IRS cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van IRS te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van IRS.

Bekijk het origineel

Geen Naam is er zoeter…..

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Geen Naam is er zoeter…..

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Een beproeving van Gods kant

De uren durende worsteling van Jakob bij de beek Jabbok laat uiteindelijk blijvende sporen achter. Zijn heup is dermate verwrongen door het gevecht met de 'HEERE', dat hij zijn leven lang gehandicapt is. Dat kreeg hij bij de zegen. Of maakte de veiwrongen heup misschien ook deel uit van de zegen? Dat kan ook. "Want als de kastijding tegenwoordig is, schijnt zij geen zaak van vreugde, maar daarna werpt zij van zich een vreedzame vrucht der gerechtigheid." Jakob klaagt in ieder geval niet. Het was God overigens, Die de worsteling met Jakob begon. Calvijn zegt: "Niet Satan of enig mens, nee God Zelf." Een beproeving van Gods kant dus.

Beproeving maar ook kracht

Laat dit alle kinderen van de HEERE tot grote troost en bemoediging zijn. Als God met u de strijd aanbindt in wegen van beproeving en druk, geeft Hij er ook de kracht bij om te overwinnen. Onze schouders worden eerst grondig opgemeten voor en aleer de last er van Godswege wordt opgelegd. Je hoort Jakob ook nooit en nergens over zijn manke been klagen. Tegelijk een waarschuwing voor allen, die altijd en overal hun kwalen breed uitmeten. Het alleen maar druk hebben met hun handicap. Zelfmedelijden brengt ons doorgaans niet aan het worstelen met God. Jakob heeft nog maar bij één ding belang: "Geef mij toch Uw Naam te kennen." Maar nu vraagt hij toch teveel. De zegen was zijn voornaamste doel. Hij krijgt hem na een nacht van smeken en wenen. Niet uit verdienste, maar uit genade. Daarbij krijgt zijn naam 'Jakob' het predikaat van oud achter zich en zijn nieuwe naam, in de hemel bedacht en hier en nu geschonken, is 'Israël'. Van Godswege zo bestempeld vanwege zijn vorstelijk gedrag met God en met de mensen. Een nieuwe naam dus voor Jakob, maar de Naam van God Zelf blijft vooralsnog verborgen. "Wat vraagt gij naar Mijn Naam?" Daar blijft het bij. De heilsgeschiedenis kent zijn eigen openbaring op Gods tijd en Gods wijze. Wat hier voor de aartsvader Jakob voor zijn thuiskomst nog voluit verborgen blijft, zal straks in Nazareth ten volle geopenbaard worden aan een meisje van 15 jaar. In Nazareth vindt, net als bij de Jabbok, ook een ontmoeting plaats met een engel Gods. Het meisje hoort uit de mond van de engel: "hoe zij zwanger zal worden van de Heilige Geest en een Zoon zal baren en Zijn Naam zal heten Jezus. En Hij zal over het huis Jakobs Koning zijn in der eeuwigheid en Zijns Koninkrijks zal geen einde hebben." Dat is nu de volle zegen op de worsteling van Jakob. Want hield de zegen voor Jakob en zijn nageslacht niet juist en vooral in dat de Messias, de Gezalfde, uit hem geboren zou worden? Nu, Maria staat op de drempel van die heerlijke komst. Zij zal overschaduwd worden om bevrucht te raken vanuit de Heilige Geest. Terwijl zij hier nog maar negen maanden voor de bange worsteling staat om dit kind ter wereld te brengen, krijgt zij de volle openbaring van haar Zaligmaker al mee. De vorst uit Juda's stam zal voortkomen uit de lendenen van Jakob in de persoon van dit Godvrezende kind.

Nog even en ze staat met deze geboren Zaligmaker in de armen voor Simeon, de oude priester, in Jeruzalem. Profetisch wordt haar een bange worsteling voorzegd. De oude Simeon, vol van de Heilige Geest, terwijl zij net als Jakob de zegen ontvangt, zegt daarbij: "En ook een zwaard zal door uw ziel gaan." Drieëndertig jaar later heeft Maria aan deze woorden terug moeten denken. Op veilige afstand kijkt ze dan naar haar kind aan het kruis. Ze leest boven Zijn hoofd wat God haar heeft beloofd. Boven het hoofd van haar lijdende en stervende kind staat geschreven in het Grieks, het Latijn en het Hebreeuws: "Deze is Jezus, de Koning der Joden".

Die Ene Naam geopenbaard

God zorgt voor Zijn eigen eer en werk: "Gij zult Zijn Naam heten Jezus." Heel de wereld moet het weten. En in die wereld leven wij, waarin die Ene Naam is geopenbaard onder de hemel tot zaligheid voor een ieder die gelooft. "Want die Naam zo rijk van eer, is tot onze vreugd nabij." Jakob worstelde met een man. Hier worstelt de man van Smarten om mijn behoud. Zijn opschrift bevestigt het: "Deze is Jezus". De Heilige Geest zalft mijn ogen en ik zie het als nooit tevoren: "Ziet het Lam Gods dat de zonden der wereld wegdraagt." Wij mogen hebben en weten wat Jakob nooit gezien of gehoord heeft: "Ik heb bij enen Held voor Israël hulp beschoren." Jakob kwam thuis vanwege deze Held, bij Wie ook voor hem hulp beschoren was, Hij kon de naam van Israël dragen omwille van deze Naam Jezus. Daarom is Israël er nog en is zij wat zij is. Met het oog op de grote toekomst van dit volk, vanwege deze zegen aan de Jabbok geschonken en op Golgotha verdiend, zingen wij Zacharias profetisch na:


"Lof zij de God van Israël, de Heer', Die aan Zijn erfvolk dacht. En door Zijn liefderijk bestel verlossing heeft teweeg gebracht."

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 februari 1999

In de Rechte Straat | 12 Pagina's

Geen Naam is er zoeter…..

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 februari 1999

In de Rechte Straat | 12 Pagina's