IRS cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van IRS te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van IRS.

Bekijk het origineel

Kerstnummer „Open Deur"

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Kerstnummer „Open Deur"

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Wij eindigden de bespreking van het Reformatienummer van „De Open Deur-Onderweg" in I.R.S. van oktober aldus: „Ik vind dit reformatienummer een goed voorbeeld van een geslaagde poging tot een eerste getuigend gesprek met Rome. Waardevol wordt het echter vooral dan, wanneer men in een volgend gesprek ook ingaat op de verschilpunten Reformatie-Rome".

Thans ontvingen wij het Kerstnummer van dit blad, en ik moet zeggen daarin zeer teleurgesteld te zijn. Dit nummer is' een duidelijke verschuiving in de richting van Rome. Een paar voorbeelden:

Het kruis als ereteken van de bisschop

Er staat een artikel in van mgr. J. Bluyssen met een † voor zijn naam. Dat is de aanduiding van zijn bisschoppelijke waardigheid. Leken en priesters mogen in de r.k. kerk geen kruis voor hun naam zetten.

Wij vinden dat op zichzelf al vreemd, dat men het smadelijke kruis van Christus gaat gebruiken om aan te geven, dat men in kerkelijke waardigheid boven anderen staat. Maar nog vreemder vinden we dat dit gebeurt in een editie die uitgaat van leden van de r.k. kerk, samen met leden van de hervormde, de gereformeerde en de ev.-lutherse kerk.

Donderpredikanten

In het artikel schrijft mgr. Bluyssen: „Er zijn genoeg „donderpredikanten" geweest, die de gelovigen de hele kerstopschik voor de voeten hebben gegooid als een banaal stuk heidendom". En hij keert zich tegen dergelijke predikanten op grond van deze redenering: „Het is onwerkelijk om voorbij te gaan aan de behoeften van die twee-eenheid die „mens" heet, de behoeften om zijn feestelijke stemming uit te drukken èn in geest èn in materie".

Dat is nu juist de redenering, waarmee Rome altijd de beeldenverering en de overige uiterlijkheden van de r.k. eredienst verdedigd heeft. Maar dat niet alleen. Ook het pausdom wordt aldus verdedigd: Er moet ook een zichtbaar hoofd van de kerk op aarde zijn; en het celibaat, dat het zichtbare teken moet zijn van de algehele toewijding van de ambtsdrager aan Ohristus; en de Mariaverering: in haar wordt immers de goedheid Gods pas echt zichtbaar; enzovoort. Ik zou echter aan mgr. Bluyssen willen vragen: Was Ohristus dan ook onwerkelijk, toen Hij de godsdienst „in geest en in waarheid" (Joh. 4:23) kwam stichten en aan de Zijnen slechts twee sakramenten achterliet, nl. van Doop en van Avondmaal?

Gereformeerde overtuiging verzwegen

Het artikel van mgr. Bluyssen wordt geïllustreerd met de weergave van een zeer mooi schilderij van de Vlaamse school. Maria komt daarin voor, getooid met een stralenkrans, terwijl, merkwaardig genoeg, het kind Jezus dat zij op haar schoot houdt, zulk een stralenkrans mist. In de combinatie met het artikel zit daar toch, dacht ik, een duidelijke verdediging in van de r.k. heiligen-, meer in het bijzonder van de Mariaverering.

Maar veel erger vind' ik, dat de gereformeerde predikant ds E. Pijlman in een begeleidend artikeltje bij een afbeelding van een ikoon schrijft:

„Ze (= de ikonen) behoren met de prediking en de sacramenten tot de genademiddelen van de kerk (bedoeld is: de oosterse r.k. kerk. H.J.H.). Men vereert deze schilderijen en verwacht er ook niet zelden heil van".

En...... hij laat het daarbij. Er komt geen kommentaar vanuit de Bijbel. Hij verzwijgt volkomen zijn gereformeerde overtuiging (om de ander niet te stoten?), dat de beelden en schilderijen niet behoren tot de genademiddelen van de kerk en dat wij van Christus alle heil hebben te verwachten, Hij, onze enige troost in leven en sterven.

Het Evangelie aldus geloofwaardiger?

In een artikel „Bijlmermeer wordt proeftuin van oecumene" spreekt Jac. Roos er zijn vreugde over uit dat er in Nederland steeds meer oecumenische samenwerking komt en noemt als voorbeeld: „Plaatselijk zijn er „gemeenschappen van kerken" opgericht, eveneens met rooms-katholieken en gereformeerden. In Zeist, Vlaardingen, Eindhoven... Verblijdende tekenen, want de verdeeldheid der kerken is al te lang een steen des aanstoots geweest voor hen die het evkngelie niet kennen of ervan vervreemd zijn. Samen zullen de kerken het evangelie geloofwaardiger kunnen brengen".

Wat voor een Evangelie?

De vraag is echter: Wat voor een Evangelie wil men geloofwaardig maken? Bedoelt men het evangelie zoals dat door mgr. Bluyssen aan het slot van zijn artikel geformuleerd wordt: „In de kille sfeer van onze tijd met zijn supersonische techniek, zijn vaak grauwe industrie en berekenende computersfeer, moge het (Kerstfeest) u een gelukkig samenzijn met anderen bieden. Het moge u aanspreken in uw beste gevoelens en u uitnodigen om echt ten volle mens, dat is medemens te zijn...... misschien voor een wildvreemde! Want van deze verkleding bedient Christus zich als Hij in de Kerstnacht bij ons aanschuift aan tafel of onder de kerstboom: de gestalte van iemand die goedheid geeft en goedheid vraagt".

Ja, zulk een evangelie kan men langs de weg van samenwerking van dergelijke kerken wel geloofwaardig maken. Maar dat is een ander evangelie dan het Evangelie dat Christus predikte. Dat Evangelie is een oproep tot bekering. Het wal de mens niet aanspreken in zijn beste gevoelens, maar wil juist de mens ontdekken aan zijn slechtheid, aan de verborgen, zondige gevoelens van zijn hart, opdat de mens ertoe kome om niet meer te bouwen op zijn beste gevoelens of op zijn goede gedrag, maar met een verbroken geest zijn schuld belijdt voor God en alleen op Jezus Christus vertrouwt.

Het Evangelie een dwaasheid

Dit Evangelie zal altijd een dwaasheid blijven voor de natuurlijke mens. Het kan niet geloofwaardig gemaakt worden. Het kan slechts aangenomen worden langs de weg van het geloof, dat de Heilige Geest in het hart van een mens bewerkt.

Deze radikale boodschap van bekering en wedergeboorte is in heel dit kerstnummer niet te vinden. Ze zou er ook niet in passen, omdat ze de mens die in dit nummer zo op de voorgrond komt, te veel zou ontluisteren.

Is de wereld ermee (ervan) gediend?

Het spijt me dat ik deze kritiek moet geven, maar ik kan niet anders. Voor de zoveelste keer herhaal ik nog eens dat ik niemand van kwade trouw verdenk. Integendeel, dit nummer zal met de beste bedoelingen zijn samengesteld. Maar er wordt een aan de wereld aangepast evangelie gebracht, waarmee de wereld beslist niet gediend is, want de lezers worden in de waan gelaten dat een echte bekering niet nodig is. En misschien is de wereld er ook niet van gediend. Ook de mensen van de wereld houden, naar ik meen, van klare taal. Ik kan mij niiet voorstellen dat iemand warm loopt voor zo'n half-zacht evangelie van medemenselijkheid.

Het Woord Gods echter is een tweesnijdend zwaard!

OVEREENKOMST EN VERSCHIL

Dezelfde protestantse theoloog (zie p. 2) schreef nog in thet r.k. blad Confrontatie (okt. 1967, p. 46): „De strijd die wij voeren, is in menig opzicht dezelfde. Ook in de reformatorische kerken-ook in sommige kerken die tot voor kort streng rechtzinnig en goed calvinistisch waren -, steekt een geest van vrijzinnigheid de kop op". „In veel dingen ben ik het met „Confrontatie" in het geheel niet eens. Het primaat van de paus niet, het celibaat niet en de Mariaverering niet". „Als calvinisten hebben we altijd gemeend, dat u de zielen teveel gebonden hebt, vandaar de reformatie. Maar we hebben nooit vrijheid gewild in de zin van losbandigheid. We willen bij onze vrijheid streng gebonden zijn aan het Woord van God".

Ik vind dit een uitstekend voorbeeld van een getuigend gesprek met Rome. Deze predikant spreekt met liefde en toch verdoezelt hij de verschillen niet. Zo proberen wij het ook in ons blad te doen. Moge de Here ons daartoe steeds opnieuw de wijsheid des Geestes schenken, want uit onszelf kunnen we alleen maar falen en afdwalen hetzij in een linkse hetzij in een rechtse richting.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 december 1967

In de Rechte Straat | 32 Pagina's

Kerstnummer „Open Deur

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 december 1967

In de Rechte Straat | 32 Pagina's