IRS cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van IRS te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van IRS.

Bekijk het origineel

SOMS…

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

SOMS…

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

Soms moet het mij van het hart. Soms moet ik het aan anderen vertellen, hoe heerlijk de gemeenschap is met onze hemelse Vader in Jezus Christus.

De overgave in geloof aan Jezus Christus maakt ons zo onuitsprekelijk gelukkig. Die overgave houdt allereerst in: de erkenning van onze schuld, van onze zondige toestand. Tot die overgave komt men slechts vanuit een hart, dat verbrijzeld werd in de zelfaanklacht, een hart dat berouwvol terugkeert naar de vader, het hart van een verloren zoon. De gelovige mens weet het: „De offeranden Gods zijn een verbroken geest; een verbroken en verbrijzeld hart veracht Gij niet, o God" (ps. 51:19). Het is de H. Geest, die ons vanuit het verbroken hart brengt tot het vermoeden, dat er een genadige God is, die vergeven wil, die het kwade ons niet wil aanrekenen.

En de aanschouwing van Jezus Christus en zijn volbrachte werk geeft ons de zekerheid van die vergeving der zonden.

Dat is één kant van het geloofsgeluk. Ik weet mij geborgen in Jezus Christus. Ik heb mijn volle zekerheid in Hem. Hij is mijn volstrekte vertrouwen. O, dat weten, dat Hij alles voor mij heeft gedaan, dat Hij heeft uitgeboet, wat ik voor mijn zondige leven zou moeten ondergaan!

Door dat weten ontstaat een diep gevoel van dankbaarheid. Dankbaarheid die men niet onder woorden kan brengen. Dankbaarheid die opwelt uit ons „ik" en zich over ons hele wezen verspreidt. Dankbaarheid als een zoet geluk.

Mijn geloof in Jezus Christus is tegelijk liefde. Ik heb Jezus lief. Er is een levende band tussen Hem en mij. Er is een wederzijds begrijpen. Ik zie zijn liefde in Hem. Ik zie ze stralen uit zijn ogen, stralen uit zijn leven, dat in de Bijbel voor mij ligt, stralen uit zijn woorden, stralen uit zijn daden. En ik zie ook mijn liefde voor Hem. De liefde is als een warmte voor onze ziel, als een levenwekkende adem.

Toch is de persoonlijke heilszekerheid niet de voornaamste oorzaak van het geloofsgeluk. Wat mij zo gelukkig maakt, is dat ik door het geloof gericht ben op de zuivere aanbidding van God.

Ik loof zijn heerlijkheid, die Hij overal openbaart. Hij verspreidt zijn glansen over de schepping, maar vooral in zijn Woord. Daar leer ik Hem kennen, de levende God, die met mij bezig is, die zich om mij bekommert, die mij liefheeft in zijn Zoon, Jezus Christus. Het is deze levende God, die mijn eenzaamheid opheft, die de dorst van mijn ziel vervult. Niet de abstrakte Bron van het zijnde, niet de Absolute Zelfstandigheid, maar de levende God en Vader van Jezus Christus, die in mij woont.

Geprezen zij Gods naam! Geprezen zij de Vader, en de Zoon en de Heilige Geest. Halleluja! Amen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 november 1963

In de Rechte Straat | 32 Pagina's

SOMS…

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 november 1963

In de Rechte Straat | 32 Pagina's