Het eigendom van Maria of van Christus?

„Toewijding aan Maria"

O mijn Meesteres, o mijn Moeder, ik offer mij geheel aan U op en om U mijn godsvrucht te tonen, wijd ik U heden mijn ogen, mijn mond, mijn hart, ja geheel mijzelf.

Daar ik dus de Uwe ben, o goede Moeder, bewaar mij, verdedig mij als Uw goed en eigendom. Amen" (Uit: Zoete Lieve Vrouw van Den Bosch, p. 155).

De Bijbel zegt:

„Zolang wij leven, leven wij voor de Heer, en sterven wij, dan sterven wij voor de Heer. Of wij leven of sterven, de Heer behoren wij toe. Daarvoor is Christus gestorven en weder levend geworden: om Heer te zijn over doden en levenden." (Rom. 14:8, 9. R.K. vert.) „Daarvoor. . . .", dus niet opdat wij aan een ander mens zouden toebehoren. Hij is onze Here en Meester en niemand anders. En door het geloof in Hem worden wij Zijn eigendom.

Daarom hebben wij ook niet meer de voorspraak van een gestorven mens nodig. Immers: ,Niemand heeft ooit zijn eigen vlees gehaat; integendeel, hij voedt het en koestert het. En zo doet Christus met de Kerk, omdat wij ledematen zijn van zijn Lichaam" (Ef. 5:29, 30).

En: „Want er staat geschreven: zowaar Ik leef, zegt de Heer, voor Mij zal elke knie zich buigen en elke tong zal God lofprijzen" (Rom. 14:11). Men zal dus niet de knie buigen voor een beeld van een mens en men brenge geen religieuze lofprijzing aan een mens, maar enkel aan God.

Het is heerlijk om van Christus te zijn

Beste r.k. lezer, waarom wilt u toch het eigdom van Maria worden? Hoe kunt u daar voldoening in vinden?

Maria is toch niet alomtegenwoordig zoals Christus. Hoe wilt u dan gemeenschap met haar hebben? Door de H. Geest? Maar dat vinden we toch nergens in de Bijbel, dat de H. Geest ons met afgestorven mensen zou verbinden.

Wat wij wèl duidelijk in de Bijbel vinden, is de belofte van Christus, dat Hij zijn H. Geest zal zenden van de Vader, waardoor wij met Hem verbonden worden, zo innig dat die Geest van Christus zelfs in ons lichaam wonen komt als in een tempel (b.v. 1 Kor. 6:19).

Waarom vertrouwt u niet op deze duidelijke belofte van God, die wij voortdurend in de Bijbel terugvinden? Waarom u overgeven aan allerlei spekulaties over de mogelijkheid dat u het eigendom van Maria zoudt worden en daardoor op haar bescherming zoudt mogen rekenen?

Bidt toch opdat de Here u tot Christus moge trekken langs de weg van de gelovige overgave aan Jezus Christus op grond van zijn belofte.

Dan zult u vooreerst zekerheid ontvangen, eeuwige zekerheid. Want de H. Geest overtuigt u dan van binnenuit van de vastheid van Gods belofte.

En vervolgens zult u grote vreugde ervaren. Want met Jezus zult u wèl gemeenschap kunnen hebben door zijn H. Geest. U zult dan de verborgen omgang met God mogen smaken. God zelf zal u Zijn heilsgeheimen tonen. Ja, het is heerlijk, als men zich het eigendom weet van Jezus Christus.

Mijn enige hoost in leven en sterven

Een van onze protestantse belijdenisgeschriften, n.l. de Heidelbergse Katechismus, opent met deze vraag:

„Wat is uw enige troost in leven en sterven?

En het antwoord luidt, lapidair, stoer, doordrenkt van de geest van de Bijbel: „Dat ik in leven en sterven niet van mijzelf ben, maar het eigendom van mijn getrouwe Zaligmaker, Jezus Christus, die met zijn dierbaar bloed voor al mijn zonden volkomen betaald heeft, die mij verlost heeft uit alle heerschappij van de duivel, die mij op zulk een wijze bewaart, dat zonder de wil van mijn 'hemelse Vader geen haar van mijn hoofd vallen kan en dat zelfs alle dingen tot mijn zaligheid dienen moeten, die mij door zijn Heilige Geest de verzekering geeft, dat ik het eeuwige leven deelachtig ben, die mijn hart ertoe neigt om voortaan te leven voor Hem".

Zoudt ook u deze troost niet willen smaken? Waarom dan nog in het rozenhoedje 50 keer achter elkaar bidden, opdat Maria u moge bijstaan in het uur van de dood? Denkt u werkelijk, dat de bijstand van Jezus Christus in het uur van uw dood niet voldoende voor u zou zijn om u getroost door zijn genade te doen sterven?

Ga toch eens praten met een reformatorische christen ,die deze troost persoonlijk kent. Want helaas zijn er ook heel wat protestanten, die deze vraag en antwoord van de Heidelberger wel van buiten, maar niet van binnen kennen. Die deze prachtige ,troostvolle bijbelse belijdenis wèl voor kennisgeving aannemen, maar verder als onbruikbaar naast zich neerleggen; aan wie het helemaal niet te zien noch te horen is, dat zij zulk een onuitsprekelijke troost in leven en sterven mogen genieten.

Ga er mee praten, niet om zo maar wat te diskussiëren en te polemiseren, maar om te verstaan wat deze troost nu eigenlijk inhoudt, wanneer je je zeker weet van de liefde van de hemelse Vader wanneer je jezelf het eigendom weet van Jezus Christus.

Want heus, het is heerlijk om van Christus te zijn.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen