IRS cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van IRS te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van IRS.

Bekijk het origineel

ROMA QUO VADIS?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

ROMA QUO VADIS?

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

ROME, waar gaat gij heen? Dat zal menigeen van u gedacht hebben, toen u in het vorige nummer las, dat men in de allernieuwste rooms-katholieke theologie nu Maria „in volle reële zin" vrouw en echtgenote van Jezus gaat noemen.

Rome, waar gaat gij naar toe, en Rome, hoe komt u tot zo iets?

Op deze vraag konden wij in het vorige nummer niet ingaan vanwege gebrek aan plaatsruimte. Dat wil ik dan nu doen.

Prof. Duynstee zegt, dat men vanuit het moederschap van Maria nooit kan komen tot de stelling, dat Maria mede-verlosseres was in een aparte zin en in onderscheiding met de andere heiligen.

Wil Maria op een bijzondere wijze mede-verlosseres zijn, dan kan dat alleen als zij een bijzondere eenheid met Jezus heeft. Als moeder kon Maria zich wel volledig aan haar zoon toewijden, maar „van een volkomen opgaan van haar als mens in Jezus als mens", en dus van een „natuurlijke eenwording" kan geen sprake zijn. „Het kind is uiteraard van de moeder gescheiden" (pag. 114). „Geestelijk kan zij ook als moeder volledig op Hem gericht en met Jezus verenigd zijn, maar in haar gevoel als moeder kan zij nooit naar een vereniging tenderen, die hen als mens tot een eenheid zou maken. Wanneer zij dat doet, is het niet meer als moeder ten aanzien van zoon, maar als bruid ten aanzien van bruidegom" (Tijdschrift voor theologie, april-juni, pag. 114 - 115).

Inderdaad, de eenheid tussen man en vrouw is geheel uniek. Die twee worden tot één vlees, zegt de Bijbel. Maar het is om onpasselijk van te worden - dit was de uitroep van onze drukker, toen hij ons artikel in het vorige nummer las, voordat hij het zetten ging -, wanneer men deze bijzondere eenheid tussen man en vrouw „in volle en reële zin" (pag. 129) op de verhoudi ng Jezus-Maria gaat toepassen, ook al voegt prof. Duynstee er dan aan toe, dat er daarbij geen „overgave met betrekking tot de natuurlijke voortplanting" plaats had. Reeds het poneren van die mogelijkheid van geslachtsgemeenschap tussen Jezus en Maria, ook al wijst men die daarna af, is pervers.

Speculaties van celibatairen.

Duynstee grijpt hierbij terug naar theorieën van M. J. Scheeben, de meest bekende rooms-katholieke theoloog van de vorige eeuw (1835 - 1888). In zijn onvoltooid gebleven „Handbuch der Katholische Dogmatik" III, pag. 490-492, zegt deze theoloog, dat Maria werkelijk gehuwd is geweest met de Logos, de tweede Persoon van de Drieëenheid, dus met God zelf. Hij noemt dit huwelijk van Maria met de Logos dan ook een „matrimonium divinum" (= goddelijk huwelijk) of „connubium Verbi” (= huwelijk met het Woord).

„Dit huwelijk met de Logos, dat aan de actuele voltrekking van het moederschap voorafgaat, is dan niet als een vriendschap, zelfs niet als een verloving te beschouwen, maar als een gesloten nog niet voltooid huwelijk (matrimonium ratum), „wodurch der Logos der Jungfrau als Ihr Sohn bereits rechtlich zugeeichnet ist” en het goddelijk moederschap „virtuell und in radice bereits übertragen ist”. Door de menswording wordt dit huwelijk dan voltooid (matrimonium consummatum.)”. (pag. 120).

Scheeben wil dus zeggen: Reeds van te voren bestond er een huwelijksverhouding tussen Maria en de Zoon van God, het eeuwige Woord. Daardoor had Maria reeds recht (rechtlich zugeeichnet) op het moederschap over dit eeuwige Woord als haar zoon, straks in de menswording. De menswording zelf vergelijkt hij dan bij de eerste geslachtelijke eenwording tussen man en vrouw in het huwelijk. Pas door deze geslachtelijke eenwording wordt het geldig gesloten huwelijk voltooid (consummatum). En pas dit voltooide huwelijk van gedoopten is volgens Rome onontbindbaar.

Wat een wonderlijke gedachtencombinaties! Dezelfde persoon, die eerst man van Maria was, wordt daarna haar eigen zoon. En deze wording van Christus in de schoot van Maria wordt vergeleken en zelfs op één lijn gesteld met de voltooiing van elk ander huwelijk door de geslachtsgemeenschap.

Men kan er lang en breed over redeneren, maar ik vermoed, dat elk normaal getrouwd mens zal zeggen: Zulke ongezonde speculaties kunnen alleen aan het brein van celibatairen ontspruiten.

De vrouw van God.

In de opvatting van Scheeben was Maria dus rechtstreeks de vrouw van God. Prof. Duynstee is het daarin niet met Scheeben eens: „een bruidsverhouding tot één van de drie goddelijke personen is niet wel aannemelijk” pag. 120. „De term „bruid van Christus” moet echter begrepen worden van een verhouding van Maria tot Christus in zijn mens-zijn” pag. 120.

Ook echter in de opvatting van Duynstee zal men eigenlijk volgens de rooms-katholieke gedachtengang Maria de vrouw van God moeten noemen. Immers men redeneert zo ook naar Maria toe als moeder van God. Maria is moeder van Jezus. Welnu, Jezus is God. Dus is Maria de moeder van God. - Duynstee zegt:

Maria is in volle reële zin vrouw van Jezus. Dan volgt dezelfde konklusie:

Welnu, Jezus is God. Dus is Maria de vrouw van God.

Ik moet er echter aan toevoegen, dat prof. Dyunstee deze konklusie niet uitdrukkelijk getrokken heeft. Durfde hij zo ver nog niet te gaan?

Jezus achter Maria.

In rooms-katholieke publikaties wordt herhaalde malen met klem gewezen op de verschijningen van Maria in Lourdes, Fatima, Beauring enzovoort. Men neemt de volle realiteit daarvan voetstoots aan en redeneert van daar uit naar Rome als de enige ware Kerk van Christus.

En nu is het merkwaardig, dat men in onze tijd wel begint te tornen aan de werkelijkheid van de verschijningen van Jezus Christus na zijn opstanding. In het rooms-katholieke blad „ De Bazuin - de gereformeerde predikant van Terneuzen, ds. W. C. van Hattem, schreef hierover in het Zeeuws Dagblad - lazen wij in een artikel over „De chaos van de derde dag ” van F. C. M. Josso het volgende:

„ Jezus verscheen, hij stapte niet binnen, door muren heen. Het evangelie is geen Sinterklaas-sprookje dat mensen door schoorstenen laat binnenzakken, het is geen verslag van een spiritistische seance: het is de belijdenis van het geloof van hen die bij Hem waren en Hij bij hen; omdat ze geloofden” (De Bazuin, 1 april 1961, pag 2, kol. 3) „Als we goed lezen, ontdekken we dat Jezus alleen verschijnt in het gevoel, het luisteren van Magdalena, in de ogen van de leerlingen, in de vingertoppen van Thomas” (id., kol. 4)

Allereerst: denkt „De Bazuin” er niet aan, dat er nog miljoenen christenen zijn die in de volle realiteit van de verschijningen van Jezus na de opstanding geloven? En is het dan geen belediging, wanneer men dit geloof van die christenen verachtelijk vergelijkt met een „Sinterklaas-sprookje, dat mensen door schoorstenen laat zakken”?

En vervolgens: Als u de verschijning van Jezus alleen laat plaats hebben in het gevoel, de ogen, de vingertoppen van de discipelen, waarom zouden dan de „verschijningen” van Maria in Lourdes ook nog realiteit buiten het gevoel van Bernadette hebben gehad? Waarom was dat ook bij haar dan niet alleen een verschijnen in het gevoel?

Een profetisch halt!

Rome, waar gaat gij naar toe? Zo vroegen we in het begin. Het is echter nu wel duidelijk, dat wij aan Rome een profetisch halt moeten toeroepen. Halt, houdt stil en keert weer! Keert weer tot de Christus der Schriften!

Reformatorische christenen, doet toch niet meer mee aan gezamenlijke Bijbelverspreiding en aan volkskerstzangdiensten met Rome. Alleen onze pertinente weigering kan Rome misschien nog tot bezinning brengen.

Wanneer de rooms-katholieken merken, dat wij deze weigering gronden op onze trouw aan Gods Woord en op onze bekommernis om hun heil, en niet op antipapisme, dan zal dat hen tot nadenken stemmen. Dan zullen ze wellicht de ernst van de si tuatie gaan aanvoelen.

Maar als wij maar met hen meedoen, dan zullen ze de indruk krijgen, dat het ook volgens ons niet zo erg is als er ook nu nog aflaten verkocht worden en als Maria nu al de vrouw van Jezus genoemd wordt.

En ik ben overtuigd, dat vele protestanten tot nog toe niet wisten, dat dit allemaal bij Rome gaande is. En dat, nu zij door ons blad een ander inzicht in Rome kregen, zij ook bereid zijn om hun houding te herzien vanuit hun profetische opdracht als christenen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 juni 1961

In de Rechte Straat | 32 Pagina's

ROMA QUO VADIS?

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 juni 1961

In de Rechte Straat | 32 Pagina's