegd.

Ook mijn man hoopt spoedig terug te keren tot het ambt van dienaar des Woords, maar dan om het evangelie te verkondigen in getrouwheid aan de Schriften.

Ook zijn handen waren „gewijde handen", maar voor mij waren die handen geen kloof. Integendeel! Wij hebben samen onze handen gevouwen en ons leven en ons huwelijk in Gods handen gegeven. En Hij heeft ons gegeven een huwelijksleven zo rijk en zo vol, dat wij alleen maar kunnen stamelen: „Wij danken U, o God, dat wij samen hand-inhand aan Uw Hand mogen voortgaan. Wij danken U voor ons immens geluk."

Mevr. Liek Di Lorenzo-Noomen

Venezuela - Finland

Mevr. Molina-Skytta studeerde aan de theologische fakulteit van de universiteit van Helsinki. Ze behaalde haar kandidaatsdiploma met een thesis over ds. J . Granö, die een groot deel van zijn leven - hij stierf in 1913 - heeft besteed aan de arbeid onder de politieke en kriminele Finse gevangenen in Siberië en die een van de leiders is geweest van een opwekkingsbeweging in Finland. Na haar studies verrichtte zij pastorale hulparbeid in de lutherse gemeente van Kotka. Zij wilde echter zendelinge worden en het Finse Zendingsgenootschap bestemde haar toen voor Tanzania. Maar eerst zou ze zich in Londen verder moeten bekwamen in het Engels. De lessen aan dat taleninstituut werden echter ook gevolgd door de Venezolaanse priester, Orlando Molina.

Deze had reeds vaker een gedachtenwisseling gehad met andere predikanten. Vanzelf werd ook mejuffrouw Skytta daarin betrokken. Hoe dit tenslotte geleid heeft tot een „happy end", is te lang om hier te vertellen.

Mevr. Molina schrijft:

Drie soorten mensen: mannen, vrouwen en priesters?

Mijn ervaring is heel anders geweest. Ik ben helemaal niet ten prooi aan angsten en wroeging; integendeel, ik ben God erg dankbaar voor Zijn leiding in mijn leven.

Allereerst dit: Ik ben niet getrouwd met een priester, maar met een man. Wij zijn beiden overtuigd dat de Here ons voor elkaar bestemd had en het is ons verlangen om Hem samen te dienen.

Vervolgens: de reden waarom deze Italiaanse dame zich zo alleen voelt, kan niet gelegen zijn in het feit, dat haar man priester is geweest. Er zijn toch immers wel meer echtparen, die in hetzelfde huis wonen en in dezelfde kamer slapen, maar die toch naast elkaar leven. Ze leven uiterlijk samen, maar er is geen innerlijke samenleving; ze zijn vreemden voor elkaar.

De enige weg om tot de diepste eenheid met elkaar te komen, is de eenheid in Jezus Christus. Wanneer je beiden door het geloof verbonden bent in de levende Christus, alleen dan heb je een waarachtige levenseenheid met elkander. Zo niet, dan ben je, als het om de laatste vragen gaat, alleen.

Graag ook deze opmerking: Het dienen van God is niet in de eerste plaats een zaak van uiterlijke dingen zoals van handen die gezalfd werden en missen die men opdraagt. God dienen betekent eigenlijk dat je je hele hart en je hele leven aan God wijdt door Jezus Christus. De harten, en niet alleen de handen, moeten geheiligd worden. Vanuit het hart moeten de handen geheiligd worden.

En dat is een roeping voor iedere christen, niet alleen voor ongehuwden, maar even goed voor gehuwden. De priester heeft daarin geen bijzondere voorrechten of bijzondere verplichtingen. De enige weg naar God is Jezus Christus en die weg ligt open voor iedereen.

Tenslotte: in de brief wordt sterk onderscheid gemaakt tussen de man en de priester. Maar in het eerste hoofdstuk van de Bijbel lees ik: „Man en vrouw schiep Hij ze" (Gen. 1:27 ). Er staat niet: „Man en vrouw en priester schiep Hij ze". En ook in het Nieuwe Testament komen we nergens die indeling van drie soorten mensen tegen: mannen, vrouwen en priesters. Paulus spreekt over ambtsdragers in de gemeente van Christus, die getrouwd zijn en kinderen hebben (1 Tim. 3:2-5). Mijn antwoord aan deze Italiaanse dame zou ongeveer zo luiden: Inderdaad kunnen wij niet vechten tegen God en Zijn Woord. Als we dat tóch doen, zullen angst en wroeging ons geweten gaan kwellen. Maar van de andere kant is het ook onjuist en zinloos om regels te volgen, die slechts door mensen zijn opgesteld, zonder enige bevoegdheid daartoe van Godswege. Het komt er op aan, dat wij Jezus Christus vinden als onze Verlosser en Zaligmaker. In Hem ontvangen wij een nieuwe eenheid en een universeel priesterschap. Mevr. Seija Molina-Skyttü

Italië - Spanje

Mevr. M. L. Fanlo-Crisanti is doctor in de rechten. Zij was als juriste in dienst van een bekende Italiaanse maatschappij. De kerkelijke overheid stelde de direktie van die onderneming op de hoogte van het feit, dat zij voornemens was om met de Spaanse ex-priester, T. Fanlo, te trouwen. Als gevolg daarvan werd zij voortdurend onder morele druk gezet. Maria Luisa nam daarom ontslag en vertrok naar de V.S. waar een oom haar had uitgenodigd voor een tijd van rust. Daar kreeg ze kontakt met de episcopaalse kerk en, teruggekeerd in Italië, bezocht ze regelmatig de diensten in de waldenzenkerk van Rome.

De ouders van Teo Fanlo zijn hard en onverbiddelijk. Ze willen geen enkel kontakt meer met hem. Ook toen de baby geboren werd - wat in het ziekenhuis moest gebeuren vanwege de complicaties -, bleven zij volharden in een koud en vijandig zwijgen. De natuurlijke ouderliefde en de liefde voor de naaste moet blijkbaar volledig onderdrukt worden op grond van een willekeurige wet van een mens, van de paus, die zelf meerdere keren verklaard heeft dat hij die wet wel kan afschaffen, maar die meent dat hij dit niet mag doen vanwege het welzijn van de r.-k. kerk. Hier volgt dan de beschouwing van mevr. Fanlo:

Ik bewonder zijn moed

Meer dan een jaar ben ik reeds gehuwd met een ex-priester van de r.-k. kerk. Onze liefde is ontstaan vanuit een toevallige ontmoeting en vier jaar na die eerste kennismaking zijn wij getrouwd om dezelfde redenen van verbondenheid van ziel en hart als elke andere man en vrouw.

Al spoedig stelde hij mij op de hoogte van zijn verleden als priester. Natuurlijk greep mij dat aan, maar het heeft toch geen diepe crisis in mij veroorzaakt, ofschoon ik r.-katholiek was. Eerder het tegendeel. We leven immers in een wereld van compromissen en van beginselloosheid. Ik heb er steeds bewondering voor gehad, dat mijn man de moed had opgebracht voor zulk een radikale breuk en dat ondanks het feit dat hij van te voren wist dat de prijs voor deze moed zou zijn: een moeilijke en vermoeiende poging om zich een weg te banen in het gewone leven te midden van een omgeving, die bijna altijd vijandig en zonder enig begrip tegenover hem zou staan.

Mijn man heeft zijn geestelijke rust nooit verloren en hij is juist voor mij een geweldige steun geweest bij de enorme moeilijkheden die wij moesten overwinnen. Nee, ik heb nooit het gevoel gehad dat ik „op voet van oorlog" met God leefde, omdat ik mijn man liefhad. En als het kruis ons huis bezocht, hebben wij steeds aan God de kracht gevraagd om te blijven in een intense en begrijpende liefde voor elkaar. Wij weten dat de ondergrond van onze liefde steeds een geestelijke oorsprong moet hebben.

We hebben nu een schat van een baby en mijn man gaat nu naar de V.S., waar we erg gelukkig mee zijn. Mijn man hoopt na de beëindiging van zijn theologische studies evangelisatiepredikant te worden voor de Spaans-sprekenden in de V.S. Besprekingen hierover zijn reeds gaande. Maar de Here zal voorzien.

Ik weet dat mijn plaats naast hem die zal zijn van elke andere vrouw, maar ik wilde echter meer voor hem betekenen. Ik zou hem steeds weer sereniteit, helderheid, steun en rust willen geven, als een bron waartoe hij altijd kan terugkeren, wanneer hij op zijn weg mensen ontmoet die ook die sereniteit en die steun nodig hebben. Zo zou mijn leven lijk van inhoud worden.

De brief die pater Mariano aanhaalt, geeft dus een zeer persoonlijke ervaring weer, die op zichzelf geen algemene waarde heeft, omdat daar andere ervaringen tegenover staan, waaruit men een totaal verschillende konklusie zou moeten trekken.

Ik meen dat een huwelijk met een expriester net zoals andere huwelijken een gelijke kans heeft op geluk of ongeluk, op verbondenheid met elkaar of een leven van eenzaamheid naast elkaar. Ik meen zelfs dat de kansen bij een huwelijk met een ex-priester meer liggen naar de positieve kant, omdat hij zoveel moeilijkheden heeft moeten overwinnen, waardoor er een bijzondere geestelijke gevoeligheid in hem tot ontwikkeling is gekomen. En zulk een gevoeligheid kan alleen maar gunstig zijn voor een goed huwelijk.

Maria Luisa Fanlo-Crisanti

Spaanse ex-priester en Spaanse ex-non

Mevr. Sanz-Cid is doctoranda in de wisen natuurkunde. Haar man studeert aan de theologische hogeschool van de geref. kerk (vrijgemaakt) te Kampen en hoopt dit jaar zijn kandidaatsexamen te doen. Zij is kloosterzuster geweest in Spanje en zodoende heeft hun huwelijk enige gelijkenis met dat van Luther die immers ook getrouwd was met een ex-non. Ziehier haar uiteenzetting:

Hij behoort mij geheel toe

Ik ben nu al vier jaar getrouwd met een ex-priester. Wat mijn persoonlijke ervaringen aangaat, zou ik het volgende willen opmerken:

1. Nooit ben ik gelukkiger geweest dan thans.

2. Mijn man behoort mij geheel toe, immaers alles wat er in ons beider harten omgaat, heeft tot ontmoetingspunt en tot grondslag de wil van God over ons leven. Ik meen dat juist dit laatste de reden is van de algehele overgave aan elkaar.

3 Mijn doen en laten als echtgenote en als moeder van twee kinderen zie ik als een dienst aan God in hen en als de vervulling van een christelijke roeping, die ik in geloof heb mogen aanvaarden en beleven. En ik weet dat ook mijn man dat zo ziet.

Ex-priesters zijn even „normaal" als andere mannen. Ze hebben dus ook een hart dat in staat is om een vrouw gelukkig te maken en een gezin op te bouwen. Misschien moet ik zeggen dat ze daartoe zelfs meer in staat zijn dan anderen, gezien hun vroegere levensinstelling. En van de andere kant zou ik willen zeggen: het is voor ex-priesters van zeer groot belang dat een vrouw aan hun zijde staat om hen te helpen bij de enorme overgang van hun leven als priester naar het gewone leven van iedere mens.

De mythe die zich rond de „priester" en zijn „gewijde handen" heeft gevormd, kan alleen dan voor ons, hun echtgenoten, alsook voor hen zelf verdwijnen, wanneer wij in alle kalmte en onbevooroordeeld luisteren naar het Woord Gods. In de Bijbel heb ik (hebben wij) het licht gevonden, dat voor altijd dat eventuele drukkende gevoel verdrijft, dat eventuele zelfverwijt dat we iets verkeerds zouden hebben gedaan en dat we bezig zouden zijn een spelletje te spelen met de heilige God.

Nooit komt er onrust in mij op of heb ik gewetenswroegingen, wanneer ik denk aan zijn verleden. Zijn „gewijde handen" hebben mij nooit nerveus gemaakt. Zijn handen zijn de handen van een echtgenoot en van een vader, handen die weten te strelen en die terecht kunnen wijzen; handen die Gods wil zoeken.

Mevr. Maruja Sanz-Cid

De visie van een Nederlandse r.-k. dame

Tenslotte vroegen wij ook de mening van een Nederlandse dame, vanzelfsprekend iemand die behoort tot het progressieve rooms-katholicisme, want de visie van de conservatieven hebben we kunnen beluisteren in de brief die pater Mariano in zijn artikel publiceerde en die het uitgangspunt van deze gedachtenwisseling werd.

Wij vroegen daartoe mevrouw Virginie Delfgaauw (adres: De La Reijweg 691, Den Haag). Wie zij is, kunt u uit haar brief bemerken. Haar arbeid bestaat momenteel voor het grootste gedeelte in het helpen van mensen die in nood verkeren. Dat is zo gegroeid: Mevrouw Delfgaauw is tien jaar geleden in een sanatorium opgenomen, waar zij twee jaar verbleef. Zij leerde toen van nabij het lijden in zijn vele vormen kennen. Dat liet haar niet los. Thuis teruggekeerd schreef ze zomaar op een papier: „Hulp voor mensen in nood" en hing dat op voor haar venster. Verschillenden klopten bij haar aan en gingen vaak gesterkt en getroost weer weg. Soms was het een bezoek aan huis, soms alleen een gesprek door de telefoon. Ik sprak met haar en ik begreep - hoe kan het ook anders - dat het heerlijk voor haar is om mensen in allerlei nood te helpen. En, zo zei ze mij, altijd is daar de figuur van Jezus die mij boeit; die jongeman die op zo'n jonge leeftijd zijn protest tegen de gevestigde orde van een machtige priesterklasse moest bekopen met de dood. Jezus is de inspiratie van haar liefdadig werk.

Mevrouw Delfgaauw schrijft:

De mooiste emoties, de schoonste ontroeringen

„Ik was blij verrast met uw brief, die vanmorgen op de mat viel. Toevallig schreef ik op dat moment een brief aan een priesterstudent, die me ook vroeg hoe ik over het celibaat dacht...... Ik denk helemaal niet goed over het celibaat: Niet over het verplichte celibaat, maar, en dat zal velen verbazen (omdat ik katholiek ben en ook in God geloof), ook niet over het vrijwillig gekozen celibaat ter ere van God.

Dit is heel verklaarbaar: Mijn God is niet de God die ons werd voorgehouden thuis en op school. Ik ben vijftig jaar. Mij werd geleerd dat sexualiteit een verschrikkelijk kwaad was, vernietigend werkte op de geest en het lichaam en dat God „de geslachtsdaad" - wat een woord - stellig alleen had uitgedacht als voortplantingsdaad. Maar een vieze en duistere beweging zou het wel zijn: Dus pas op voor jongens enz. enz.

Ik paste op voor jongens, later op dansles voor mannen en vanzelf kwam ik veel geluk tekort, want er zit nu eenmaal veel geluk in de verhouding van man tot vrouw..... als men tenminste niet gefrustreerd heeft leren handelen en denken.........

Maar diep in me moet ergens het gevoel bestaan hebben dat juist de sexualiteit, de emoties van bewogenheid tot het andere geslacht, geweldig moesten zijn; al was ik ongelukkig in mijn jeugd, toch vond ik kleine stukjes geluk in het zien van bijv. een „lieveheersbeestje" - hoe enorm leuk zijn die dingetjes -, in het omgaan met kleine kinderen, in het enorm genieten van het zitten bij een waterkant, bij de machtige zee.

Ik moest een ongeneselijk zieke man door dik en dun begeleiden door een 25-jarig huwelijk heen, naar het graf. We hebben ons „rotgevochten" en op een bepaalde wijze het gevecht gewonnen, al is mijn man gestorven. Ik vertel u dit, niet om iets te vertellen over mezelf, maar om u te doen begrijpen, waarom ik zelf het opleiden tot een celibataire priesterschap verfoei. Het haalt de mooiste emoties, de schoonste ontroeringen uit de mens vandaan. Men kan zich niet ontplooien......

We zijn nog steeds in een overgangsperiode: We zitten eenvoudig nog met de celibataire gedachten en de celibataire mensen. We zitten er mee dat veel mannen en vrouwen vanaf hun jeugd zijn opgevoed in het patroon van de katholieke wetgeving: Niet eens een wetgeving, maar ongelukkigerwijs een hersenspoeling. God nam in de jeugd van veel priesters dus de plaats in van een soort sadistische figuur, die hun geslachtelijkheid graag wilde geofferd zien aan Hem en dat zou dan „de parel" aan hun leven zijn.

Nu beantwoord ik dus het artikel „Trouwen met een priester".

Zij weten niet wat „liefde" is

Vraag is dus: Waarom kan mijn vriendin niet trouwen met een priester? Wat zit daar voor verkeerds in? Vooral als deze priester officieel „leek" is geworden.

Inderdaad zijn heel veel priesters niet meer in staat gelukkig te worden in een verbintenis met een vrouw; heel veel leken zijn dat ook niet: We werden nooit opgevoed in de richting van het werkelijke liefhebben. Een ontplooiing was dus slechts voorbehouden aan weinigen en dat blijkt uit de vele echtscheidingen, waaraan boordevol leed voorafgegaan is en waaronder men een leven lang vaak blijft lijden.

„Gewijde handen" die onzuiver zouden worden, zodra deze handen een vrouw strelen; en was het nu slechts over het gelaat, dan kan dat misschien nog, maar echt toch niet veel verder gaan: onrein, dus verderfelijk. Zo draagt ook de uitgetreden priester zijn erfenis mee en als deze priester niet het geluk heeft een vrouw te huwen die hem opvangt in dat angstcentrum van zijn leven, dan zal hij zeker weer teruggrijpen naar de veilige haven van zijn vrijgezellenleven, zijn priesterleven.

Als men met een priester trouwt, moet men een zeer grote liefde voor hem hebben, veel ontaktvolle gedachten van hem kunnen verwerken en soepel aanvaarden. Een opvoeding verandert men vaak niet. Men moet die priester dus nemen, zoals hij de vrouw benadert en dat zal altijd „des priesters" zijn.

Het meisje van de brief van pater Mariano maakte een fout. Ze schrijft: „Ik was eenzaam". Zij trouwde dus uit eenzaamheid en hij misschien in een plotseling verlangen naar kontakt met de vrouw. Ik geloof dat dit huwelijk is mislukt, omdat beiden niet weten wat „liefde" is. Liefde bestaat immers daarin, dat men steeds weer wordt ontroerd door alles in de ander, ook door zijn gebreken. Zij laat haar priester uit de handen glippen, omdat ze blijkbaar niet bereid is hem te aanvaarden in zijn diepe kontakt met God.

Een vrouw die niet van top tot teen liefheeft, moet met niemand trouwen en zeker niet trouwen uit eenzaamheid.

Wij hebben allen gewijde handen. De handen van een vrouw zijn even goed geschapen door dezelfde Schepper als de handen van de priester. Wij, mensen, hebben echter ervan gemaakt wat we ervan gemaakt hebben: Een stel wetgevingen, ingegeven door vaak infantiele mensen, die men - om wat voor reden dan ook - de leiding in handen heeft gegeven van een wereldkerk. Gelukkig hebben we allen meer gestudeerd, durven we onze gedachten uit te gooien naar elkaar.

God zal allen helpen die absoluut doorvechten, de handen in Zijn handen vastgestrengeld.

Mevr. Virginie Delfgaauw

Ons kommentaar

Wij hadden ook nog kommentaar gevraagd aan mevr. B. Frocheur, een Chinese die met een Belgische ex-priester is getrouwd, en aan de vrouw van Ds. J. A. van de Velden in West Irian, zij is een papoea-meisje, hij Nederlander, in dienst van de zending van de geref. kerk vrijgemaakt. Bij de afsluiting van deze kopij was hun antwoord echter nog niet binnen. Graag willen we ook zelf nog een paar gedachten lanceren.

Egocentrisme

We moeten oppassen dat we uit de reakties van de vier vrouwen van priesters die protestant werden, geen al te optimistische konklusies trekken. Ik wil graag nog eens wijzen op dat andere aspekt, waarover mevr.Delfgaauw schrijft: „Ook de uitgetreden priester draagt zijn erfenis mee". Hij brengt zijn goede kwaliteiten mee, zijn hoge opvatting van de liefde, zijn sublimering van de vrouw, zijn diepe religieuze beleving. Maar ook zijn verkeerde instellingen en daaronder is het egocentrisme een groot gevaar.

Vooral als kloosterling ben je gewend aan zelftucht, zelfconcentratie, ingetogenheid, inkeer. Dat alles wordt gericht op het heil van je ziel, op zelfbeheersing in allerlei vormen. Maar je bent zodoende voortdurend met jezelf bezig. Je cirkelt almaar rondom je eigen „ik", dat je zoveel mogelijk perfektioneren wil.

Elke ex-priester heeft, gezien zijn opleiding, daar min of meer last van. Hoe eerder een priester het klooster of zijn ambt verlaat, hoe minder diep zich dat in hem heeft 'ngegraven.

Wanneer een ex-priester zich bewust is van deze verkeerde levenshouding en er beslist mee breken wil, en wanneer van de andere kant zijn vrouw begrip heeft voor de last van het verleden, die haar man met zich meetorst, dan zal het huwelijk snel genezend werken. Zijn vrouw kan dan de poort worden naar een normale kijk op het leven.

Herdershof of kazemat?

Verder zou ik - ten nadele van het celibaat - willen wijzen op het feit dat een vrouw vaak zeer corrigerend kan inwerken op het denken en doen van haar man.

Wij, mannen, kunnen soms zo doordraven met al onze redeneringen. We nemen onszelf dan zo hyper-ernstig. We menen dat we met onze denkschema's alles kunnen indelen in vakjes, alles catalogiseren, kanaliseren en beheersen kunnen.

En dan is het een zegen, wanneer je een vrouw hebt die die opgeblazen ballon, dat overdreven vertrouwen in de kracht van ons mannelijke denken, eens een keer doorprikt met haar humor en haar gezonde nuchtere kijk op de werkelijkheid, die diepe, volle intense werkelijkheid die toch altijd weer aan elke redenering ontsnapt.

Terecht heeft dr. J. L. J. Lumeij in De Nieuwe Linie van 27 aug. 1967 opge-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 oktober 1969

In de Rechte Straat | 38 Pagina's

VISIES van protestant ex-priestervrouwen

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 oktober 1969

In de Rechte Straat | 38 Pagina's