De STEM van de HERDER

Ben Janssen roept in zijn artikel op tot oecumene, tot „eenheid, opdat de wereld gelove". De Heere roept inderdaad op tot eenheid, maar slechts tot een bepaald soort eenheid: „opdat zij allen één zijn, gelijkerwijs Gij, Vader, in Mij en ik in U, dat ook zij in Ons één zijn" (Joh. 17:21). Van die eenheid bespeur ik niets in de oecumene die Ben Janssen voorstaat en die bijvoorbeeld in de Raad van Kerken in Nederland en in de Wereldraad van Kerken tot uiting komt. Nooit proefde ik in hun publikaties ook maar iets van die diepe eenheid van een verloren zondaar in Jezus Christus en in de verzoening met de Vader.

In Joh. 10:16 zegt Christus: „En zij (Mijn schapen) zullen Mijn stem horen en het zal worden één kudde en één Herder". Maar Christus roept de Zijnen op tot geloofsovergave aan Hem als aan hun enige en volkomen Zaligmaker, die als de goede Herder zijn leven heeft gesteld voor de schapen (vs. 11). Hij heeft gezegd: „Gelijk de Zoon des mensen niet is gekomen om gediend te worden, maar om te dienen en Zijn ziel te geven als rantsoen (losprijs) voor velen" (Matth.20:28).

Maar er is een heel andere houding tegenover de Herder van de schapen, die in Hem de Zaligmaker zien die plaatsvervangend voor hen heeft geleden en is gestorven, en die zich dus als een werkelijke offerande heeft gegeven voor hen, én degenen die dat uitdrukkelijk ontkennen zoals bv. de Nieuwe Katechismus dat doet. De grote Herder roept zijn schapen rondom Zich tot één kudde door Zijn Woord, zoals Hij dat heeft vastgelegd in de Schrift en dat Hij tot leven wekt door Zijn Heilige Geest. Maar wanneer Paulus in opdracht van deze grote Herder zijn richtlijnen geeft voor het leven van de schapen en bv. zegt dat homosexuele gedragingen niet geoorloofd zijn, en men schuift die richtlijn opzij met de opmerking: „Paulus wist nog niet zoveel af van de psychische verwikkelingen van de mens, met name niet van de homofilie; wij weten wel beter" - dan heeft men in beginsel elk woord van de goede Herder in de Schrift krachteloos gemaakt; dan kan men elk voorschrift van de Bijbel opheffen met een beroep op onze nieuwe inzichten in de ziel van de mens. Dan weten de schapen nooit meer met zekerheid, wanneer de stem van de goede Herder klinkt en wanneer de stem van de huurling, die bij de schapen in het gevlei wil komen, hen naar de mond praat en hen voert niet naar de grazige weiden van de eeuwige rust in de verzoening met God, maar naar de steenachtige steppen onder de brandende toorn Gods.

Laten wij toch geen stoorzenders worden met onze globale inzichten in de Bijbel of met onze beweringen dat de Bijbel in zijn uitspraken tijdgebonden is, zodat wij aan de normen van Gods Woord niet meer gebonden zijn, want zo binden wij gemakkelijk Gods Woord aan de neigingen van onze zondige natuur; zo gaan wij onze menselijke stem vermengen met de heilige stem van de goede Herder. Wat een vreselijke verantwoording!

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen