De belijdenis van een monnik

En het jaar 1776. In Bazel. Zwitserland.

Enkele arbeiders zijn bezig met het slopen van een oud gebouw. Het was Toeger een klooster geweest. Nu geheel vervallen.

Ze staan op de zware muren. Ze voelen iets van de sloperswoede, de slopers vreugde. De steen laat gemakkelijk los. De specie is immers geen cement, maar zalk.

Dan stoten ze ineens op een doos. Het werk valt stil. Wat zal er inzitten? Dude dukaten, zilverstukken?

Ze openen de doos. En vinden alleen een oud, vergeeld papier. Met zeer oud handschrift.

Het wordt door kenners ontcijferd. En er blijkt dit op te staan:

Mijn belijdenis

O zeer barmhartige God! Ik weet dat ik aan uw gerechtigheid slechts kan voldoen door te bouwen op het verzoenende werk van Jezus Christus, Uw Zoon. Ik kan slechts behouden wordeni door Hem.

Heilige Jezus, heel mijn zaligheid is in uw handen. Gij kunt de handen van Uw liefde niet van mij aftrekken, want Gij hebt mij geschapen en verlost; Gij hebt in grote genade en op onuitwisbare wijze mijn naam met een ijzeren pen geschreven in Uw zijde, in Uw handen, op Uw voeteni...

Ik kan deze dingen niet belijden met mijn mond, maar ik kan ze tenminste belijden met mijn pen en met mijn hart.

Martinus, Karthuizer monnik.

„Ik kan ze niet belijden met mijn mond..." Waarschijnlijk bedoelde die monnik daarmee de kloosterregel van de karthuizers, die hem oplegde om altijd te zwijgen, met uitzondering dan van het gezamenlijke koorgebed met zijn vaste formuliergebeden).

Wat bracht die monnik ertoe om deze belijdenis in die muur te metselen? Deed hij het alleen? Deed hij het in het geheim? Vermoedelijk wel, anders zou het stuk wel door meerderen ondertekend zijn.

Waarom deed hij dat? Misschien was de liefde Gods hem te machtig geworden in zijn eenzame cel. Hij moest het uitzingen. Hij moest het vereeuwigen, zijn dankbaarheid om zijn behoud door Jezus Christus. Ik beluister hierin iets van de woorden van Jezus: „Indien dezen zwegen, zouden de steneni roepen" (Luk. 19:40).

En u? Brandt de liefde Gods als een vuur in u? U behoeft uw belijdenis niet te metselen in een muur. U kunt elke dag getuigen van de liefde van Christus, van de behoudenis die er is in Zijn bloed.

Uw getuigenis kan als een steen vallen in de vijver der eeuwen. Gods Geest kan uw getuigenis gebruiken om anderen tot bekering te brengen, die op hun beurt weer getuigen en door God gebruikt worden om anderen tot Hem te brengen. Zoals de kringen die zich vormen rondom de plek waar de steen in de vijver viel. Kring na kring.

Tot lof van de heerlijkheid van Gods genade.

Gods lof

JEZUS CHRISTUS, onze Hogepriester, Die onze zwakheden meevoelt (Hebr. 4:15);

moge Uw kracht in ons wonen (2 Kor. 12:9).

JEZUS CHRISTUS, Die in onze betrekkingen tot God een barmhartig en getrouw Hogepriester zijt tot uitboeting der zonde van het volk (Hebr.2:17); Gij zijt Dezelfde, gisteren en heden en in eeuwigheid (Hebr. 13:8).

JEZUS CHRISTUS, Die door het Offer van Uw Lichaam ons ꨮs en voor al hebt geheiligd (Hebr. 10:10);

maak onze harten sterk en onberispelijk in heiligheid voor het aanschijn van God, onze Vader, bij U w komst met al Uw heiligen (1 Tess. 3:13).

JEZUS CHRISTUS, Die door een eeuwige Geest U als smetteloos Offer opdroeg aan God en Die door U w Bloed ons geweten reinigt van dode werken tot de dienst van de levende God (Hebr. 9:14);

wij vragen God, dat onze liefde steeds meer moge winnen aan kennis en zedelijk inzicht om scherp het goed van het kwaad te onderscheiden (Fil. 1 : 9 ) 10)

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Terug naar resultaten Printen