IRS cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van IRS te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van IRS.

Bekijk het origineel

waarachtige oecumenische liefde

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

waarachtige oecumenische liefde

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Wij hebben heel wat brieven ontvangen, waarin lezers van ons blad hun medeleven met het verlies van ons dochtertje hebben uitgedrukt. En we weten van vele anderen, die ons gesteund hebben met hun gebed.

Langs deze weg willen wij u allen daar hartelijk voor danken. Wat een gemeenschap der heiligen is dat! Wat is het fijn om op deze manier te proeven de heerlijkheid van de Éne Vader, in Wie wij ons verbonden weten.

Een priester schrijft:

Ik ontving echter ook brieven van deelneming van verschillende r.k. priesters. Uit ÉÉn van deze brieven citeer ik het volgende:

„In het laatste nummer van IRS las ik, dat uw gezin door een grote beproeving getroffen is. Gelukkig, dat u kon schrijven dat u beiden bijzondere kracht en troost van de Here hebt ervaren. Wat een weldaad is het geloof, dat het ons over zulke diep in het leven ingrijpende momenten kan heendragen!

Na zulk een aankondiging lijkt het mij overbodig, dat ik van mijn kant nog tracht om u de steun van geloofsmotieven aan te reiken. Wel wil ik u echter blijk geven van mijn menselijk meeleven, want al draagt u het verlies, u zult het toch als een verlies en gemis ervaren. Wilt u mijn condoleances ook overbrengen aan uw vrouw, al ken ik haar dan niet persoonlijk. Hoe erg ook voor de vader, de moeder lijdt nu eenmaal altijd meer door zulk een verlies".

„De liefde wordt niet verbitterd" (1 Kor. 13:5)

Deze priester is overtuigd rooms-katholiek. Hij zal zijn kerk steeds met alle kracht verdedigen. Maar dat vind ik nu juist de ware, de verheven oecumene, nl. dat je in elkander ziet dezelfde gemeenschap met de Here, dezelfde liefde en dankbaarheid jegens de Vader in de hemelen, dezelfde verbrokenheid des harten en hetzelfde vertrouwvolle geloof in Jezus Christus, - en dat je tegelijk rustig over de diepe verschillen die ons nog steeds van elkaar scheiden, kunt spreken, zonder je kwaad op elkaar te maken. Deze waarachtige oecumenische liefde houdt in, dat je op geen enkele wijze de ander wilt kwetsen, maar ook dat de ander vertrouwt in je goede bedoelingen.

Wanneer protestanten en rooms-katholieken in een gesprekscentrum angstvallig de besprekingen van de diepere verschillen zouden vermijden, dan zit daar een betuigen van onmacht in. Dan drukt men daardoor - zonder het te weten uit dat men bij zichzelf en bij de ander niet voldoende zelfbeheersing en dus niet genoeg liefde aanwezig acht om rustig zulk een gesprek te kunnen voeren.

Christus maakt ons ÉÉn

Dezer dagen moest ik ergens een spreekbeurt vervullen. Ik was toen uitgenodigd om van te voren een dame van 87 jaar te bezoeken. Een lieve oude mevrouw. Diep gelovig! Wat was het heerlijk om naar haar te luisteren. Ze was roomskatholiek geweest, thans lid van de hervormde kerk. Maar het was alsof allerlei praktijken en beschouwingen van haar rooms-katholieke verleden gesublimeerd, omgevormd waren tot ÉÉn rijk geheel.

Ze zei mij b.v., hoe ze elke avond neerknielde voor haar bed om de Here vergeving te vragen over haar zonden. Ja, je kon merken hoezeer zij leefde vanuit de verootmoediging en de genade. Ze kon het zo van harte beamen, die woorden uit het oude „De profundis": Zo gij de ongerechtigheden gadeslaat, O Heer, wie zal dan bestaan?". En dan daartegenover die verrassing om de oneindige barmhartigheid van de Here die altijd weer blijft vergeven om Christus' wil, niet zeven uren, niet zeven dagen of zeven jaren, maar zeven maal zeven maal zeven enz. jaren. Altijd weer door, ook nu in haar zevenentachtigste jaar. En toen ze dat allemaal zo tegen mij zei, was er dat wederzijds begrijpen, zo in de zin van: „Ja hÉ, wat is onze Here toch goedertieren en trouw. Wat zijn wij begenadigd!".

Bidden tot Sint Antonius

Er waren nog heel wat meer heerlijkheden Gods waarover wij met elkaar spraken, maar ik wil nog dit vertellen. Op een gegeven ogenblik zei ze - en ze keek mij daarbij bijna ondeugend aan, terwijl ze het mij met haar Brabantse accent vertelde: „Als ik iets kwijt ben, dan bid ik nog altijd tot Sint Antonius, de patroon van de verloren zaken. En beslist, ik meen dat het helpt". En ze wees mij op een crucifix. „U zult het misschien niet goed vinden, zo'n kruis waar Ons Lief Heer aanhangt, maar ik kan het toch niet wegdoen. Ik bid er niet voor, dominee, dàt niet".

De lezer zal verstaan, dat ik met deze dame geen zware theologische boom ging opzetten, waarom dit allemaal toch niet juist is. Overigens moet ik zeggen, dat ik lange tijd, toen ik al jaren gereformeerd predikant was, wel eens de neiging had om ook tot Sint Antonius te bidden, als ik iets maar niet vinden kon. Ik was mij echter al te zeer ervan bewust, dat dit verlangen een natuurlijke uitlaatklep is voor je verstoordheid omdat je iets wat je beslist nodig hebt op dat moment, kwijt bent. Ik heb haar echter maar niet lastig gevallen met deze verklaringen uit de diepte-psychologie.

Aanwezig door het gebed

Daar onze tijd beperkt was, namen we op tijd de gelegenheid om samen te bidden. Ze deed het op een eenvoudige, lieve en toch indringende manier. En toen ik wegging, zei ze: „Dominee, ik zal de hele avond bij u zijn met mijn gebed. Ik zal voortdurend blijven bidden, dat de Geest Gods niet van u wijkt en u Zijn woorden in de mond legt".

Wat voel je je gesterkt, wanneer je zo gedragen wordt door het gebed. En inderdaad die avond - het was in Driebergen - werd een prachtige samenkomst. Verschillende rooms-katholieken namen deel aan de gedachtenwisseling en we drongen diep door tot de kern van het Evangelie.

Maar telkens kwam even de gedachte bij mij op aan die lieve zuster in de Here, aan dit oude moedertje, en het was of ik de kracht van haar gebed bijna tastbaar voelde.

Ja, heerlijk is de gemeenschap der Heiligen, de eenheid van hen die zich geheiligd weten door het bloed van Christus.

REFORMATIENUMMER „DE OPEN DEUR"

Met veel genoegen heb ik dit nummer, dat ik ter recensie ontving, gelezen (Uitg. „De Open Deur Onderweg", Scheveningseweg 72, Den Haag).

Het lijkt mij het beste een paar uitspraken aan te halen:

„Beweer ik nu dat de tegenstellingen tussen Rome en Protestantisme de moeite niet meer waard zijn? Ik denk er niet over. Daarmee zouden we noch Rome noch het Protestantisme een dienst bewijzen" (dr. J. J. Buskes).

„Aan de universiteit van Erfurt was Luther gevormd in een christendom dat leefde uit het aanvaarden van waarheden, uit de vervulling van Gods geboden en het ontvangen van sacramenten als genademiddelen. In zijn machteloze worsteling om heilszekerheid in dit veruiterlijkte christendom heeft Luther bij de bestudering van de werken van Augustinus te Wittenberg een christen ontmoet, wiens geloof opbloeide uit de levende, persoonlijke omgang met Christus in het Woord Gods van de Schrift. In zijn 95 stellingen van 1517 keert Luther zijn geloofsfelheid niet op de eerste plaats tegen de leer van de aflaten en de goede werken, maar tegen de valse menselijke zekerheid die christenen hierin zoeken" (dr. H. A. M. Fiolet, r.k. priester).

„Het is ÉÉn van de merkwaardigste dingen in onze tijd, dat ook in roomskatholieke kring zelf de hele beeldvorming van kerk en priester grondig begint te veranderen. Men gelooft steeds minder aan een massaal heils-instituut, dat onpersoonlijke goddelijke krachten tussen hemel en aarde transporteert" (dr. K. J. Kraan). Ik ben het ook hierin eens, mits eraan wordt toegevoegd: „roomskatholieke kring vooral van Nederland". Immers de encycliek over het celibaat gaat nog volkomen uit van het oude rooms-katholieke beeld van kerk en priester. En wie geregeld de Osservatore Romano leest en daarin de wekelijkse toespraken van de paus, merkt zo goed als geen veranderingen. En de Oss. Rom. is toch nog steeds de krant van het Vatikaan. Lees ook de scherpe aanval van Paulus VI op de vernieuwers (p. 24).

Overigens vind ik dit reformatienummer een goed voorbeeld van een geslaagde poging tot een eerste getuigend gesprek met Rome. Waardevol wordt het echter vooral dan, wanneer men in een volgend gesprek ook ingaat op de verschilpunten Reformatie—Rome.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 oktober 1967

In de Rechte Straat | 32 Pagina's

waarachtige oecumenische liefde

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 oktober 1967

In de Rechte Straat | 32 Pagina's