IRS cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van IRS te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van IRS.

Bekijk het origineel

HET ROOMSE STELSEL

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

HET ROOMSE STELSEL

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Gelovige, kerk en stelsel

Toen mijn boek „Moeder, ik klaag u aan" in 1958 verscheen, werd het fel bekritiseerd, niet alleen van r.k. zijde, maar ook vaak door protestanten. Tk heb echter de indruk, dat nu, negen jaar later, menig rooms-katholiek bereid is om te erkennen, dat de kern van mijn betoog juist is geweest.

Ik heb nl. in dat boek een zeer duidelijk onderscheid gemaakt tussen de roomskatholieke mens, voor wie ik alle liefde heb de r.k. kerk, waarvoor ik met Calvijn nog eerbied kan hebben inzoverre er de sporen van de Kerk van Christus in zijn terug te vinden, enerzijds en het r.k. stelsel anderzijds, waartegen mijn aanklacht zich richtte.

Wat is het roomse STELSEL?

Dat r.k. stelsel had ik in mijn boek aldus omschreven: „Onder het r.k. stelsel versta ik de anti-christelijke tendens in die kerk, die zich langs de weg van dogmata, instellingen en massahypnose tot een zelfstandige, onverwoestbare grootheid heeft gevormd en die tot zulk een sterke macht is uitgegroeid, dat zij het Evangelie in die kerk is gaan overheersen.

Ook in de protestantse kerken kunnen wij, evengoed als in de ziel van de afzonderlijke gelovigen, anti-christelijke tendenzen aanwijzen. Dat is de oude mens in de kerk en in de herboren mens. Maar deze tendenzen hebben niet via onfeilbare dogmata een geheel onafhankelijk leven gekregen.

Elke protestantse kerk stelt zich principieel onder de kritiek van het Woord van God, en daarom kan het meest geraffineerde protestantse stelsel steeds weer vernietigd worden door het tweesnijdende zwaard van dit Woord. Daarom kan men inzoverre niet van een protestants stelsel spreken" (a.w.p.43, 5e druk). Reeds in De Bazuin van 25 april 1959 schreef prof. dr. H. Cornelissen O.P. „Hegger ziet dat de gebreken (in de r.k. kerk) niet zuiver individueel zijn, dat wij niet alleen een Heilige Kerk van zondaars zijn, maar dat wij ook in de zonde solidair zijn, een groep vormen, een belangengemeenschap, dat er groepsegoe bestaat, evengoed als in andere groepen, die van Adamswege solidair zijn in de eigenliefde en in allerlei gebreken die daaruit voortvloeien.

Om deze groepsgebreken onder een naam te brengen, voeren wij de term „clan" in. Clan is volgens het woordenboek een stam, een gesloten groep, waarvan de meest kenmerkende trekken zijn: saamhorigheid en geslotenheid, zoals die feitelijk in allerlei clan-achtige groeperingen voorkomt, o.m. in bepaalde streken van ons land; betekent: afsluiting van andere groepen, angst voor beinvloeding; dwingelandij van regels naar binnen. De clan eist dat een lid van de clan geen geheim heeft voor zijn medeleden. Iedereen kan vragen: wat doe je, waar ga je naar toe, waarom doe je dat? Het eigen gebied van de geest, het geheim wordt niet geꤲbiedigd. De zeden en gewoonten worden diktatoriaal opgelegd; de vrijheid wordt niet voldoende geꤲbiedigd".

Precies datzelfde wat prof. Cornelissen „clan" noemt, heb ik in mijn boek aangeduid met de term: r.k. stelsel tegenover r.k. kerk. Ik zou echter niet graag het woord „r.k. clan" gebruiken.

Van de ene kant omdat dat in mijn oren grievend klinkt. Het heeft iets weg van „kliek". En wanneer wij een ander woord voor dezelfde zaak kunnen bezigen, dat in elk geval niet kwetsend is, dan meen ik dat we dat moeten doen.

En van de andere kant vind ik het woord „clan" te onschuldig. Het is een uitsluitend psychologische belichting.

Bij het r.k. stelsel is echter een sociaal-psychologische verklaring niet toereikend. De eenheid, de vastheid en de kracht van het r.k. stelsel worden gevormd door het leerstuk omtrent het pausdom, nl. dat deze de onfeilbare plaatsvervanger van Christus op aarde zou zijn.

Dit leerstuk moeten wij echter afwijzen als een verschrikkelijke dwaling, die Christus van Zijn plaats verdringt als het enige en waarachtige Hoofd van de gemeente, ook op de aarde. En de anti-christelijke macht, die uit deze dwaling voortvloeit en de macht van het r.k. stelsel vormt, moet ik dan ook beschouwen als een macht die zich stelt tegenover de macht, waarvan Jezus zegt: „Mij is gegeven alle macht in de hemel, maar ook OP DE AARDE".

Daarom zie ik in het r.k. STELSEL iets van de anti-christ tot openbaring komen. Het is hard om dit te moeten zeggen, maar ik meen dat een gelovige protestant die aanneemt dat het pausdom een loochening inhoudt van de plaats van Christus op aarde, dit zo wel m�zeggen. Een MACHT, die zich in de naam van Christus in feite stelt tegenover de MACHT, die Hem op aarde toekomt, kunnen we vanuit de Bijbel moeilijk anders zien dan als een stuk van de anti-christ.

Voor alle zekerheid wil ik echter nog eens onderstrepen, dat ik dus niet wil zeggen dat de r.k. KERK de anti-christ of een deel daarvan zou zijn. Het is van het grootste belang om dit onderscheid tussen KERK en STELSEL goed in het oog te houden.

Ditzelfde onderscheid trof ik in een andere vorm aan in De Nieuwe Linie van 22 okt. 1966. In het artikel „Een achtenswaardig rooms man" schreef dr. F. Sierksma over de kabinetskrisis. Ik citeer daaruit:

De eenheid

„Voor de individuele katholiek is de eenheid een heilige zaak.

De paus heeft er nog onlangs dringend vermanend aan herinnerd en zijn vermaan zal stellig niet zonder effekt blijven, want de eenheid is iedere roomskatholiek met de moedermelk ingegeven. Schisma is een vies woord.

Een buitenstaander kan soms verblijd staan te kijken, als hij een zgn. progressieve rooms-katholiek kritiek op zijn kerk hoort leveren, die een enkele maal niet zo ver van het blasfemische af ligt, om dan te merken, dat de betrokkene er niet aan denkt om die kerk ooit te verlaten. Dit eenheidsverlangen is bijna mysterieus (..)

Voor een buitenkerkelijke is dit minder hinderlijk dan het feit, dat deze alles beheersende drang naar eenheid en geborgenheid ook het politieke leven doordringt. Iedere tegenstelling, welke ook, is ondergeschikt aan de eenheid. Dit vindt men alleen terug bij de enige andere partij die in wezen dogmatisch is: de communistische".

„De KVP een onbetrouwbare party"

Dr. Sierksma raadt de niet-roomse politici aan om ook wat godsdienstsociologie en godsdienstpsychologie te studeren en vervolgt dan:

„Ze zullen dan de grote betekenis van het moedersymbool in de r.k. kerk begrijpen, dat samen met een autoritaire persoonlijkheidsstruktuur zo heilzaam is voor partijdiscipline. Dan zullen ze begrijpen, dat individuele K.V.P.ers in de hoogste mate betrouwbaar kunnen zijn, maar dat de KVP een onbetrouwbare partij is, moet zijn en zal zijn".

„Rome de onwaarachtige"

In precies dezelfde zin schreef ik in „Moeder, ik klaag u aan" over de onwaarachtigheid van het roomse stelsel (p. 73-76). Ik citeer daaruit:

„Rome heeft een uitgebreide garderobe. Zij heeft voor elke gelegenheid een eigen kleed. Zij hult zich in het gewaad, waarin zij het meest imponeert. Nu eens treedt zij ons tegemoet in de bestikte mantel van een koningin. Maar binnen enkele ogenblikken kan zij zich geheel omvormen en zit zij als een treurende langs de wegen, bedelend om medelijden.

Rome stelt zich aan als de eenzame martelares der eeuwen, als de altijd weer opgejaagde, als de vervolgde om Christus' wil. En zij vergeet dat de haat die zij ontketent, meestal haar politieke macht geldt. Garribaldi heeft Rome niet bestormd omdat hij Christus wilde treffen, maar omdat hij Itali韧root wilde maken, en omdat de paus met zijn wereldlijke macht hem hierin hinderde. Hij vocht tegen de kanonnen die vanuit de muren van Rome zijn legers bedreigden. Rome, de martelares achter de kanonnen! Rome, de onwaarachtige".

Ook ik heb in mijn boek duidelijk laten uitkomen, dat de onbetrouwbaarheid van het roomse stelsel samen kan gaan met de volstrekte betrouwbaarheid van afzonderlijke rooms-katholieken, nl. p. 46-47.

Het verheugt mij, dat men langzamerhand gaat inzien, dat achter mijn publikaties geen blind antipapisme heeft gestaan, maar een bepaald sociaal-psychologisch inzicht, waarmee men het al of niet eens kan zijn, verbonden met bepaalde bijbelse overtuigingen. Dat opent de weg naar een diepgaand en vruchtbaar gesprek over Reformatie—Rome.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 november 1967

In de Rechte Straat | 40 Pagina's

HET ROOMSE STELSEL

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 november 1967

In de Rechte Straat | 40 Pagina's