IRS cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van IRS te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van IRS.

Bekijk het origineel

IS CHRISTUS NOG dezelfde?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

IS CHRISTUS NOG dezelfde?

19 minuten leestijd Arcering uitzetten

Mej. M. Oepts te Amsterdam schreef mij, dat ze blij was het abonnement op ons blad te kunnen opzeggen, daar haar moeder thans gestorven was. Haar moeder had dit abonnement genomen, omdat zij over gegaan was naar de r.k. kerk.

„Tot mijn grote vreugde en geluk ben ik uit de gereformeerde kerk overgegaan tot de r.k. kerk. Daarom stel ik helemaal geen prijs op uw blad.

Overigens zult u de laatste dagen wel een moelijke en opwindende tijd doorgemaakt hebben. Dit in verband met prinses Irene. Ik wens u in deze veel sterkte toe".

Steek uw kop niet in het zand

Wij verblijden ons erover, dat deze moeder haar doopbeloften ernstig heeft genomen en tenminste alle moeite heeft willen nemen om haar dochter van haar dwaalwegen terug te roepen. Het zal ook zeker wel een biddende moeder geweest zijn.

Maar nu deze moeder gestorven is, nu haar mond niet meer getuigen kan van Jezus Christus, de enige en volkomen Middelaar, nu moet de dochter toch niet denken, dat daarmee de zaak is afgedaan. Trouwens uit haar felle reaktie blijkt wel dat haar geweten nog steeds spreken blijft.

Zij herleidt mijn verkondiging van Jezus Christus als de enige en volkomen Zaligmaker tot loutere „haat tegen de r.k. kerk". Dat is wel een bijzonder goedkope manier om zich van de vermanende woorden van de Bijbel, die wij telkens laten doorklinken in ons blad, af te maken.

En uit diezelfde gesteldheid menen wij te moeten verklaren, dat zij geen enkele brief meer van ons wil ontvangen, en evenmin nog ons blad wil lezen. Dit is echter struisvogelpolitiek. Ook al steken wij onze kop in het zand, ook al stoppen wij onze oren dicht, dan blijft de boodschap van de Bijbel nog onveranderlijk dezelfde. „Gods Woord houdt stand in eeuwigheid en zal geen duimbreed wijken", zo heeft zij vroeger zo vaak gezongen. Laten wij bidden, dat dit Woord van God niet eenmaal tegen haar zal getuigen op de dag des oordeels.

Waarom verliet u de reformatie ?

Ik wil allereerst antwoord geven op de vraag die mej. Oepts stelt, of de overgang van Prinses Irene voor mij een moeilijke tijd is geweest.

Beslist niet in die zin, dat deze overgang ook maar enigszins twijfel deed rijzen aan de juistheid van mijn overgang naar de reformatie.

Als Prinses Irene door haar secretariaat laat mededelen, dat zij „een christelijke basis in alle christelijke kerken heeft gevonden en dat daarbij haar voorkeur is uitgegaan naar de r.k. kerk", dan stelt dat voor mij geen enkel geloofsprobleem Wanneer het verschil

tussen Reformatie en Rome enkel zou bestaan in een verschil van nuance of van klimaat, dan is het veranderen van de ene naar de andere kerk een kwestie van smaak geworden. Wanneer het voor ons eeuwig behoud voldoende is, dat wij lid zijn van een kerk „met een christelijke basis", dan doet het er eigenlijk niet veel meer aan toe, „naar welke kerk onze christelijke voorkeur uitgaat". Dan wordt het inderdaad slechts een kwestie van „voorkeur".

Was u wel REFORMATORISCH christen ?

Een overgang naar Rome zou pas dan een geloofsprobleem voor ons kunnen worden, wanneer het gaat over iemand die echt reformatorisch christen is geweest.

Ik bedoel daarmee dit: iemand, die persoonlijk Jezus Christus in zijn leven had ontmoet en die tot verbrijzeling des harten was gekomen en enkel, maar dan ook volkomen, op de belofte van Jezus Christus was gaan bouwen: „Wie in Mij gelooft, heeft het eeuwige leven" (b.v. Joh. 6:47).

Dan zou ik aan zulk een reformatorisch christen de vraag stellen: Hoe kunt u, die eenmaal op deze belofte van Christus vertrouwd hebt, nu deze belofte niet meer betrouwbaar achten? U gelooft nu voortaan, dat dit geloof in Jezus Christus niet voldoende is om u het eeuwige leven te schenken. U gelooft nu, dat, als u zware zonde hebt gedaan, u dat moet biechten „met de soort, de omstandigheden die de zonde van soort veranderen en met het juiste aantal" (aldus het conc. van Trente). Jezus heeft echter het boetewerk van de biecht helemaal niet als voorwaarde gesteld voor het ontvangen van de vergeving der zondo en van het eeuwige leven. Voortdurend vinden wij dat terug in de Bijbel, dat de vergeving der zonden enkel geschonken wordt langs de weg van het geloof, niet uit de werken, ook niet uit het boetewerk der beschaming in de biecht. Waarom gelooft u nu eerder wat de r.k. kerk zegt, dan wat Jezus in Gods Woord heeft laten optekenen? Wanneer nu de priester de hand opheft en zegt: „Ik ontsla u van uw zonden", dan gelooft u dat. En als Jezus zegt: „Wie in Mij gelooft, heeft de vergeving der zonden", dan gelooft u dat niet. Hoe kunt u geloven in de waarheid van het woord van iemand die beweert door Christus gezonden te zijn, n.l. de r.k. priester, terwijl u niet gelooft in de waarheid van het woord van degene die deze priester gezonden zou hebben, n.l. Jezus Christus!

Of - of, niet: Én - Én

Men kan niet antwoorden: Ik geloof in beide. Het is ÉÉn van beide. Jezus heeft steeds verzekerd, dat wij de vergeving der zonden om niet ontvangen, enkel door het geloof in Hem. Nooit heeft Hij daaraan een andere voorwaarde verbonden, zoals b.v. de belijdenis van de zonden aan een priester.

Wanneer Hij dan eeuwen later door middel van de r.k. kerk allerlei voorwaarden voor de vergeving der zonden laat afkondigen als onverbiddelijke wetten, dan zou Hebr. 13:8 niet meer waar blijken te zijn, waar staat: „Jezus Christus is gisteren en heden dezelfde en in der eeuwigheid" (SV).

Ik heb deze vraag aan enkele ex-protestanten gesteld o.a. aan ex-ds. Van der Linde en ex-ds. Visscher. Zij hebben mij daar nooit een antwoord op gegeven. Ik zou deze zelfde vraag nu ook aan H.K.H. Prinses Irene willen stellen. Koninklijke Hoogheid, kunt u dan misschien antwoord geven op deze brandende vraag die ons gewezen r. katholieken zozeer bezig houdt?

De KERK. die mij boeide

Er is een boek verschenen van mensen die over zijn gegaan naar de r.k. kerk. Zij noemden hun boek: „De Kerk die mij boeide".

Wij vinden dat een zeer juiste titel. Inderdaad wanneer iemand overgaat naar Rome, dan wordt hij geboeid door die kerk met haar imponerende uiterlijke eenheid, haar machtsmanifestaties zoals die tot uiting komen b.v. vooral ook nu met het concilie en met de reis van de paus naar Israël, met haar uitbundige liturgie, haar mystiek, de geheimzinnighed van de kloosters enz.

Er is ook een boek verschenen van r. katholieken die over gingen naar de reformatie. Zij hebben hun boek bewust genoemd: „JEZUS boeide mij". Inderdaad wij werden niet geboeid door de protestantse kerken met hun verdeeldheid, maar door Jezus Christus zelf. Hij openbaarde Zich aan ons door zijn Woord als de enige en volkomen Zaligmaker, en toen konden wij niet langer lid blijven van die kerk, want „met de daad verloochent men daar de enige Heiland Jezus, ofschoon men met de mond in Hem roemt" (Heidelb. Kat. zd 11) (N.B. dit boek „Jezus boeide mij" vindt u steeds in de lijst van aanbevolen lektuur, die wij geregeld in ons blad opnemen).

Mede ONS tekort

Ik kan er in komen, dat iemand die in onze kerken alleen maar een zakelijke weergave te horen krijgt van de inhoud van de Bijbel, innerlijk verkilt. Wanneer bij ons het leven van Jezus Christus niet uitstraalt door ons getuigenis, dan kan ik best begrijpen, dat iemand door de r.k. kerk geboeid wordt. Wanneer iemand meent als volwassen mens te kunnen volstaan met een hypothetische wedergeboorte, zonder enig bewustzijn van een werkelijke wedergeboorte, dan kan ik begrijpen dat hij bevrediging gaat zoeken bij de uiterlijke tekenen van biecht, kommunie enz.

Daarom nog eens: Laten wij in ootmoed bidden, dat de Here opnieuw zijn Heilige Geest over ons zende met de kracht van de eerste tijden van het christendom en met de hernieuwde kracht in de tijd van de reformatie.

DIT NUMMER KAN NABESTELD WORDEN

Dit nummer kan nabesteld worden voor de prijs van 60 cent van 1-3 ex.; 55 ct van 4-6 ex.; 50 ct van 7-9 ex.; 45 ct van 10 ex. en meer. Bestelling bij de Wartburg, Boulevard 11, Velp Gld, tel. 08302-4959.

Een r.k. abonnee schreef ons :

„In het oktobernummer van In De Rechte Straat schreef u over de Broederschap van St. Kristoffel te Henis in België.

Tot mijn spijt moet ik u echter mededelen, dat dergelijke genootschappen ook in Nederland bestaan en daarom zend ik u ingesloten circulaire toe in de hoop, dat u hierover eens iets wilt schrijven."

Bromfietsverzekering en het Vagevuur

Hiernaast vindt u een afdruk van de achterzijde van deze brochure. Wij zouden deze vraag willen stellen:

Is het erg hoogstaande om een bromfietsverzekering te vergelijken met een verzekering tegen de straffen van God in het vagevuur? Gaat dit stukje van de Pastoor niet lijnrecht in tegen heel het Evangelie van Gods genade in Jezus Christus? „Zorg zelf voor na uw dood"", schrijft hij. Hoe kan hij dan 's zondags nog met overtuiging spreken over de oneindige liefde van God, die zijn Zoon gaf tot in het offer van de kruisdood, omdat wij onszelf niet meer kunnen redden vanwege onze zonden?

Binnenzijde van de circulair©

De voorkant van de circulaire bevat een afbeelding van Sint Joseph als oude man met baard, en verder als tekst: „Kent u reeds het genootschap „St. Joseph" te Alkmaar?"

De tekst aan de binnenzijde luidt als volgt:

HET GENOOTSCHAP „ST. JOSEPH" is opgericht in 1918 en gevestigd te Alkmaar (10 april 1931 — No. 518)

Koninklijk goedgekeurd 6 juli 1918 (No. 33) en 24 februari 1947 (No. 28). Th. Laan, lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, Hem (gem. Venhuizen), Voorzitter.

J. F. Nijman, arts, Alkmaar, secr.

H. Nolet, oud-burgemeester van Warmenhuizen, Heiloo, lid.

BISSCHOPPELIJK COMMISSARIS: J. Th. M. Kraakman, Kanunnik Deken en Pastoor, Alkmaar.

PROCURATOR: J. J. M. van Schalkwijk, Heiloo.

ADMINISTRATIE: St. Laurensstraat 5, Alkmaar.

DOEL: DE KATHOLIEKEN TE WAARBORGEN, DAT NA HUN OVERLIJDEN KERKELIJKE INTENTIES GESCHIEDEN.

WAAROM is het gewenst dat U lid wordt?

* Buiten de normale begrafeniskosten om — die dikwijls zeer hoog zijn — hebt U ook kerkelijke intenties te verzorgen.

* Het moet onmogelijk zijn, dat als gevolg van die hoge begrafeniskosten, de Kerkelijke intenties zouden worden beperkt of zelfs geheel achterwege zouden blijven.

* Omdat U de verzorging van deze kerkelijke intenties niet mag laten afhangen van de meerdere of mindere welwillendheid van Uw nabestaanden, doch U hier zelf voor moet zorgen.

* Omdat U door bemiddeling van het Genootschap „St. Joseph" geheel zelf kunt vaststellen hoe groot het stipendium zal zijn en U desgewenst bijzondere aanwijzingen kunt geven.

* Het Genootschap „St. Joseph" waakt er voor, dat onder geen beding en door niemand het ingeschreven stipendium-bedrag op andere wijze wordt besteed, dan waarvoor. U het bestemde.

HOE wordt U lid?

* U bepaalt zelf het stipendium-bedrag, dat evenwel om administratieve redenen niet lager dan f 200,— kan zijn.

U betaalt Uw contributie per week, per maand, per kwartaal of per jaar naar Uw eigen keuze.

* De contributie is afhankelijk van Uw leeftijd en het door U gewenste stipendium-bedrag.

* U vult de aangehechte kaart in en zendt deze zonder postzegel aan ons toe.

* Een van onze zelateurs of zelatrices komt U dan bezoeken en geeft U vrijblijvend alle inlichtingen.

Indien U dit wenst willen wij, wanneer U dit op de kaart vermeldt, een en ander ook gaarne schriftelijk met U behandelen.

MEER DAN TWEE MILJOEN GULDEN AAN STIPENDIA WERD SINDS DE OPRICHTING DOOR HET GENOOTSCHAP UITBE TAALD.

Ook in Uw parochie is thans een afdeling van het Genootschap „St. Joseph" opgericht, waardoor U direct kontakt kunt hebben en alles in Uw eigen plaats kunt regelen.

400.000 KATHOLIEKEN WERDEN REEDS LID!

Zij hebben de zekerheid van kerkelijke intenties na hun overlijden. Is dat ook niet UW wens?"

Dat was dan de tekst op de binnenzijde van de circulaire. Maar, vooral voor protestantse lezers, zal dit alles nog niet duidelijk zijn. Daarom:

Wat is een „kerkelijke intentie"?

Ik had zelf dit woord ook nog nooit gehoord, en onze r.k. abonnee wist ook niet meteen wat bedoeld werd. Maar uit het geheel is het wel duidelijk. Met een „kerkelijke intentie" bedoelt de circulaire eenvoudig: een mis voor de overledene. De priester moet dan de bedoeling (intentie) maken dat de speciale vruchten van zijn misoffer ten goede komen aan die bepaalde overledene. In ruil daarvoor ontvangt hij dan via het genootschap St. Joseph het misstipendium. Het woord.

„kerkelijke intentie" is dus een vage, en daarom minder schokkende, aanduiding van de mis voor de overledene.

Wat is een stipendium? Een Latijns woord, dat allereerst „soldij" betekent, verder ook: „schatting, hoofdgeld, belasting". Een misstipendium is dus een som geld, die men betaalt aan een priester, die dan in ruil daarvoor verplicht is om een mis op te dragen. De tarieven voor deze misstipendia worden door de bisschoppen vastgesteld. Ze verschillen naargelang het een gelezen of gezongen mis is, of een mis met ÉÉn of met drie priesters, alsook of ze vroeg of laat in de dag opgedragen moet worden, enz.

Onze r.k. abonnee vervolgt:

„Er zat ook een antwoordkaart bij voor eventuele nadere inlichtingen. Die kaart heb ik ingestuurd.

Op een namiddag verschenen aan mijn huis twee heren (het moet er maar af kunnen), die mijn vrouw vroegen of ze ons mochten inschrijven. Mijn vrouw ging er niet op in. Het speet mij dat ik vanwege mijn werk niet thuis was, want ik had graag eens met die heren gesproken.

Een paar dagen later ontving ik van het kantoor te Heiloo de gevraagde voorwaarden".

Christus sluit geen zieken en gebrekkigen uit

Op de achterkant van dit formulier van „.aanvraag tot inschrijving" staan de volgende vragen, die door de aanvrager naar waarheid moeten worden ingevuld.

„Wie van de voorgestelde personen:

a. is niet volkomen gezond? nr. ............

b. heeft een lichaamsgebrek? nr. ............

c. is afgekeurd mil. dienst? nr. ............

d. is in 'n ziekenhuis verpleegd? nr. ............

e. is geopereerd? nr. ............

Wij begrijpen best dat een lukratieve levensverzekering niet iemand kan aannemen, die vermoedelijk binnen enkele weken of maanden sterven zal. Maar dat het Genootschap St. Joseph ook al dergelijke vragen laat beantwoorden met het oog op eventuele uitsluiting van de verzekering tegen de straffen van het vagevuur, is toch wel grijs. Vooral daar die verzekering slechts in werking treedt door het opdragen van de mis, die volgens de r.k. leer een opnieuw tegenwoordigstelling is van het kruisoffer van Christus. Het gaat toch wel geheel en al in tegen de geest van Jezus Christus, als juist zieken, gebrekkigen, afgekeurden voor de militaire dienst en geopereerden kans lopen om van de speciale vruchten van zijn Kruisoffer uitgestoten te worden en daardoor dus eventueel langer zouden moeten branden in het vagevuur. Hoe kan een kerk die zich christelijk noemt, zulke praktijken toelaten en ze nog officieel dekken met een bisschoppelijke goedkeuring?

„Het vagevuur is voor mij een obsessie"

Onze r.k. abonnee vervolgt:

Ik stuurde de procurator van het genootschap, de heer van S., een brief van de volgende inhoud:

Aan het Genootschap „St. Joseph".

Vriendelijk dank voor de ontvangen formulieren. De gevraagde inlichtingen zijn echter bij lange na niet volledig en daarom nogmaals hij U aangeklopt.

1. Wat bedoelt U met kerkelijke intenties? Zijn dat gebeden, b.v. rozenkrans, kruisweg, H. Missen of iets dergelijks;

2. Als het H. Missen zijn, hoeveel krijg ik er dan per f 100,—?

3. Hoeveel H. Missen zullen er voor mij moeten worden opgedragen om zo gauw mogelijk uit het vagevuur bevrijd te worden, want de gedachte, hieraan is voor mij een obsessie. Immers volgens de r.k. leer is het vagevuur gelijk aan de hel, alleen de tijdsduur is beperkt. Een Pater zei de eens: Steek je vinger maar eens enkele ogenblikken in 'n brandende kaars, dan kun je enigszins voorstellen als je vele dagen of jaren of misschien eeuwen moet branden in 'n echt vuur, waarbij je echter door Gods almacht niet verbrandt!! brrrr....

4. De wiskundige berekening van de contributie (nauwkeurig tot in centen) geeft echter mijn leeftijd niet aan. Ik ben n.l. op 20 jan. a.s. 65 jaar. Mocht er voor mij geen mogelijkheid meer zijn om toe te treden, dan zal ik me maar troosten aan de Heilige Schrift, waarin uitdrukkelijk geschreven staat, dat Jezus door zijn sterven aan het kruis voor al onze zonden heeft voldaan. En allen die in Hem geloven, met Hem zullen leven in eeuwigheid.

In afwachting,

Hoogachtend,

Tarieven voor de mis

Daarop kreeg onze r.k. abonnee bezoek van de procurator zelf. Hij cijferde hem voor, hoeveel hij zou moeten betalen voor een uitkering van f 200,— aan misstipendia na het overlijden per persoon: n.l. voor hem zelf (64 jaar) 46 cent per week en voor zijn vrouw (54 jaar) 25 cent per week. „De pastoor die na onze dood die twee maal 200 gulden krijgt, doet hiervoor de uitvaartmis en wat er overblijft, wordt besteed voor het lezen van meerdere heilige missen, naar gelang de uitvaartmis gekost heeft. Men kan n.l. een eerste, tweede of derde klas begrafenisjnis krijgen. De tarieven zijn verschillend."

Opnieuw-tegenwoordigstelling van het Kruisoffer......... op grond van een kwitantie

Om nu aan te tonen, dat het genootschap werkelijk opkomt voor de belangen van de verzekerden en om aldus onze abonnee te bewegen ook lid te worden van de verzekering, vertelde de heer S. enkele dingen uit zijn praktijk:

„De procurator vertelde dat hij vaak voor de belangen van de „verzekerden" moet opkomen. Wanneer hij een klacht krijgt, omdat de pastoor nooit eens een H. Mis leest voor een dierbare overledene, dan gaat hij er achter aan. Dan zegt de ene pastoor: „Maar ik heb nooit geld gehad!" Waarop van S. een kwitantie toont van een som geld, dat uitbetaald is en vraagt dan: „Van wie is deze handtekening?" Dan zegt de pastoor: „Nou dan heb ik dat niet geboekt". — Een andere pasLooz- wordt zelfs, kwaad en zegt: „Wat denk je wel? Ik heb nog 2000 missen in bestelling". (Hij heeft daarvoor misschien ƒ 10.000,— ontvangen). Waarop v. S. antwoordt: „Maar u weet toch wel, dat u te veel aan H. Missen via de bisschop moet overdoen aan minder bevoordeelde priestersf"

Pastoor: „En denkt u dat ik dat nog doe ook?" Waarop van S. antwoordt: „U mag toch immers van iedere overgedane Mis f 1,75 voor uzelf houden".

Ondanks het kontakt met de reformatie

Wij willen hier direkt aan toevoegen, dat wij gaarne, met het oordeel der liefde, veronderstellen, dat zulke pastoors uitzonderingen zijn. Maar het moet toch iedere christen die weet hoe Jezus ons onder onnoemelijke smarten van d eeuwige ondergang heeft moeten redden door zijn lijden en sterven, tegen de borst stuiten, dat priesters eventueel aan de hand van een kwitantie moeten geprest worden tot het „opnieuw-tegenwoordig-stellen-van-het Kruisoffer" (Het concilie van Trente noemt zo de Mis). En dat de Nederlandse bisschoppen toestemming geven voor deze handel in missen, waarbij men f 1,75 voor zichzelf mag houden, als men een mis ter lezing doorgeeft aan een andere priester, is toch ook iets wat wij in onze tijd van kontakt met de reformatie niet verwacht hadden.

Het geld heeft geen waarde voor na de dood

„Op 1 dec. schreef ik aan de heer S.:

Geachte Heer,

Naar aanleiding van ons onderhoud deel ik U mede, dat ik om verschillende redenen besloten ben geen lid te worden van „St. Jozef" bovengenoemd.

Om geld behoef ik het niet te laten, maar ik kan nu eenmaal niet geloven, dat geld het verblijf in het vagevuur kan beïnvloeden of bekorten.

U gelooft toch zelf ook niet, dat 'n rijkaard het niet alleen goed heeft op deze wereld en daarbij ook z'n zaligheid nog veilig kan stellenf

Als ik U 'n goede raad mag geven, schei dan hiermee uit en kies 'n ander beroep. Hoogachtend,

Hij kreeg geen antwoord.

Ook de pastoor antwoordde niet

Een week later schreef hij een brief aan de pastoor-deken en aan de kapelaans. (In deze brief vertelde hij over zijn wedervaren en eindigde aldus:)

Och mijnheer Pastoor, ik sta toch al niet zo sterk in mijn (geloofs) schoenen en nu dit gekonkel ook nog te moeten horen. Bah, wat hebben we toch een gecompliceerd geloof. En alles is toch zo eenvoudig. Immers Jezus is voor ons gestorven aan het kruis. Zijn bloed voor ons vergoten is voldoende geweest om allen veilig te stellen die in Hem geloven. Hij kent, onze zwakheid en, zondigheid en toch heeft Hij ons lief. Hij vergeeft ons van ganser harte en zeide zelfs tegen de moordenaar: „Heden nog zult ge met Mij zijn in het paradijs", en NIET: „Ik zal je eerst in het vagevuur gooien".

Ik hoop dat dit kwalijkriekende zaakje eens in de openbaarheid komt. Wat ik ook zo erg vind? Dat Sint Jozef wordt gebruikt als vlag, die deze bedenkelijke lading moet dekken. Hoogachtend,

„Ik vind dit akelig:........."

Ook op deze brief hoorde ik niets terug.

Overigens vind ik deze gang van zaken akelig. Ik heb mijn geloof van kindsbeen af zo lief gehad als het licht van mijn ogen. Maar als men begint te lezen in de kerkgeschiedenis, krijgt men kritiek. Kritiek op de leer van het vagevuur, de pausverheerlijking, de macht van de priesters om zonde te vergeven, de dogma's over Maria, Middelares van alle genaden, enz.

Als u hierover schrijft in In De Rechte Straat, is het misschien beter mijn naam niet te noemen. Het zou nare gevolgen kunnen hebben.

Hierbij ingesloten 9 postzegels van 12 cent als aanvulling op het abonnementsgeld. Ik had n.l. eind vorig jaar vier gulden overgemaakt.

Wanneer komt u weer eens in onze stad preken?

Inmiddels teken ik met hoogachting....

Handelsreiziger in „onbloedige vernieuwingen van het Kruisoffer"

Wij willen aan het bovenstaande niet veel meer toevoegen. De brief van onze r.k. abonnee is duidelijk genoeg.

Toch kan ik niet nalaten mijn verbazing erover uit te spreken, dat 400.000 — zegge vierhonderd duizend r. katholieken van Nederland — op deze manier contributie betalen voor de verzekeringspolis tegen de straffen van het vagevuur. Dat is een enorm getal.

De vraag rijst: Zijn er dan toch nog steeds betrekkelijk weinig r. katholieken, die ook werkelijk de Bijbel lezen, ook al hebben ze misschien een exemplaar in huis. Of, indien zij de Bijbel wèl geregeld lezen, hoe komt het dan dat zij dan toch blijkbaar niet inzien, dat deze praktijken dóór en dóór onschriftuurlijk zijn? Ik vermoed echter, dat de r.k. lezers van ons blad unaniem afwijzend staan tegenover heel die opzet van het Genootschap St. Joseph.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 maart 1964

In de Rechte Straat | 64 Pagina's

IS CHRISTUS NOG dezelfde?

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 maart 1964

In de Rechte Straat | 64 Pagina's