Wat gebeurde er te Banneux?

Dat is de titel van de Vlaamse uitgave van het boek van Mgr. L. J. Kerkhofs de bisschop van Luik, tot welk bisdom ook Banneux behoort.

Wij willen enkele citaten uit dit boek hier aanhalen en een vergelijking maken tussen wat de r.k. bisschop zegt en wat de Bijbel zegt. Wij gebruiken Haarbij de r.k. vertaling.

„Maria Verlosser Vóó de Verlosser

Mgr. Kerkhofs:

„Alles komt van Christus, Maria inbegrepen. Alles begint bij 6 Maria,Christus inbegrepen. In zekere zin is Maria de Verlosser vóór de Verlosser. Daar waar Christus niet is, is Hij reeds door Maria." (p. 50).

De Bijbel:

„Toen zeiden de Joden tot Hem: Gij zijt nog geen vijftig jaar en Gij hebt Abraham gezien? Jezus antwoordde hun: Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: Voor Abraham werd, ben Ik" (Joh. 8:57, 58).

Onze redding hangt af van Maria

Mgr. Kerkhofs :

„Wij moeten begrijpen dat onze redding van Haar afhangt. Maria moét er zijn. Zij houdt het lot van de volkeren en van de mensheid in handen.

Zij wil en Zij Kan. Maar bij gebrek mact dikwijls gebonden (zij is het tegenwoordig al te dikwijls, helaas!) omdat wij slechts met lauwheid geloven en bidden. Daarom heeft Zij zich gewaardigd te verschijnen. Als wij waarlijk in Maria gelaven, als wij Haar werkelijk uit geheel ons geloof en uit geheel onze liefde zeggen: Spes unica nostri et mundi (de enige hoop van ons en van de wereld), dan Zij haar macht kunnen ontplooien in een mate, die wij nauwelijks durven verhopen en die alles wat vroeger tijden zagen, zal overtreffen". p. 50-51.

De Bijbel:

„Tenslotte nam de duivel Hem mee naar een heel hoge berg, vanwaar hij Hem alle koninkrijken der wereld toonde in hun heerlijkheid. En hij zeide: Dat alles zal ik U geven, als Gij in aanbidding voor mij neervalt. Toen zeide Jezus hem: Weg, satan; er staat geschreven: De Heer uw God zult gij aanbidden en Hem alleen dienen." (Mat. 4:8-10).

Wanneer wij een schepsel de enige hoop van de wereld noemen, dan is dat een soort aanbidding. Maar zelfs een religieus dienstbetoon (de z.g. douleia) mag alleen aan God gebracht worden. Wanneer dus de r.k kerk zegt, dat wij aan de heiligen wélk zulk een verering van dienstbetoon aan de heiligen mogen toebrengen, dan antwoorden wij met Christus in een beroep op het geschreven Woord: „Hem alleen zult gij dienen".

Maria is het begin van elke genade

Mgr. Kerkhofs:

„Maria is de „voorkomende genade". Het komt Haar toe, ons vóór te bereiden, ons ge-schikt te maken. Waartoe zou de Verlosser dienen, zo wij, bij gemis aan voorbereiding, onbekwaam waren één met Hem te worden? Elke genade, elke heilzame opwelling van onzentwege is een kosteloze gave, waarvan het initiatief niet bij ons ligt". (p. 52). „Maria is het begin. Zonder Haar zou in de Heilsorde niets geschieden, omdat niets zou beginnen" (p. 53).

De Bijbel:

„Hij (Christus) is het begin" (Kol. 1:18). „Daarom ver-trouw ik vast, dat Hij die het goede werk in u heeft aangevangen, het zal voltooien tot op de Dag van Christus Jezus" (Fil. 1:6).

Kan men dlan niet op Christus rekenen?

Mgr. Kerkhofs:

„Voelen wij allen in ons diepste zelf niet een zekere vrees voor God? Wij zijn te onwaardig, wij durven Hem niet te genaken. Wij hebben te weinig vertrouwen. Hoeveel miljoenen zondaars zouden zijn verloren gegaan, indien zij Maria niet hadden gekend, die niemand afschrikt? In angst, bij een plotseling gevaar, onder de last van de wroeging neemt men instinktmatig tot Haar zijn toevlucht, omdat men er zeker van is, op Haar te mogen rekenen" (p. 71).

De Bijbel:

„Nu wij een verheven Hogepriester hebben, een die de hemelen is doorgegaan, Jezus, de Zoon van God, moeten wij vasthouden aan onze belijdenis. Want wij hebben geen hogepriester die niet in staat is mee te voelen met onze zwakheden. Hij heeft volkomen dezelfde beproevingen gekend als wij, maar Hij heeft niet gezondigd. Laten wij daarom vol vertrouwen ons wenden tot de troon der genade om ontferming en genade te verkrijgen en hulp te vinden nu het nog tijd is" (Hebr. 4:14-16).

Jezus berispt de Zijnen, als zij te weinig vertrouwen in Hem hebben. Bijv. „Waarom zijt gij bang, kleingelovigen?" (Mat. 8:26). De r.k. kerk echter keurt dat blijkbaar niet af, maar ze zegt: Stel uw vertrouwen op Maria.

„Geloot in Mij, Ik zal in u geloven"

Deze woorden zou de verschijning in Banneux gezegd hebben tot Mariette Béco, een meisje van twaalf jaar. Mgr. Kerkhofs tekent bij die woorden aan:

„Deze woorden klinken echt evangelisch. Ze herinneren ons aan de grote wet van de wederkerigheid, die de betrekkingen regelt tussen God en de mens." Geef en u zal gegeven worden". „Oordeelt niet en gij zult niet geoordeeld worden", enz. Deze onontkoombare wet geldt ook in het rijk van Maria" (p. 72).

De Bijbel:

„Wie in de Zoon gelooft, heeft het eeuwige leven" (Joh. 3:36). „Ook al is elke mens eert leugenaar, wij moeten vasthouden aan de waarachtigheid Gods" (Rom. 3:4). „Draagt als een heilige priesterschap geestelijke offers op, die welgevallig zijn aan God door Jezus Christus. Daarom staat er in de Schrift: Zie, Ik leg in Sion een steen, een uitverkoren hoeksteen. En wie op Hem vertrouwt, zal niet worden teleurgesteld" (1 Petr. 2:5-6).

Maria bewerkt onze eenwording met Christus

Mgr. Kerkhofs :

„De Maagd-Middelares werkt in ons binnenste, en zonder onze vrijheid geweld aan te doen vergemakkelijkt Zij, zo nodig, een onderwerping, waartoe onze gevallen natuur niet in staat zou zijn.

(..) Maria doet de eerste stap, trekt aan door haar moederlijke tederheid, bidt het eerst en verwekt in onze harten het onontbeerlijk gebed, stelt ons in de tegenwoordigheid van Christus, openbaart Hem, bewerkt onze één wording met Hem" (p. 57-58).

De Bijbel:

„Dan zal de Vader op mijn gebed u een andere Helper geven om voor altijd bij u te blijven: de Geest van de waarheid.... Hij blijft bij u en zal in u zijn" (Joh. 14:16, 17).

„Wanneer Hij echter komt, de Geest der waarheid, zal Hij u de volle waarheid brengen".

„Hij zal Mij verheerlijken, omdat Hij aan u zal verkondigen wat Hij van Mij ontvangen heeft" (Joh. 16:13, 14).

SLOTBEMERKINGEN:

1. Aan de r.k. lezer : Vergelijk deze uitspraken van mgr. Kerkhofs eens met wat de Bijbel zegt. En het gaat nu niet zo zeer over afzonderlijke teksten, maar over het geheel van de Bijbel. De Bijbel tekent ons een gelovige als iemand, die niet op mensen vertrouwt. Nergens wordt er in het Nieuwe Testament gewag van gemaakt, dat wij op iemand anders ons vertrouwen zouden mogen of moeten stellen dan op Jezus Christus. Mgr. Kerkhofs zegt, dat de inhoud van de boodschap, die de verschijning in Banneux heeft verkondigd, „zo verheven is, dat wij, de voorspelling van de H. Grignion de Montfort indachtig niet aarzelen er een voorspel van het aangekondigde Rijk van Maria in te zien" (p. 81). "Wij echter kunnen en moeten zeggen, dat wij in deze boodschap een voorspel zien van het aangekondigde rijk van de antichrist. Want de inhoud van deze boodschap gaat geheel en al in tegen de kern van het Evangelie van Jezus Christus.

Wat mgr. Kerkhofs in zijn boek over Banneux schrijft, is een ontluistering van de Drieënige God.

Het is een aantasting van de eer van God de Vader, aan wie alleen de almacht toekomt, wanneer mgr. Kerkhofs van Maria schrijft „Principieel is haar macht onbeperkt" (p. 72), en als hij haar noemt de „Koningin des hemels", in wie wij zonder meer moeten geloven en die haar echtheid niet met wonderen behoeft te „bewijzen", „wanneer het Haar behaagt tot ons neer te dalen". Dat Maria zou doen, wat haar behaagt, staat ook geheel in tegenspraak met haar ootmoedige belijdenis: „Zie de dienstmaagd des Heren; mij geschiede naar uw woord".

Het is een aantasting van de eer van God de Zoon. wanneer Maria genoemd wordt „de enige hoop van de wereld". Want de Bijbel spreekt slechts over „Christus Jezus, onze hoop" (1 Tim. 1:1). Wij smeken u daarom: „laat u niet afbrengen van de hoop van het Evangelie" (Kol. 1:23. NBG). En die hoop is Jezus Christus alleen.

Het is een aantasting van de eer van de Heilige Geest, wanneer mgr Kerkhofs schrijft, dat Maria „in ons binnenste werkt en onze eenwording met Christus bewerkt" (p. 57-58). Want Christus heeft dit werk uitsluitend aan zijn eigen Heilige Geest toevertrouwd.

Wij smeken u, r.k. lezers, toetst todh al deze dingen aan het eeuwige Woord van God. Eenmaal zal God van ieder van ons verantwoording vragen, wat wij gedaan hebben met Zijn woord, dat Hij schriftelijk heeft laten vastleggen in de Bijbel. Wanneer het dan blijkt, dat u in uw leven meer vertrouwd hebt op woorden van allerlei verschijningen uit de andere wereld dan op Gods eigen geschreven woord, dan zal Gods vloek u zeker treffen, zoals Paulus zegt: „Maar ook al zouden wijzelf of een engel uit de hemel u een evangelie verkondigen dat afwijkt van wat wij u hebben verkondigd, hij zij vervloekt" (Gal. 1:8). Wanneer u dus Gods Woord aldus versmaadt, dan zult u eenmaal moeten horen: „Gaat weg van Mij, vervloekten, in "het eeuwige vuur dat bereid is voor de duivel en zijn trawanten" (Mat. 25:41).

2. Aan Kardinaal Alferink :

Hoe durft u, met de pracht en de praal en met het gezag van u als kerkvorst, zulk een onbijbelse Mariaverering aan te moedigen? Eenmaal zult u voor God rekenschap moeten afleggen, omdat u aldus tienduizenden mensen, wellicht miljoenen, aftrekt van Jezus Christus, onze enige hoop. Ontzettend is de verantwoording die u op zich neemt.

"Weet u dan niet, wat er in de Bijbel staat over de trouweloze herders? Lees dan eens bijvoorbeeld Zadh. 10 en 11. Ik wil citeren uit de r.k. vertaling:

„Waarachtig, de terafim hebben bedrogen, de waarzegggers leugen aanschouwd. Lege dromen verkondigd, met ijdele beloften gepaaid" (Zach. 10:2. Terafim = beeldjes die in de huizen werden vereerd, en waarop de mensen hun vertrouwen stelden). Wat is er in Banneux anders gebeurd? Ook daar worden lege dromen verkondigd en worden de mensen met ijdele beloften gepaaid.

En Jer. 23:1 „Wee de herders, die vernielen en verstrooien de kudde mijner weide, spreekt Jahwe! Daarom spreekt Jaweh, Israëls God, over de herders, die mijn volk moesten leiden: Gij hebt mijn schapen verspreid en verstrooid, en die niet willen zoeken; nu kom ik u zoeken om de boosheid uwer werken, is de godspraak van Jaweh".

Wij moeten de schapen leren luisteren naar de stem van de Goede Herder, die gezegd heeft: „Ik ben de goede herder. Ik ken de mijnen en de mijnen kennen Mij" (Joh. 10:14). Alleen dan zijn ook wij trouwe herders, in dienst van de grote Goede Herder.

Maar als wij de schapen leren om te luisteren naar een andere stem, ook al beweert men dat het de stem is van Maria, de moeder des Heren, dan verstrooien wij de schapen. Dan zijn wij mede oorzaak dat zij hun eeuwige ondergang tegemoet gaan. Want er is geen zaligheid buiten Christus (Hand. 4:12).

Kardinaal Alfrink ook naar Lourdes

Van 6—9 juni a.s. zullen ongeveer 75.000 soldaten uit 20 landen naar Lourdes trekken onder leiding van de kardinalen Feltin (Frankrijk), König (Wenen) en Alfrink (Nederland) Lourdes is de grootste bedevaartplaats van de wereld. In 1962 kwamen er 2,7 miljoen pelgrims, in 1963 2,9 miljoen. Dit jaar verwacht men er meer dan 3 miljoen.

3. Aan de grote familie van de I.R.S. :

Laten wij werken, terwijl het nog dag is en de heerlijkheid verkondigen van Jezus Christus, de enige en volkomen Zaligmaker voor hen die in Hem geloven.

GIFTENVERANTWOORDING

Vanwege de enorme drukte zijn we ook deze keer niet klaar gekomen met de giftenverantwoording. We moeten dat dus nóg een keer uitstellen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Terug naar resultaten Printen