IRS cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van IRS te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van IRS.

Bekijk het origineel

De Sacramentsmirakeken

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Sacramentsmirakeken

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Minstens even duidelijk blijkt de beleving van de leer van de transsubstantiatie in het r.k. verleden door de viering van allerlei z.g. Sacramentsmirakelen. Wij noemen er enkele op. Allereerst:

HET WONDER VAN HET H. BLOED TE BOXMEER

„In het jaar 1400 toen de Z.E.H. coen pastoor was van Boxmeer, heeft in de parochiekerk een groot wonder plaats gehad.

Zeker priester, wiens naam de geschiedenis niet vermeldt, las de H. Mis. Na de consecratie twijfelde hij aan de wezenlijke tegenwoordigheid van Jezus Christus onder de gedaant en van brood en wijn.

God had diep medelijden met zijn gevallen dienaar. Nu die gevallen priester niet zijn Woord geloofde, dat Hij in de H. Schrift en door de mond van zijn onfeilbare Kerk tot hem sprak, wilde Hij hem overtuigen door zijn veel meer aan dwalingen onderhevige zintuigen.

De gedaante van wijn in de kelk veranderde eensklaps in de gedaante van bloed. . . , dit bruiste op, stroomde gedeeltelijk over de rand van de kelk en vloiede op de corporaal (= altaardock). De priester, dit ziende, deinsde van angst en eerbiedige vrees achteruit en al het volk, dat in de kerk aanwezig was, stond verbaasd en naderde het altaar om het grote wonder beter te kunnen aan schouwen.

De genade van God trof de gevallen priester; met gebroken hart smeekte hij om vergiffenis voor zijn vreselijke zonde en al het volk bad met hem. En in Zijn oneindige barmhartigheid verstootte God het gebed niet van de terugkerende verloren zoon.

Nauwelijks had de priester zijn schuld beleden, of tot geruststelling van zijn bang geweten en tot teken van vergiffenis veranderde nu de gedaante van bloed dat nog in de kelk was, weer in de gedaante van wijn. zodat hij het H. Offer kon voortzetten. Doch datgene wat op de Corporaal was gestort, bleef de gedaante van bloed behouden en is als zodanig samengeronnen ter grootte van een muskaatnoot, en in deze vorm is het onveranderd gebleven tot op de dag van heden".

(Uit: Handboekje voor de vereerders van het H. Bloed te Boxmeer , bl. 5-7). In onze tijd zijn er heel wat priesters, althans in Nederland, die openlijk de vroegere leer van de transsubstantiatie in twijfel trekken. Wij horen echter van geen enkel geval, waardoor op grond van zulk een twijfel de gedaante van wijn veranderd is in de gedaante van bloed.

HET MIRAKEL TE AMSTERDAM

Oorzaak van de „Stille Omgang"

„Te Amsterdam werd, in het jaar 1345, een H. Hostie in het vuur geworpen, welke door een zieke was uitgebraakt. De vlammen kregen er geen vat op, maar zij bleef ongedeerd schitteren in het vuur. Later werd een kapel gebouwd ter ere van deze Hostie, die in 1352 werd vernield. Ook in deze brand werd de H. Hostie door het vuur gespaard. Ter herdenking van het mirakel trekken jaarlijks nog duizenden in stilte langs de aloude bedeweg en rond de plaats tussen Kalverstraat en Rokin, waar eertijds de kapel gelegen was". (Missaal, uitg. Het Spectrum, bl. 1421).

Slordig met de waarheid

Merkwaardig is, dat men zo gemakkelijk dergelijke wonderen als waarheid voor God uitspreekt in de liturgie. Het gebed van de mis ter ere van het mirakel van Amsterdam begint aldus:

„God die door het eerbiedwaardige Sacrament van uw Lichaam en Bloed de stad Amsterdam door ontelbare mirakelen hebt verheerlijkt…"

DE MIRAKULEUZE HOSTIE VAN BREDA

„In het begin van de 14de eeuw werd te Klundert of Nieuwervaart bij het turfsteken in de grond een blanke Hostie gevonden, waaruit bloed vloeide. Zij werd in plechtige boetprocessie naar de kerk teruggebracht, waar zij spoedig het voorwerp van bijzondere verering werd. In 1449 werd de H. Hostie naar Breda overgebracht. Tot dankbare herinnering wordt nog steeds elk jaar het feest gevierd op 20 juni" (ib. bl. 1451).

HET SAKRAMENTSWONDER TE MEERSSEN

In 1222 moet er het volgende wonder hebben plaatsgegrepen:

„Een priester van de kerk van Meerssen had tijdens het opdragen van de Mis verzuimd bij de offerande wijn en water in de kelk te doen. Toen hij dat bij het pater noster eerst bemerkte, zette hij toch de mis voort, liet het partikel van de geconsacreerde hostie op de gewone wijze in de kelk vallen en toen vloeide daaruit bloed en water, waarmee de kelk zich vulde" (Aldus C. Bloemen, in: „De Basiliek van Meerssen", 1961, p. 97).

„In 1465 had een nieuw sakramentswonder plaats. De kerk van Meerssen was in brand gestoken door de soldaten van Roes van der Rivieren.

Een jonge arbeider, die in de buurt van Raar op zijn veld bezig was met ploegen, zag de vlammen uit de kerk slaan, rende er naar toe, bedacht zich niet en ging ondanks het hevige vuur de kerk binnen, wist het heilige sacrament te bereiken en bracht dit ongeschonden, zonder dat hemzelf iets was overkomen, naar buiten, waar hij het aan de verschrikte priester kon overreiken onder verbazing van de toegestroomde parochianen. Toen hij op zijn veld terugkeerde, zag hij hoe tijdens zijn afwezigheid — door een engel Gods, naar hij veronderstelde — het ploegwerk op zijn akker was voortgezet.

Gebeurtenissen die zich al eens eerder onder soortgelijke omstandigheden hadden voorgedaan meer dan een eeuw vroeger, in 1342, toen in het Brabantse dorp Stiphout bij een brand in de kerk op eenzelfde wijze het heilig sacrament gered werd door een jonge boer die bezig was op zijn land te werken.

Dergelijke wonderen zijn overigens vaker voorgekomen en zij hebben niet weinig bijgedragen tot de in die tijd sterk in de aandacht staande eucharistische devotie" (p. 108).

Zie verder het hieronder volgende artikel van mevr. Dekker:

Zal Meerssen standhouden ?

In „ De Nieuwe Limburger" van 3 juni 1962 trof ik een artikel aan onder het opschrift:

„Pronkstuk Maasgothiek in Meerssen blééf door de devotie der Katholieken". Eenieder die daarvoor in de gelegenheid was, werd dringend aangeraden deze prachtige basiliek te gaan bezichtigen. En omdat ik in de direkte omgeving van Meerssen verbleef en veel belangstelling heb voor oude bouwkunst, begaf ik mij op weg naar genoemde basiliek.

De basiliek is inderdaad bijzonder mooi en een bezoek beslist waard, maar wat ik er meemaakte, vond ik minder mooi.

Het was die zondag, 4 juni. dubbel feest in Meerssen, n.l. Sakramentsprocessie en kermis.

De straten waar 's morgens de processie was doorgetrokken, waren versierd met vlaggen en in de open ramen zag men hier en daar geïmproviseerde altaartjes met kaarsen en bloemen.

In die aldus versierde straten trok nu een grote menigte ouders met kinderen naar de basiliek waar naar men mij vertelde, enige dagen tevoren de bisschop het oktaaf had geopend ter ere van het H. Sakrament. Dit hield in, dat men op acht achtereenvolgende dagen bepaalde gebeden moest opzeggen en een omgang om het altaar moest maken, wilde men de daaraan verbonden aflaat verdienen. Bovendien zou diezelfde middag de kinderzegening plaats hebben. Ik wilde het prachtige altaar van nabij gaan bewonderen en begaf mij naar voren. Ik kwam echter terecht in een menigte mensen die langzaam schuifelend om het altaar heen liepen. Iedereen streek dan aan de achterzijde van het tabernakel met de hand over een donkere plek, die. naar men mij later zeide, bloed zou zijn. Ik zag zelfs een moeder, die het slappe handje van een zeer kleine baby over die zwart e plek wreef.

(Ik vermoed, dat die plek gewoon zwart is geworden door het voortdurende strijken ervan. Immers het boekje over Meerssen vermeldt hier niets van. Men is dat tabernakel gaan betasten, omdat daarin vroeger de wonderbaar geredde Hostie werd bewaard. Men hoopte dat op deze manier er een wonderbare genezende kracht over zou gaan in het lichaam van degene die dat tabernakel aanraakte. H.J.H.).

In de kerk was het een enorm lawaai. Alles liep door el kaar. Er werd gebeden en er werd gepraat en vele kinderen liepen huilend door de kerk aan de hand van vader of moeder of lagen op een bank tegen moeder aan te krijten. Waren ze moe? Of bang, omdat ze niet wisten wat er met hen gebeuren zou? Of wilden ze alleen maar naar de kermis, waar van de lokkende tonen helder tot in de kerk doorklonken? Ik weet het niet.

Wat is er toch veel aan het veranderen in de r.k. kerk. We leven nu twee jaar later en intussen zijn er al heel wat nieuwe gedachten aan het doorbreken juist ook over de eucharistie. De bedevaart plaats, Meerssen, zal geen stand kunnen houden. En wat is het verblijdend, dat dit gebeurt door de werking van Gods Woord binnen de r. k. kerk.

Ik dacht aan de woorden van Amos 5 : 4 - 6 :

„ Want zo zegt de Here tot het huis Israëls: Zoekt Mij en leeft! Maar zoekt Bethel toch niet en komt niet naar Gilgal en trekt niet naar Berseba, want Gilgal wordt onherroepelijk weggevaagd en Bethel gaat teniet. Zoek de Here en leef!" Laten wij hopen, dat al die novenen, aflaten, processies en beeldenvereringen weldra geheel in de r. k. kerk zullen verdwijnen, want al die dingen verduisteren immers het Evangelie en nemen de belangstelling weg voor het zui vere Woord des Geestes. Er staat niet geschreven: „Mijn volk gaat ten onder, omdat het geen processies of novenen meer houdt en niet meer aan beeldenverering doet", maar wel: „Mijn volk gaat te gronde door het gebrek aan kennis"( Hos. 4:6).

Kennis wel te verstaan van het levende, herscheppende eeuwige Woord Gods.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 april 1965

In de Rechte Straat | 32 Pagina's

De Sacramentsmirakeken

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 april 1965

In de Rechte Straat | 32 Pagina's