IRS cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van IRS te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van IRS.

Bekijk het origineel

Zo diep is de kloof ….in 1974

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Zo diep is de kloof ….in 1974

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Voor het feest van Maria-ten-hemelopname werd, ter viering op zondag 18 augustus 1974, een liturgie verspreid in de r.-k. kerk van Nederland, waarin het volgende gebed voorkomt, dat door ons telkens onderbroken wordt met komnientaar vanuit de Bijbel.

„HEILIGE MOEDER VAN DE VERLOSSER. GIJ ZIJT DE GEZEGENDE ONDER ALLE MENSEN. GOD HEEFT U UITGEKOZEN TOT MOEDER VAN ZIJN ZOON EN DAARDOOR ZIJT GIJ DE MOEDER GEWORDEN VAN ALLEN DIE VERLOSSING ZOEKEN".

Dit is een volkomen aanvechtbare konklusie. Is de moeder van een fabrieksdirekteur per se ook de moeder van de arbeiders in die fabriek? Maar vooral: het is een puur menselijke redenering. Wanneer wij in Maria onze moeder zouden moeten zien, dan zou de Bijbel dat toch zeker duidelijk gezegd hebben. Want de verhouding kind—moeder grijpt zeer diep in in het psychische en geestelijke leven. Kunnen we dan nog de Bijbel een betrouwbare gids noemen voor ons geestelijke leven, wanneer daar zulke belangrijke dingen uit zouden weggelaten zijn, die we dan maar met onze zwakke, door zonden vertroebelde, menselijke redeneringen moeten zien te achterhalen?

„GIJ ZIJT DE DEUR VAN DE HEMEL".

Jezus heeft echter gezegd: „Ik ben de Deur; indien iemand door Mij ingaat, die zal behouden worden" (Joh. 10:9). Mogen wij dan zo maar beweren, dat Maria de deur van de hemel is, ook al zal men daaraan toevoegen: samen met Jezus? Zou de Heere dan zeker niet hebben gezegd: „Ik en mijn moeder zijn de deur"?

„WIE LEEFT, ZOALS GIJ GELEEFD HEBT, ZAL BINNENGAAN IN HET RIJK DER HEMELEN".

Jezus heeft echter gezegd: „Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: Tenzij dat iemand wederom geboren wordt, hij kan het Koninkrijk Gods niet zien" (Joh. 3:3), en dus zeker „.. niet ingaan" (vs. 5). Waarom leert de r.-k. kerk een totaal andere weg naar de ingang van Gods Koninkrijk dan de Heere Jezus? Wij moeten wedergeboren worden; wij moeten een algehele innerlijke verandering ondergaan; ieder van ons moet zich bekeren. Dat heeft Christus staande gehouden, ook tegenover de geleerde Nicodemus. Die man dacht ook dat je wel in de hemel zou kunnen komen, als je maar je best zou doen, als je je maar voldoende inspant om Gods geboden te volbrengen. Christus heeft een radikaal „neen" daartegenover gesteld. En Hij heeft er aan toegevoegd, dat die wedergeboorte, die totale innerlijke verandering, niet door onszelf tot stand gebracht kan worden, maar slechts als een genadegeschenk in ons bewerkt wordt door de Heilige Geest. Hij heeft ook gezegd dat de Heilige Geest die wedergeboorte slechts tot stand brengt door het Woord van Christus (Joh. 16:13-15). Wat een ontzettende verantwoordelijkheid laadt de r.-k. kerk dan niet op zich, wanneer zij dat Woord Gods gaat vermengen met en zelfs misvormen door menselijke redeneringen. Zij belemmert zo het werk van de Heilige Geest.

„WIE UW NEDERIGHEID NAVOLGT, HIJ ZAL GROOT ZIJN IN DE OGEN VAN GOD WIE ZICH UW DIENSTBAARHEID TOT VOORBEELD STELT, ZAL HET EEUWIGE LEVEN VERWERVEN".

Christus heeft echter gezegd: „Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: Wie in Mij gelooft, heeft het eeuwige leven" (Joh. 6:47). En Paulus: „Want uit genade zijt gij zalig geworden, door het geloof; en dat niet uit u, het is Gods gave; niet uit werken, opdat niemand roeme" (Ef. 2:8-9). Zie ook Gal. 3:11-12.

„HELP ONS HEILIGE MOEDER VAN GOD, MET UW NOOIT AFLATENDE LIEFDE VOOR DE MENSEN".

God heeft geen moeder. De bijbelse profeten hebben steeds moeten vechten tegen het indringen van de heidense godinnen-wereld, met name ook tegen de moeder-godheden. Jeremia moest in de naam van God de vloek uitspreken over de Israëlieten, „die voor de Koningin des hemels wierook brandden en plengoffers brachten" (Jer. 44:25. r.-k. vert.). Mogen wij dan zo maar een verering van Maria invoeren onder de titel „Moeder van God", terwijl de Bijbel haar die titel nooit geeft? Ta, maar zo zal men zeggen: Maria is de moeder van Jezus; welnu Jezus was God; dus is Maria de moeder van God. Wij mogen echter op grond van redeneringen zulk een religieus zwaargeladen titel niet binnenvoeren in onze geloofsbeleving, wanneer de Bijbel zelf zulke konklusies niet trekt.

„HELP UW VOLK, DAT OP WEG IS NAAR GOD IN VOORTDUREND VALLEN EN OPSTAAN".

Wij zijn niet het volk van Maria, wij zijn het volk van God (1 Petr. 2:9). Wij zijn ook niet op weg naar God, maar van hen die in Christus geloven, geldt dit: „Dit is het eeuwige leven, dat zij U kennen, de enige waarachtige God, en Jezus Christus die Gij gezonden hebt" (Joh. 17:3). „Gij zijt .. nu echter Gods volk" (1 Petr. 2:9-10).

„GIJ DIE DE MOEDER VAN GOD ZIJT, SPREEK VOOR ONS TEN BESTE".

Maar de Bijbel zegt: „Wij hebben een Voorspraak bij de Vader, Jezus Christus" (1 Joh. 2:1). Nergens zegt de Bijbel dat wij in de hemel nog een andere voorspraak zouden, hebben in Maria; ook Johannes spreekt daar niet over, terwijl hij toch Maria na de dood van Jezus bij zich aan huis heeft genomen. Bovendien, als Maria al onze gebeden zou verhoren, dan zou ze een stukje alwetendheid, een goddelijke eigenschap, bezitten.

Tot u, rooms-katholieke lezer,

Neem het ons a.u.b. niet kwalijk, dat wij ons door deze folder tot u wenden. We doen dat beslist niet uit bemoeizucht, maar we kunnen niet anders. Ons geweten legt ons dat op.

Wij zijn er diep van overtuigd dat de leer van de r.-k. kerk, zoals die ook in dit gebed tot uitdrukking komt, niet voert naar het eeuwige leven. We worden alleen maar zalig door de gelovige overgave aan Christus. Ieder die denkt in de hemel te komen, omdat hij dat zou verdiend hebben door zijn goede gedrag, gaat voor eeuwig verloren, zegt de Bijbel, bv. in Gal. 3:10.

Met Paulus smeken wij u in Christus' naam: „Laat u met God verzoenen" (2 Kor. 5:20) op de enige manier, die Gods Woord ons leert, nl. door oprecht uw zonden en uw zondigheid voor God te belijden en niets meer van uzelf, maar alles van Christus alleen te verwachten.

Wij zouden hierover graag nog verder met u willen doorpraten, maar dan wordt deze folder te lang. Neem daarom kontakt op met één van de onderstaande adressen.

Wij zijn zelf zondige mensen, die echter elke dag mogen leven uit de zekerheid dat al onze zonden zijn vergeven op grond van het verzoenende sterven van Christus en wij ervaren elke dag dat wij met Hem mogen leven uit Zijn opstanding. Dit is een enorme rijkdom en „een onuitsprekelijke en verheerlijkte vreugde" (1 Petr. 1:8), die wij u ook graag gunnen.

Adres: Stichting In de Rechte Straat, Boulevard 11, Velp (Gld.). Tel. 08302-6050

AANBIDDING VAN HET AVONDMAALSBROOD

De Romeinse Congregatie voor de Eredienst (een van de pauselijke departementen) heeft op 21 juni 1973 een dekreet uitgevaardigd over de „Heilige Kommunie en de devotie tot het Eucharistische Geheim", waarin o.a. de volgende bepalingen voorkomen:

1. De uitstelling van het Allerheiligste Sakrament. De aanbidding (van het door de priester gewijde Avondmaalsbrood. H.J.H.) moet geplaatst worden in het raam van liederen, lezingen, korte aansporingen en een behoorlijke tijd voor stilte.

2. Processies (met het gewijde brood; protestanten spreken meestal over „de ouwel van de mis". H.J.H.) moeten een belangrijke plaats innemen in het leven van de parochie, want aldus kunnen de parochianen openlijk en op plechtige wijze de aanbidding toebrengen aan de Eucharistie (bedoeld is de aanbidding aan het door de priester gewijde brood, dat in de processie wordt rondgedragen. H.J.H.). Aldus L'Oss. Rom. E.E. 1 nov. 73. Het is dus duidelijk dat de aanbidding van iets dat volgens onze overtuiging alleen maar schepsel is, door Rome nog steeds bevorderd wordt.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 september 1974

In de Rechte Straat | 32 Pagina's

Zo diep is de kloof ….in 1974

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 september 1974

In de Rechte Straat | 32 Pagina's