IRS cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van IRS te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van IRS.

Bekijk het origineel

STRAKS GA IK STERVEN

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

STRAKS GA IK STERVEN

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Wanneer? Dat weet ik niet. Maar het zal zo lang niet meer duren. In februari word ik 68. De Bijbel noemt 80 de leeftijd der zeer sterken. Wanneer ik die leeftijd bereik, heb ik nog twaalf jaar. En wat is een jaar? Het vliegt voorbij.

Maar ik kan ook vandaag nog sterven. Straks moet ik voor een spreekbeurt naar Papendrecht. Het is mistig. Zal ik veilig terugkeren naar huis?

En u? En jij? We weten het allen: de dood spaart geen enkele leeftijd. Hij komt, wanneer het zijn tijd, Gods tijd, is, onverbiddelijk. Hij is niet te vermurwen. Hij deinst niet terug voor de mannelijke kracht. Hi| valt niet te vertederen, door geen prille schoonheid, door geen uiterste tragiek.

Daarom wil ik u uitnodigen met mij mee te denken over de dood, over uw, mijn dood.

Sterven is vernederend

Omdat ik mij door de zelfanalyse vrij moest maken van de angsten, die mij in hun wurggreep vasthielden, heb ik talloze malen aan mijn dood moeten denken.

Soms stelde ik het mij voor, dat ik de boodschap van de dokter kreeg: U hebt de gevreesde ziekte en de uitzaaiing is veel te ver doorgevreten. U hebt hoogstens nog zes weken, maar dan is het ook afgelopen.

Als je zo iets te horen krijgt, is het alsof ineens een vinger naar jou wijst, terwijl je je bevindt in een heel grote groep. Jij, jij wordt eruit gepikt. Jij moet sterven.

De anderen mogen nog voort leven, voort lieven, voort loven en bieden. Hun vrolijke stemmen blijven doorklinken. Maar over jou is de rouw gekomen. Jij moet je nu gaan klaarmaken om op te gaan naar "het eeuwige huis"(Pred. 12:5).

En dan begint de afbraak van je lichaam. Je wordt steeds hulpelozer. Men probeert de dagen nog wat te rekken, maar het is eigenlijk zinloos. Het leven glijdt als water tussen je vingers weg. Straks zal je geest steeds meer uitdoven. Met geen wilskracht kun je jezelf nog staande houden. Onherroepelijk komt het einde.

Een kleine beweging aan de trekker

Vaak heb ik me ook een gewelddadige dood ingedacht. Dan stelde ik mij voor, dat de Russen waren voortgewalst naar de Atlantische Oceaan. Nu was het mijn beurt. Ik keek in de loop van de geweren.

In die geweren zitten de kogels. Die zullen zo meteen door mijn lichaam dringen om er alles kapot te maken.

Zolang alles nog normaal was in de samenleving, zei iedereen die mijn lichaam per ongeluk aanraakte: "pardon". Nu hebben ze het op mij gemunt. Ik moet weg. Zij hebben dat beslist.

Over enkele sekonden: een kleine beweging van hun vingers. Dan wordt de trekker overgehaald. Dan val ik neer. Dan is mijn lichaam ontzield en kan men daarmee doen wat men wil.

Weg met Hem!

Ik denk nu aan Christus. Hij was de volmaakte mens, het zuivere evenbeeld van de eeuwige Vader. Hij was mensgeworden liefde. Hij kende geen frustraties, geen psychische complexen, geen minderwaardigheidsgevoel, geen geldingsdrang, geen foltering door schuldgevoel.

En ze hebben gewild dat Hij sterven zou. Hij hoorde het doodvonnis over Zich uitspreken. En dan moet Hij Zijn eigen kruis dragen, dat hout waaraan Hij zo meteen zal worden vastgespijkerd.

Daar ligt Hij dan op Golgotha. Gewillig geeft Hij Zijn handen, Zijn voeten. En daar hangt Hij dan, naakt, gewond, in de brandende zon.

Daar beneden Hem de volksmenners, die de massa hebben opgezweept, zodat ze zouden schreeuwen om Zijn dood: "Wég met Hem, aan het kruis met Hem!". Hij ziet de overwinningsroes in hun ogen. Ze verlustigen zich in dat schouwspel: Hij, wegbloedend in hoon en pijn.

Daar staat Hij vóór mij

Straks zal ik sterven. Maar ik weet dat ik dan in vrede zal neerliggen om in Hem in te slapen (ps.4:9), "want ik weet: mijn Verlosser leeft "(Job. 19:25).

Dan zal ik eindelijk Hem ontmoeten naar wie mi|n hart altijd gehunkerd heeft. Ik heb Hem heel innig mogen kennen. De gemeenschap met Hem kon vaak zo onuitsprekelijk zoet zijn.

Maar het was toch altijd een aanschouwen in de omfloersing van het geloof. Dan wilde ik die sluier van vóór Hem wegrukken. Maar ik wist: dit kan, dit mag nu nog niet. "Want wij zien nu door een spiegel in een duistere rede, maar alsdan (zullen wij zien) aangezicht tot aangezicht; nu ken ik ten dele, maar alsdan zal ik kennen gelijk ook ik gekend ben"(1 Kor. 13:12).

Daar staat Hij dan vóór mij. De glans van de eeuwigheid is om Hem heen. En Hij begroet mij als een van de vele vruchten van Zijn lijden en sterven. Mijn ogen drinken Hem tot mij, Hem, de schoonste der mensenkinderen.

Nu zie ik het heel duidelijk: deze mens is tegelijk God. Als Hij tot mij spreekt, is het alsof de oneindigheid trillen gaat. Het is alsof de bergen dan hun adem inhouden.

En dan de onbeschrijfelijke ervaring van Zijn liefde! De liefde van deze mens en God stroomt als een heilige warmte door mij heen.

Het zou met om te dragen zijn, wanneer ik nu ook zelf niet bekleed was met de onsterfelijkheid.

"Alzo zal ook de opstanding der doden zijn. Het (lichaam) wordt gezaaid in verderfelijkheid, het wordt opgewekt in onverderfelijkheid. Het wordt gezaaid in oneer, het wordt opgewekt in heerlijkheid. Het wordt gezaaid in zwakheid, het wordt opgewekt in kracht. Een natuurlijk lichaam wordt er gezaaid, een geestelijk lichaam wordt er opgewekt… En gelijk wij het beeld van de aardse gedragen hebben, (alzo) zullen wij ook het beeld van de hemelse dragen"(1 Kor. 15:42-49).

Ik ervaar het nu dat ik volkomen en voor altijd omgevormd ben naar het beeld van dit Oerbeeld Gods, deze afdruk van het wezen van de Vader, deze zuivere Weerspiegeling van Zijn heerlijkheid (Hebr. 1:2-3).

Wij zullen Hem gelijk wezen

Johannes schrijft: "Geliefden, nu zijn wij kinderen Gods, en het is nog niet geopenbaard wat wij zijn zullen. Maar wij weten dat als (Hij) geopenbaard zal zijn, wij Hem gelijk zullen wezen; want wij zullen Hem zien gelijk Hij is"(1 Joh. 3:2).

Daar staat Hij, overgoten van licht en van lieflijkheid. "En Zijn aangezicht was gelijk de zon schijnt in haar kracht". "En Zijn hoofd en haar was wit zoals witte wol, gelijk sneeuw; en Zijn ogen gelijk een vuurvlam. En Zijn voeten waren blinkend koper gelijk en gloeiden als in een oven; en Zijn stem als een stem van vele wateren"(Openb. 1:14-16).

En die stem richt zich nu tot mij: Herman, vrucht van Mijn offer, vrucht van de eeuwige verkiezende liefde van Mijn Vader, kom binnen in de woning, die Ik voor jou bereid heb vanaf de grondlegging der wereld.

Ik voel er op dat moment iets van - begrijpen zal ik dat nooit, zelfs niet in de diepste eeuwigheid - hoe deze "mens en God tegelijk" tot mij heel persoonlijk én tot miljoenen anderen spreken kan.

Weet ook u dat?

Waarom weet ik zo zeker dat deze heerlijkheid mij ten deel zal vallen? Omdat ik zo braaf leef?

Dat zou wel uitermate hoogmoedig en vermetel zijn. Nee, juist het tegendeel. De Heilige Geest heeft mij, door het Woord, mijn zondigheid laten zien en tegelijk de heerlijkheid en de heiligheid van Christus.

Die Geest heeft mijn vinger genomen en die gelegd op het woord der belofte nl. dat Christus niet gekomen is om mensen te redden, die van zich zelf denken dat ze braaf en vroom zijn, maar om zondaars te redden zoals ik er een ben. Ik zag het zo duidelijk; ik hoorde het Christus met Zijn eigen woorden zeggen: "Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: Wie in Mij gelooft, heeft het eeuwige leven"(Joh.6:47).

Ik weet dat Hij mij na mijn dood en bij mijn dood opwacht, juist omdat ik dat op geen enkele wijze verwacht op grond van iets in mij, maar enkel op grond van wat Hij voor mij gedaan heeft, op grond van Zijn verzoenende lijden en sterven.

En u? Wilt ook u de vernedering ondergaan om met Christus uw eigen, verdiende dood te doorleven én de vreugde van het opstaan met Hem tot het nieuwe leven der onsterfelijkheid?

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1984

In de Rechte Straat | 32 Pagina's

STRAKS GA IK STERVEN

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1984

In de Rechte Straat | 32 Pagina's