IRS cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van IRS te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van IRS.

Bekijk het origineel

METANOEITE

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

METANOEITE

13 minuten leestijd Arcering uitzetten

Dat is de oproep tot bekering, die Johannes de Doper laat klinken vanuit de woestijn. „Bekeert u (metanoeite), want het Koninkrijk der hemelen is nabij gekomen" (Mat. 3 : 2), zo luidt de boodschap van deze boeteprediker, die zijn verkondiging onderstreepte met zijn sobere leven. Hij droeg een kleed van kamelenhaar en een lederen gordel om zijn lendenen en zijn voedsel bestond uit sprinkhanen en wilde honing.

Metanaoia en epistrophè

Het Nieuwe Testament kent nog een ander woord voor bekering nl. epistrophè, maar dat komt veel minder voor. Het werkwoord metanoëo en het daarvan afgeleide zelfstandige naamwoord metanoia komt 56 keer voor terwijl epistropho en epistrophè slechts 16 keer voorkomt.

Het woord metanoeo betekent „van gedachten veranderen", maar dan heel diep gezien. Eigenlijk staat er: „van verstand (nous) veranderen". Het betekent dus een radikale ommekeer in heel je denken, maar dan zó dat het ook je hele levensinstelling wijzigt. Je krijgt een andere kijk, een andere visie, op God en op jezelf en als gevolg daarvan neem je ook een andere houding aan tegenover God en tegenover jezelf.

Epistropho betekent alleen maar „zich omkeren". Deze omkering is dus eigenlijk een gevolg van de metanoia die veel dieper ligt nl. de totale verandering van denken en van levensinstelling.

Het gaat bij die verandering er dus niet om dat ik' zo maar wat andere ideeën heb gekregen. Iemand die eerst voor de apartheidspolitiek was en daarna voor het tegenovergestelde nl. de integratiepolitiek in Zuid Afrika., heeft dan wel een intellektuele zwenking doorgemaakt, die ook praktische konsekwenties heeft, maar dat is geen metanoia in de bijbelse zin.

Een totaal andere kijk

Waarom niet? Omdat de bijbelse metanoia ons totale leven omvat en zich richt op onze eigen persoonlijkheid en ons raakt tot in de diepte van ons menselijk bestaan, tot in het hart. En dat is niet het geval met al de overige veranderingen van gedachten in ons leven.

De bijbelse metanoia is een anders gaan denken over God en over jezelf. Ze ontspringt dan ook alleen aan het levende Woord van God, want alleen vandaaruit kunnen we een andere, de juiste kijk krijgen op wie Gods is en wie wijzelf zijn.

De waarachtige bekering begint dan ook met dat andere zicht op God en op mijzelf en op de innerlijke aanvaarding van dat nieuwe zicht. Daarna moet die nieuwe visie 2ich doorzetten op alle uitingen van je leven, op al je doen en laten. Dat is de voortgezette bekering, ook wel dagelijkse bekering genoemd.

Een Woord-bad

Die voortgezette bekering is de harde strijd tegen de hersensspoeling die wij van ons eigen vlees onder de werking van de boze geest hebben ondergaan vanaf het vroegste ontwaken van onze geest. Ons zondige vlees heeft ons een onjuiste gedachte bezorgd over God en over onszelf. Het steeds meer terugdringen van die onjuiste gedachte gebeurt door het Woord Gods. Dat Woord moet ons bevrijden van die hersensspoeling die onze zondige natuur bij ons heeft teweeggebracht. Door dat Woord worden onze gedachten, wordt onze hele denk-instelling, gezuiverd en omgevormd. Dat lezen we in Ef. 5 : 26, waar Paulus schrijft: „dat Christus Zijn gemeente wil reinigen door het waterbad met het woord. Letterlijk staat er: „door (of met) het waterbad in woord". Er staat dus geen lidwoord voor „woord"; daardoor valt de volle nadruk op de aard van het waterbad; het is een woord-waterbad. Zo kunnen wij ook onze vinger een tijd lang houden in een soda-bad, wanneer we daar een infektie aan hebben gekregen. Een soda-bad werkt desinfecterend, reinigend.

Zo haalt ook het Woord Gods de infektie uit onze ziel. Christus stopt de gemeente telkens in Zijn Woord-bad. Daardoor weekt het vuil van onze zielen los. Dat gebeurt bv. door de prediking. Een goed dienaar des Woords is dus iemand die de was doet voor de gemeente. En Hij is daarbij dan een navolger van Christus, die is gekomen niet om gediend te worden, maar om Zelf te dienen, om de vuile was te doen voor ons. De metantoia bestaat dus allereerst daarin dat we door Gods Woord een andere kijk krijgen op wie God is. We gaan dan heel anders over Hem denken. Die andere kijk op de Heere kunnen we alleen krijgen, wanneer het Hem behaagt tot ons te spreken door Zijn Woord. Uit onszelf komt alleen maar een vals beeld van God voort, een beeld dat gevormd is door de hersensspoeling die we vanaf onze jeugd hebben meegekregen door ons zondige natuur. Als God Zelf ons niet verandert (door de wedergeboorte), dan projekteren we op het witte doek van onze fantasie een beeld dat beantwoordt aan onze zelfzuchtige neigingen, dus een afgodsbeeld. En dan gebruiken we daarvoor de woorden van de Bijbel, wanneer we orhodox zijn opgevoed. "Wij kunnen uit onszelf ons alleen maar een god maken overeenkomstig onze zondige wensdromen.

Hoe ziet die eigengemaakte god eruit? Het is een goeiige lieve heer, die nooit boos op ons mag worden. Zou hij dat tóch willen, dan verwijten we hem: „Dan had u ons maar anders moeten scheppen".

Ons eigen god je

Die god moet ook altijd voor ons klaar staan. We willen hem voortdurend voor onze kruiwagen spannen. Hij is ons knechtje die de brokken moet lijmen die wezelf gemaakt hebben en waarmee we nu in onze maag zitten. En o wee, als die god ons gebed niet of niet meteen verhoort. Dan zijn we nijdig en voelen ons ten zeerste verongelijkt.

Als het ons goed gaat, hebben we over het algemeen geen behoefte aan die god. Dan gaan we helemaal op in onze pleziertjes en in ons zondig vermaak. Maar als het mis gaat in ons leven, dan herinneren we ons ineens dat er ook nog zo iets als een god is. Dan snellen we huilend naar hem toe en blijven maar zeuren dat hij ons helpen moet.

Verbroken om onze afgoderij

Maar de God van de Bijbel is heel anders. Wanneer die God Zich door Zijn Woord aan ons openbaart, dan schouwen we in Zijn verblindende heiligheid. Dan zien we Hem als de volstrekt Soevereine, die aan niemand ook maar iets verschuldigd is. Een God die rust in Zichzelf, een Vader die Zich uitstort in de Zoon, met Wie Hij in de eenheid leeft van de Heilige Geest. Een God die genoeg heeft aan deze innerlijke gemeenschap van de drie Personen.

En een eerste reaktie van onze kant is dan vaak dat we ons diep schamen over het valse beeld dat wij ons van God hadden gevormd. We vinden het verschrikkelijk dat wij dat goedige godje dat we meenden naar onze eigen hand te kunnen zetten, dat afgodje dat we op grond van onze slechte begeerten ons hadden gemaakt, hadden vereenzelvigd met deze heilige en eeuwige God. We weten niet waar we kruipen moeten uit verlegenheid met deze voze afgoderij. We klagen onszelf aan, heel diep. We buigen ons hoofd: „O God, vergeef het ons. Hoe heb ik dat ooit kunnen doen?". En terwijl je die bede om vergeving uitspreekt, weet en erken je dat je geen recht hebt op die vergeving. Je ziet heel duidelijk dat God op geen enkele wijze verplicht is Zich met jou te verzoenen vanwege het berouw dat je hebt over de afgodische levenshouding zoals je die tot dan toe hebt gehad.

Maar de Heere laat je dan door Zijn Woord tevens zien — Hij laat niet varen de werken van Zijn hand (ps. 138 : 8) — dat Hij ook in Zijn liefde heel anders is dan wij hadden gedacht. Hij openbaart ons Zijn Zoon, Jezus Christus, de Middelaar die Zich voor de Zijnen gegeven heeft in de verschrikkelijke kruisdood om aldus aan Gods gerechtigheid te voldoen. Vanuit dat kruis komt ons dan een God tegemoet, die onaantastbaar blijft in Zijn heiligheid en gerechtigheid; dus niet een god die maar wat door de vingers ziet, die het zo nauw niet neemt, die eens even over zijn hart strijkt en zo de straf kwijtscheldt; een god waar mee te praten en te sollen valt.

Dan zien we dat die liefde van God eeuwig-zuiver is en van een ondoorgrondelijke diepte. En dan hoor je die uitnodigende stem: „Wie in de Zoon gelooft, heeft het eeuwig leven" (Joh. 3 : 36). En hoe kun je dan nog weerstand bieden? Die stem komt immers uit de reine diepten Gods, uit Zijn zuivere waarachtigheid.

En wanneer de Vader je dan zo tot de Zoon heeft getrokken (Joh. 6 : 44), weet je het met alle helderheid: dat is niet gebeurd op grond van ook maar iets in mij. Ik ben uitsluitend met God verzoend door iets buiten mij: het verzoenende, plaatsbekledende lijden en sterven van Christus.

Een vals beeld van onszelf

Door de metanoia krijgen we dus een andere kijk op God, maar ook op de mens, op onszelf. Wat is het beeld, het valse( !) beeld dat we ons van onszelf vormen?

In de eerste plaats hebben we het erg goed met onszelf getroffen. We hebben van alles aan te merken op de anderen. We kunnen dan keihard zijn in onze veroordelingen. We schuiven de ander de gemeenste motieven in de schoenen. Maar voor onszelf weten we altijd wel weer uitvluchten en verontschuldigingen te bedenken. Zo hard als we kunnen zijn in ons vonnis over de anderen, zo zacht zijn we in ons oordeel over onszelf. Voor de rechterstoel van ons eigen ikje komen we er altijd goed af. We geven onszelf altijd de vrijspraak of leggen ons hoogstens een lichte straf op die we meestal dan ook nog wel vergeten.

En we kunnen toch zo'n diep medelijden hebben met onszelf. Ach, ik arme! Dat de anderen het maar niet willen zien, hoe erg ik er aan toe ben. En om ons te koesteren in dat zelfbeklag gebruiken we vaak de Bijbel. We halen graag allerlei zware teksten eruit, maar zonder echt verlangen om ons voor God te verootmoedigen. En we kunnen, terwijl we zelf overal verkondigen dat we nog niet bekeerd zijn, toch zo bitter zijn in het afwijzen van de anderen. Er is niemand zo zuiver in de leer als ik! De rest is allemaal te licht bevonden.

Maar door de metanoia veranderen we helmaal. Dan worden we mild en geduldig. Dan zoeken we naar verontschuldigingen voor de ander. Dan vinden we het verdrietig, wanneer we desondanks duidelijk het kwade bij de ander moeten konstateren. Waarom die veranderde houding ten opzichte van de medemens? Omdat er iets in ons gebroken werd nl. ons hoogmoedige „ik". We „staan" dan niet meer voor God en de mensen, maar weten hoeveel ons vergeven moest (en moet )worden. We hebben het innerlijk ervaren hoezeer de Heere Zich in dienstbaarheid aan mij gegeven heeft tot in de Zelfofferande van de kruisdood, en dan kan het niet anders of wij proberen eenzelfde houding van dienstbaarheid aan te nemen tegenover hen die op onze weg worden geplaatst.

SAMENVATTING EN KONKLUSIES

1. De metanoia is een verandering van heel ons bewuste leven, van onze instelling tegenover alles en iedereen. Mensen die zich niet ervan bewut zijn dat ze ooit zulk een verandering hebben doorgemaakt, zijn dus niet bekeerd. Wanneer men dan antwoordt: „Ja, maar ik ben toch gedoopt, ik ben toch in het Verbond", dan wijs ik op Johannes de Doper die tot de kinderen van het Verbond preekte: „Bekeert u — metanoeite!". En wanneer iemand insisteert: „Maar ik ga bovendien regelmatig naar de kerk en ik vervul zo goed mogelijk mijn plichten", dan moet ik wijzen op de gelijkenis van de Farizeeër (en de tollenaar). Die man vervulde ook zo goed mogelijk zijn plichten, gaf zelfs een tiende van zijn inkomen (doet ú dat?) voor godsdienstige doeleinden, en tóch zei Jezus van hem dat hij niet gerechtvaardigd naar huis ging, omdat hij „stond" voor de heilige God zonder innerlijke verbrokenheid.

2. Wanneer iemand bij een evangelisatiesamenkomst onder de indruk van de sfeer die er hangt en/of het persoonlijk aandringen van de evangelist of van zijn helpers er tenslotte toe komt „Jezus aan te nemen als zijn Zaligmaker", dan is dat op zichzelf nog geen metanoia. Want de metanoia is niet een verandering van ons gevoel, maar van ons hele denkpatroon. Ze is evenmin een wilsbeslissing die ik neem op grond van het aandringen van anderen. De metanoia komt voort uit het Woord Gods. Zeker, ze is ook een wilsbeslissing, maar van de wil die door de werking van Woord en Geest vrij is gemaakt van zichzelf.

3. De term „dagelijkse" bekering kan aanleiding zijn tot misverstand. Men zou daardoor kunnen denken dat die dagelijkse bekering iets anders is dan de zogenaamde eerste bekering. Dat is echter niet juist. Liever zou ik daarom spreken van voortgezette bekering.

Er is geen wezenlijk verschil tussen mijn eerste bekering en mijn heenkeer naar God van elke dag. Het enige verschil bestaat hierin dat het toen voor de eerste keer was dat ik God zag zoals Hij werkelijk is en niet door het vergroot- of verkleinglas van mijn zondige wensdromen. Daardoor zag ik ook mijzelf pas zoals ik werkelijk ben. Maar dat moet zich elke dag herhalen en … verdiepen.

De bekering van elke dag is dus niet zo maar een herhaling van mijn eerste be kering, maar een verdieping daarvan. Dat gebeurt doordat mijn metanoia, mijn verandering van denken en van levensinstelling, zich doorzet, wanneer wij het Woord Gods heerschappij geven over ons leven. Een voortgezette metanaioa is dan ook alleen maar mogelijk door een intens en ootmoedig luisteren naar Gods Woord. Het besef van onze volkomen afhankelijkheid van de genade Gods in Jezus Christus moeten we dus elke dag zien te beleven en te verdiepen. Dat kan alleen vanuit de verborgen omgang met God in het gebed.

4. Vaak heb ik gemerkt dat deze intense prediking van de noodzaak van de bekering voor iedereen verzet wekt. Het irriteert de brave kerkmens die trouw zijn plichten deed, wanneer je tegen hem zegt dat ook hij zich bekeren moet, dat ook hij geboren en opgegroeid is met een gedachtenleven dat zich opstelt tegenover de heilige God. Ik zeg dan wel eens: „Om in de hel terecht te komen hoef je niets te doen. Dat gaat vanzelf. Elke mens wandelt vanaf zijn wieg in de duisternis naar de eeuwige dood. Niemand is daarvan uitgezonderd, ook een kerkmens niet. Alleen door het Woord Gods kan de metanoia, de omvorming van het op ons eigen ,ik' gerichte denkleven, plaats hebben. En dan zijn we door de Heere geplaatst op de weg naar het eeuwige leven".

Ik weet echter dat ik mij van deze geprikkeldheid niets mag aantrekken. Ik moet trouw het Evangelie van het Koninkrijk Gods verkondigen en dat houdt in dat, wanneer wij het Evangelie horen (ik spreek dus niet over kinderen die nog niet in staat zijn het Evangelie te verstaan), dat Koninkrijk slechts kunnen binnengaan langs de weg van de metanoia, de totale verandering van onze levensinstelling, van onze mentaliteit, onze visie ofwel zoals de Heere het noemt: langs de weg van de wedergeboorte door de Heilige Geest, die dat bewerkt door het Woord.

5. Soms wierp men mij tegen: „Maar als u zozeer de mens wilt ontdekken aan zijn diepe zondigheid, dan is dat zo somber". Dan was mijn antwoord: „Dan hebt u mij niet goed begrepen. Juist deze prediking opent de weg naar de diepste vreugde. Dan immers zoek ik mijn heil niet meer in mijn wankele en zondige ik, maar rust ik volkomen in de heerlijkheid van Christus en eet en drink Zijn Goddelijke heilsvreugde. Pas als je goed ziet dat je in jezelf alleen maar narigheid kunt vinden, vlucht je met alle beslistheid naar Christus in Wie de ganse volheid der godheid lichamelijk woont (Kol. 2 : 9)".

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 mei 1978

In de Rechte Straat | 32 Pagina's

METANOEITE

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 mei 1978

In de Rechte Straat | 32 Pagina's