….EN ONZE WIL

Toen Christus mens werd, was Zijn gehele wezen slechts gericht op het doen van de wil van de hemelse Vader. „Daarom, komende in de wereld, zegt Hij:…zie, Ik kom om Uw wil te doen, o God" (Hebr. 10:5-7).

Maar bij ons is het precies andersom. Wij treden deze wereld binnen met maar één begeerte: onze eigen wil te doen.

Gods wil? Welnee, ik wens mijn eigen gang te gaan. Ik wil me aan niemand storen. En wee degene die probeert te verhinderen dat ik mijn grote of kleine lusten uitleef! Dan stijgt de woede, de gramschap, de verbittering en zelfs de haat in mij naar boven; zelfs al is dat de Heilige God, die mij weerstaat met Zijn geboden: „Gij zult niet…".

Zeker, uit eigen berekening — zo slim is reeds een kind — gaan we dan die aggressieve gevoelens maar verdringen. Maar diep in ons blijven ze wroeten.

Maar nu is dit het wonder van Gods genade, dat de Heere ons, toen wij nog Zijn vijanden waren, tegemoet is getreden met de Zoon van Zijn liefde, die Zichzelf voor ons heeft gegeven om ons uit deze dood van heel ons zondige bestaan te redden.

En niet alleen wil de Heere hen, die hun vertrouwen geheel en al stellen op Zijn Zoon, weer met Zich verzoenen, maar Hij wil ook onze verwrongen en verworden wil omvormen. Dat gebeurt in de wedergeboorte, die het werk is van de Heilige Geest.

De Dordtse Leerregels zeggen het zo: „En alsdan wordt de wil, zijnde nu vernieuwd, niet alleen van God gedreven en bewogen, maar, van God bewogen zijnde, werkt hij ook zelf" (III-IV, 12).

Onze wil gaat dus zelf werken, wanneer we eenmaal wedergeboren zijn. Die wil gaat zich nu helemaal conformeren aan Gods wil. We willen dan niets liever dan wat God wil.

Het is een onuitsprekelijke vreugdevolle ervaring, wanneer je dat in jezelf bemerkt, dat je plezier erin krijgt om Gods geboden te volbrengen en dat zo volmaakt mogelijk; dat je van harte ja zegt, wanneer je leest: Dit is de wil van God: uw heiligmaking (1 Thess. 4:3).

Maar…het is niet alleen een ervaring, iets wat je overkomt. De Dordtse Leerregels zeggen terecht: De vernieuwde wil wordt nu niet slechts bewogen door God, maar werkt ook zelf.

We mogen het elkaar dus toeroepen: Wil dan ook Gods wil. Zeg met uw pure wil: Ik wil U dienen, U volkomen gehoorzamen, ik wil U liefhebben boven alles en mijn naaste als mijzelf.

Zeker, er is nog een andere wil in u, dat is de wil des vleses (Ef. 2:3), de oude mens. Die gaat in tegen die door de Geest vernieuwde wil. Daardoor struikelen we nog in vele dingen (Jak. 3:2). Maar toch mogen wij weten dat wij in Christus méér dan overwinnaars zijn en dat Hij door Zijn Geest van dag tot dag onze wil tot heiliging vernieuwen wil.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen