IRS cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van IRS te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van IRS.

Bekijk het origineel

Hoop hebben

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Hoop hebben

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Meditatie over: "Hoop op God, want ik zal Hem  nog loven."  Psalm 43 : 5b 

"Ja, ik hoop het", zeggen wij, wanneer we het niet zeker weten. Wat het echt zal worden, daar hebben we geen idee van. We hopen er echter wel het beste van. Vol onzekerheid hopen we. We verkeren tussen hoop en vrees. Hopen en zeker weten zijn in het taalgebruik van elke dag tegengesteld aan elkaar. Hopen is in onze Nederlandse taal een uitdrukking die wil aangeven dat we het alles behalve zeker weten.

In de taal van de Bijbel heeft het woord 'hopen' echter een totaal andere klank. Daar heeft het niets met onzekerheid te maken. Hopen wil daar zeggen dat we grond onder de voeten hebben, dat het ook werkelijk gebeuren zal. We hopen niet als in het onzekere, als in de lucht slaande. Onze hoop is geen drijfzand zonder fundament. Integendeel. Het bijbelse 'hopen' is stampvol houvast. Want het is de vriend van geloven. En geloven is zeker weten, zegt de catechismus op grond van de Bijbel terecht. Letterlijk: "Een zeker weten en een vast vertrouwen".

Hopen als de vriend van geloven heeft eveneens met zeker weten te maken. En dat hangt samen met Hem op Wie de hoop zich richt, namelijk op God. Zoals de tekst voor deze meditatie ook zo duidelijk zegt als daar wordt opgeroepen om op God te hopen.

Letterlijk wordt er gezegd: "Hoop op God". De dichter roept het zichzelf toe en hij roept er ook anderen toe op. Hij wil duidelijk kenbaar maken dat hopen op God zinvol is. Wie niet op God hoopt is zinloos bezig. Zijn hopen is een zeepbel die uit elkaar spat. Doch het hopen op God is als diamant. Het kan niet stuk. Dat komt omdat God God is. De Enige. Er is geen Andere. Hij is de Drieënige God, de Vader, de Zoon en de Heilige Geest. Als God de Vader is Hij onze Schepper, Die ons in Christus heeft uitverkoren tot de zaligheid. Als God de Zoon heeft Hij ons mens-zijn aangenomen en heeft Hij aan het kruis van Golgotha redding van hel en verdoemenis voor ons bewerkt. Als God de Heilige Geest is Hij met Pinksteren uitgestort en wil Hij ons door het Woord van de Bijbel tot geloof en bekering brengen.

Wat een God! Het kan dan ook niet fout gaan wanneer we op Hem hopen. Want we hopen dan op God de Rotssteen van ons hart en ons deel in eeuwigheid. Zeker, het doet pijn dit hopen op God. Want we moeten er alle hoop buiten God voor laten varen. En dat betekent loslaten, overgeven, zijn leven willen verliezen. We staan met de rug tegen de muur. Wat valt er nog te hopen voor ons? De tekst zegt: "Hoop op God". En dat mag moed geven. We mogen opveren.

De Bijbel wil ons niet in de put duwen, doch eruit halen. De Bijbel wil hopeloze 'gevallen' weer hoop geven. Want voor God zijn er geen hopeloze 'gevallen'. Het meest verknoeide leven kan bij Hem terecht en kan weer goed worden en gaaf. J e krijgt hoop. Wat mooi is dat, een mens die hoop heeft. Want er is zoveel hopeloosheid in het leven. Veel mensen zien het niet meer zitten. Mat en uitgeblust slepen ze zich door het leven heen. Heerlijk daarom mensen te ontmoeten die hoopvol gestemd door het leven gaan. Bijbels gezien gaat het daarbij niet om hoop die bij de dood afbrokkelt, zoals ijs doet bij een drenkeling die uit een wak wil klauteren. Bijbelse hoop blijft dwars door de dood heen. Daar zal God voor zorgen. God heeft immers de dood overwonnen door Christus Zijn Zoon. Het is Pasen geweest. Daarom loopt het bijbelse 'hopen' ook uit op de lof van God. Zoals de tekst zegt, namelijk "….want ik zal Hem nog loven".

Prachtig, deze belijdenis. En tegelijk dit zeker weten. Het vlamt op in de ziel als een niet te blussen zekerheid. Want de Heilige Geest houdt de vlam brandend. Een onuitroeibare vreugde bruist op uit de ziel, waarin we ons verheugen in de redding die de Heere geeft. "Maar de Heer' zal uitkomst geven." We mogen denken aan eeuwige uitkomst, dwars door de dood heen. We mogen ook denken aan allerlei uitkomsten in aardse zorgen en noden, in strijd en aanvechting van het geloof. De dichter van Psalm 43 weet ervan mee te praten. Hij heeft het moeilijk. Hij wordt aan alle kanten bedrogen. Men springt hem aan alle kanten op de nek. Doch het ergste is dat hij zich door God in de steek gelaten voelt. "Waarom verstoot Gij mij dan?" Ondertussen blijft hij wel bij God aankloppen. En dat is altijd het allerbeste. Dan kom je er (wel) weer uit. Er komt weer hoop in je leven als lichtstralen van een aanbrekende morgen. Hopen op God is niet en nooit tevergeefs. Want God is getrouw.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 oktober 1999

In de Rechte Straat | 16 Pagina's

Hoop hebben

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 oktober 1999

In de Rechte Straat | 16 Pagina's