Brief aan mgr. Simonis

Monseigneur,

Hierbij ingesloten vier artikelen, bestemd voor ons blad, waarvan één naar aanleiding van uw interview in Aktie.

Ik voel mij gedrongen daar nog iets aan toe te voegen. Ik moet u in de naam van de Heere God indringend waarschuwen.

Monseigneur, u bevindt zich op een weg van duisternis. U denkt de mensen te leiden naar het eeuwige leven, maar in feite voert u ze naar de eeuwige dood. U tracht de mensen een vertrouwen aan te praten op hun eigen gerechtigheid. U stelt het voor alsof Maria op grond van haar gehoorzaamheid iets voor God zou betekenen. Maar zowel de gehoorzaamheid van haar als die van ons is besmet met zonde. Daarom kunnen wij nooit tot God naderen op grond van onze eigen gehoorzaamheid, onze eigen vervulling van Gods wet, onze eigen gerechtigheid. De Schrift is daar overduidelijk in. In Rom. 9 : 30-10: 3 toont Paulus aan dat dit de grote, zondige vergissing is geweest van Israël: „Hieruit volgt dat heidenen die de gerechtigheid niet nastreefden, haar toch hebben verworven, de gerechtigheid namelijk door het geloof, maar dat Israël met al zijn ijver voor de wet der gerechtigheid het doel van de wet niet heeft bereikt En waarom? Omdat zij meenden te kunnen steunen op het onderhouden van de wet en niet op het geloof… Met hun miskenning van de gerechtigheid Gods en hun pogen een eigen gerechtigheid op te richten hebben zij geweigerd zich aan het heil van God te onderwerpen. Want Christus betekent het einde van de wet en gerechtigheid voor ieder die gelooft" (R.-K. vert).

Ook u, monseigneur, weigert u aan het heil van God te onderwerpen. U wilt niet erkennen dat de enige gerechtigheid die voor God kan bestaan, de gerechtigheid van Christus is, die slechts ons deel wordt door in Hem te geloven en niet door ons stuntelige pogen, dat doordrenkt is van zelfzucht en zonde, om Gods wet te volbrengen.

En in Rom. 11:6 stelt Paulus opnieuw: „Is het echter uit genade, dan niet om verdienstelijke werken; anders zou de genade geen genade meer zijn".

U gaat radikaal tegen de Schrift in, wanneer die zegt: „Er is geen rechtvaardige, zelfs niet één", want u zegt „behalve één namelijk Maria". „Want allen hebben gezondigd" (zie Rom. 3 : 10, 23), maar u zegt „Nee, dat is niet waar; Maria is een uitzondering; zij heeft nooit gezondigd". Met welk recht vraagt u van de mensen om meer op üw mening dan op de verkondiging van de Schrift, het spreken van de Heilige Geest door de apostel Paulus, te bouwen?

Eens zult u voor God rekenschap moeten geven van dit radikaal ingaan tegen Zijn Woord en van het feit dat door uw misleiding vele zielen verloren zijn gegaan. Bekeer u, voordat het te laat is. Zolang u leeft, wil God u nog genadig zijn in Christus, daarna wacht u enkel Zijn oordeel.

H. J. Hegger

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen