Wat wilt U?

Bent ook u opgegroeid met de idee van een allerheiligste God, die geen enkele zonde en zelfs geen enkele onvolmaaktheid kan dulden? Dan is dat volkomen bijbels: Gal. 3:10.

Bent u echter ook opgegroeid met de idee van een God, die van u eist dat u elke zonde zelf uitboet, terwijl dat toch immers onmogelijk voor u is? Hebt ook u vaak gesidderd voor dat onuitblusbare vuur, waarin u zoudt worden geworpen, wanneer u slechts even vrijwillig zoudt hebben toegegeven aan het verlangen naar iets dat door uw kerk als een groot kwaad wordt aangeduid, bv. het verlangen naar de overtreding van het zevende (r.-k.: zesde) gebod? Hebt ook u de mening aangehangen die u door uw kerkleiders was aangepraat, dat u daardoor een „doodzonde" zou doen, de Heilige Geest uit uw ziel zou bannen en de boze geesten zou binnenhalen?

Misschien hebt u die angsten verdrongen naar de diepte van uw ziel. Misschien hebt u zich verzet tegen de eis om dat alles aan een priester te biechten. Maar dan blijven die weggedrukte angsten in de diepte uw levensvreugde vergallen.

Misschien ligt u nog altijd onder de zweepslagen van die bangmakerij en probeert u aan die eeuwige verdoemenis te ontkomen door slaafs de geboden en verboden van uw kerk na te komen.

Is het nooit bij u opgekomen dat dit niet het beeld is dat de Bijbel ons van God tekent?

U kent toch immers ook het verhaal van de verloren zoon. Die vader stond niet met een grote knots klaar om zijn zoon in grimmigheid neer te knuppelen, omdat hij de naam van de familie te schande had gemaakt en alles met hoeren erdoor had gedraaid.

„Maar de vader zei tot hem: Brengt het beste kleed en doet het hem aan, en geeft een ring aan zijn hand en schoenen aan zijn voeten. En brengt het gemeste kalf en slacht het. En laat ons eten en vrolijk zijn" (Lukas 15: 22-23).

Zo, zei de Heere Jezus, is de Vader in de hemelen. Dus niet zoals mensen Hem in afschuwelijke kleuren afschilderen; mensen die deze bangmakerij gebruiken om ons aan hun kerk vast te kluisteren.

Weet u wat de Heere God van Zichzelf zegt? „Barmhartig en genadig is de Heere, lankmoedig en groot van goedertierenheid". Die uitspraak komt vier keer in de Bijbel voor. Is dat nog niet genoeg?

Hoe kan God, die toch ook heilig en rechtvaardig is, zó vol vergevende liefde zijn? Omdat Hij Zijn eigen Zoon gegeven heeft tot een verzoening voor al onze zonden. En Hij vraagt geen harde tegenprestatie van ons, maar slechts vertrouwen in Zijn goedheid en liefde, vertrouwen in Jezus Christus.

Wilt u zich in vertrouwen aan Hem overgeven? ,Jeruzalem, gij hebt niet gewild" (Mat. 23:37). „Wij zullen de Heere dienen" (Jozua 24:15).

Dat willen is een werk van de Heilige Geest. Maar: „Indien dan gij die boos zijt, uw kinderen goede gaven weet te geven, „hoeveel te meer zal de hemelse Vader de Heilige Geest geven aan hen, die Hem bidden". (Lk. 11:13).

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen