IRS cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van IRS te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van IRS.

Bekijk het origineel

Rooms Katholieke Pinksterbeweging

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Rooms Katholieke Pinksterbeweging

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

In „God met ons" (jan.-febr.1973) stond een artikel van Jörg Karsten onder de titel „De terugkeer van de Heilige Geest", waarin een beschrijving wordt gegeven van de pinksterbeweging in de Ver. Staten van Amerika. Wij citeren daaruit:

„In juni 1972 werd aan de grootste katholieke universiteit van Amerika, de Notre Dame, een zeer bijzonder congres gehouden. De officiële titel van dit congres luidde: „Zesde internationale conferentie over de charismatische bewegingen in de katholieke kerk". Het is een hele mond vol. Je zou het ook een massaal congres van de Heilige Geest kunnen noemen. Massaal was het: ongeveer 12.000 deelnemers, voor het grootste deel afkomstig uit de Ver. Staten, maar ook uit Canada en Australië. Als men bedenkt, dat toen men vijf jaar geleden met deze congressen was begonnen, er slechts negentig aanwezigen waren, dan kan men inderdaad een enorme en wonderbaarlijke groei konstateren.

Het bijzondere van dit congres was wel, dat alle aanwezigen een echte, geestelijke ervaring hadden beleefd, een „kennis van Jezus Christus" bezaten, die hen bezielde met een groot verlangen om persoonlijk en in gemeenschap een leven te leiden, vol van de Heilige Geest. Zoals, een van de deelnemers mij zei: „Voor mij is God geen raadsel meer, niet de grote onbekende. Hij is voor mij „an experience", een ervaring". En hier raken wij meteen de kern. Het is alsof de werking van de Geest opnieuw wordt ontdekt en beleefd. Het is alsof de Heilige Geest tastbare werkelijkheid wordt. Is het inderdaad niet meestal zo, dat wij wel gedoopt en gemaal vormd zijn, maar dat het ons toch niet helemaal vervult? Dat Hij geen echte kracht in ons wordt tot leven en getuigen, geen persoonlijke ervaring? Het beslissend element in deze Pinksterbeweging nu is: de doop in de Heilige Geest. Hiermee wordt bedoeld een persoonlijke, geestelijke ervaring van God; een diep ingrijpende ontdekking, dat de Geest van Jezus Christus leeft in de Kerk, in de mensen. In die ervaring ligt dan de bron van geescelijke gaven, zoals wij die ook uit de oerkerk kennen. Het zijn de gaven van profetie, van spreken in vreemde talen, van genezing en gebed.

De mensen die tot de Pinksterbeweging behoren, hebben de overtuiging, dat deze bijzondere gaven geen voorrecht waren voor de eerste christenen. De Heilige Geest schenkt die gaven nog altijd aan wie erom vraagt. En je mag erom vragen. Een van de deelnemers, een Engelse Benedictijn verklaarde: „Wij hebben ons te veel geïnstalleerd in het voorzichtig middelmatige. Maar de Heilige Geest kan daar niet mee vooruit. Wij moeten bidden om het vuur, om de volheid van zijn kracht, om AL zijn gaven. Ik beschouw die gaven van de Geest niet als iets van de primitieve Kerk, of iets voor speciale mensen. Nee, iedere christen is geroepen om de Heilige Geest in zijn leven te ontvangen, en de vruchten ervan te laten zien.

D. RANAGHAN

Een van de leiders van deze Pinksterbeweging is D. Ranaghan. Hij is een leek, werkzaam aan de universiteit van Pittsburg. Daar is het allemaal begonnen. In de herfst van 1966 maakte hij met enige medewerkers van zijn universiteit een korte retraite. Het waren mensen, die niet opgesloten wilden blijven in de ivoren toren van de wetenschap. Ieder van hen was op een of andere wijze werkzaam in liturgische of oecumenische bewegingen, in de strijd voor de burgerrechten of in aktiviteiten voor de vrede. Zij spraken met elkaar over hun geestelijk leven. Zij moesten bekennen, dat er ondanks alles een leegte was, een tekort aan dynamiek. Zij wisten, dat christendom geen filosofie was, geen loutere levensbeschouwing; en ook geen pure vervulling van een aantal voorschriften. Christen-zijn betekende toch een deelhebben aan het leven van God zelf. En als Christus verrezen was, dan moest dat toch ook in hen te merken zijn. Zij voelden geen aansluiting bij de Geest van de verrezen Heer. Zij besloten daarop samen te blijven bidden om de Heilige Geest.

Telkens opnieuw kwam het van hun lippen: Kom, Heilige Geest, vervul de harten van uw gelovigen. Kom, Schepper, Geest, daal tot ons neer. Zij bleven bidden en wachten. En feilloos kwam Hij over hen. Hun verwachting maakte plaats voor een ervaring. Er gebeurde iets in hen. Er ontstond een nieuwe wijze van vertrouwd zijn met Christus, een diepe en onuitsprekelijke vrede, een gemak van bidden, een kracht die hen hielp, spanningen en problemen in vrede op te lossen, een vreugde om te getuigen van Christus. En tegelijkertijd ontvingen zij ook de gaven van de Geest. Het was alsof de eerste kerktijden weer herleefden. Nu waren het christenen uit de XXe eeuw, in een hoogontwikkeld land, Amerika, waar de Geest zijn bijzondere gaven schonk: spreken met wijsheid en inzicht, onderscheiding der geesten, voorspelling en profetie, geestelijke en lichamelijke genezing, de gave der talen.

In februari 1967 was Ranaghan weer met een aantal katholieken samen. De groep was nu uitgebreid met enige studenten. Weer dezelfde ervaring. Men kwam zo ver, dat men elkaar „de doop in de Geest" toediende. Dat is geen sacrament. Het is eerder een opwekking van wat in doop en vormsel gegeven was aan iedere christen. Het is een menselijk gebaar, waarbij men spontaan en met absoluut geloof bidt om de komst van de Geest over degenen, die men de handen oplegde. Zo mag men leken de handen opleggen aan priesters. En zij werden vervuld met de Heilige Geest. En het gaat hier niet om een kortstondige bevlieging. De Geest toonde blijvende vruchten. Er groeide een nieuwe zekerheid, een ervaring van de nabijheid van God; een nieuwe wijze van samenleving in vrede en blijdschap; er was een nieuwe wijze van elkaar te zien. Door hun getuigenis breidde het aantal mensen, die deze doop in de Geest ondergingen, zich gestadig uit.

ENKELE VRAGEN ONZERZIJDS:

Zou het, in het licht van bovenstaande beschrijving, niet juister zijn te erkennen dat het sacrament van het Vormsel op zichzelf een krachteloze ceremonie is? Volgens de leer van de r.-k. kerk wordt door dat sacrament „de Heilige Geest gegeven tot sterkte, zoals Hij aan de apostelen is geschonken op de Pinksterdag, opdat de christen met moed de naam van Christus zal belijden" (Con. v. Florence). Maar feiten zijn feiten. Het blijkt dat het sacrament van het Vormsel die pinksterervaring NIET schenkt en dat die ervaring WEL op een andere manier tot de christenen komt. Het feit dat „leken aan priesters de handen opleggen, die dan daarna vervuld werden met de Heilige Geest" (lees bovenstaand citaat), bewijst toch zonneklaar dat de aanspraak van de r.-k. kerk dat zij in het sacrament van het Vormsel de macht zou hebben de Heilige Geest van Pinksteren te schenken, een fictie is. Priesters die dat Vormsel hebben ontvangen, moeten daarna nog zelf door handoplegging van leken datgene ontvangen wat ze niet hebben gekregen door het sacrament van het Vormsel, hoewel de r.-k. kerk beweert dat dat sacrament die pinksterervaring „krachtens eigen werkzaamheid — ex opere operato" — schenkt.

Wij zouden pas dan kunnen aannemen dat het bij al die verhalen gaat over een werkelijke ervaring van de werking van de Heilige Geest, wanneer die rooms-katholieken dan ook de kracht kregen om de duidelijke konsekwenties te trekken uit hun beweerde ervaring. Zolang dat niet het geval is, blijft het voor ons moeilijk om te geloven dat het hier ging om een ervaring van de Heilige Geest van Tezus Christus en zijn we eerder geneigd om het te verklaren als een hevige religieuze emotie en niet als een „kracht van omhoog", een vervulling of doop met de Heilige Geest.

En zelfs al zou het hier gaan om een werkelijke ervaring van de Heilige Geest, dan moeten we toch in verband ook wijzen op de ernstige vermaning, dat zij die. . „de Heilige Geest deelachtig zijn geworden en gesmaakt hebben het goede woord Gods en de krachten der toekomende eeuw" (Hebr. 6:4-6), toch afvallig kunnen worden en voor eeuwig verloren kunnen gaan, omdat er toch blijkbaar geen laatste, geen radikale overgave aan Christus als Zaligmaker én Heere heeft plaatsgehad.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 april 1973

In de Rechte Straat | 32 Pagina's

Rooms Katholieke Pinksterbeweging

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 april 1973

In de Rechte Straat | 32 Pagina's