IRS cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van IRS te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van IRS.

Bekijk het origineel

HET GEBED

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

HET GEBED

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het persoonlijk gebed is een van de belangrijkste pijlers van het geloofsleven. Dit behoort tot de verborgen omgang met God. Daarom is het gebed zulk een sterk persoonlijke zaak, omdat er dingen zijn, die niet met een medemens kunnen worden besproken, doch alleen met God.

De Bijbel spreekt echter op verschillende plaatsen ook over het gemeenschappelijk gebed. Ik bedoel daarmee niet slechts het samen spreken met God van twee mensen, die in het huwelijk met elkaar verbonden zijn of het gezinsgebed. Ook dat is heel belangrijk. Men krijgt helaas steeds meer de indruk dat dit soort gebeden steeds schaarser wordt.

Waar het mij nu om gaat is het gebed samen met medegelovigen, zoals we dat o.a. vinden in Hand. 1:14; 2:42b; 12:5b.

Verder vraag ik uw aandacht voor Matth. 18:18 en 19.

Genoemde Schriftplaatsen leveren m.i. het bewijs dat er in de eerste christengemeente het zgn. vrije gebed bestond, d.w.z. dat meerderen zich tijdens een samenzijn konden uitspreken in gebed.

Ik dacht dus dat hiermee niet alleen werd bedoeld het gebed zoals wij dat kennen in een eredienst, als de predikant de mond is van de gemeente en voorgaat in gebed. Natuurlijk, dan kunnen de kerkgangers van harte instemmen en als zodanig is het ook een gemeentelijk- en gemeenschappelijk gebed. Gebedssamenkomsten, bidstonden of hoe we het ook willen noemen, komen weinig meer voor in het kerkelijk leven. Men is er in het algemeen huiverig voor. We kunnen voor die huiver ook enig begrip hebben. Het is niet denkbeeldig dat dergelijke gebedssamenkomsten verwateren, omdat of altijd dezelfden aan het woord zijn, of omdat allerlei individuele gevoeligheden naar voren komen en het verzandt in een sentimentele sfeer. In het algemeen kunnen we zeggen dat geestelijke dingen teer zijn en waar het geestelijke wordt geprofaniseerd, daar wordt het afstotelijk.

Maar mogen we afwijzend staan tegenover deze gebedsvorm, omdat er wel eens excessen voorkomen? In deze lijn redenerend zou er in het geheel geen geestelijk- en kerkelijk leven mogelijk zijn.

Het verband waarin de tekst uit Matth. staat wijst naar de gemeentelijke praktijk. Zie vooral vs. 17. De Heiland heeft met deze woorden gewezen op de grote kracht en het grote belang van het gemeenschappelijke gebed. Hij heeft daaraan een rijke belofte verbonden.

Persoonlijk heb ik de rijke zegen van zulke gebedsstonden ervaren. Juist tijdens het gemeenschappelijk bidden ontving ik vaak antwoorden op vragen en kreeg ik licht in moeilijke zaken. Ik doel dan vooral op dingen in verband met het pastorale werk. Niet zelden kreeg ik in die ogenblikken een boodschap voor de prediking.

De sfeer van het gemeenschappelijk gebed wordt dan zuiver gehouden, als we het betrekken op de dingen die het Koninkrijk Gods betreffen, d.w.z. de bede om het verheerlijken van God, de voortgang van de arbeid, het belijden van onze schuld, de verwondering om de genade en de lofprijzing.

De vruchten van deze gebedsgemeenschap zijn vele. Het stimuleert om een des geestes te zijn. Hoe zouden we samen kunnen bidden, als er geen eensgezindheid is?

Wat kan men ook gezegend worden door het gebed van de ander.

Doordat men in het bijzijn van de ander zijn hart opent voor de Here, krijgt men eerbied voor het geloof van de ander. Het gevolg daarvan zal weer zijn dat men fijngevoeliger met alkaar omgaat en minder negatief-kritisch tegenover elkaar staat. Men leert elkaar beter zien en waarderen als mede-erfgenamen van het Koninkrijk der Hemelen.

Kortom, het beoefenen van het gemeenschappelijk gebed legt beslag des Geestes in een geloofsgemeenschap en de weldaad en kracht daarvan zal tevens merkbaar zijn naar buiten.

Vooral: allerlei werk zal veel vlotter gaan en er zal vaart komen in zaken die vroeger vast zaten.

Wanneer er in ons land aldus gebedshaarden werden gevormd en de nood van kerk en wereld voor het aangezicht van de Here werden gebracht, de Here gesmeekt werd om een nieuwe bezieling, zouden we dan niet op grond van Gods beloften mogen rekenen op verhoring?

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 november 1971

In de Rechte Straat | 32 Pagina's

HET GEBED

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 november 1971

In de Rechte Straat | 32 Pagina's