IRS cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van IRS te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van IRS.

Bekijk het origineel

De zeven wolven en het arme geitje

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De zeven wolven en het arme geitje

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

De eerste recensie over mijn hoek: „Onder hetzelfde Kruis", die ik in handen kreeg, was van de r.k. De Bazuin.

Daaruit blijkt wel duidelijk welk een ontzettend gevaar mijn boeken voor Rome betekenen. „Mijn weg naar het Licht" kreeg pas een bespreking, twee jaar na de verschijning, op p. 6 van De Bazuin, en door een weinig bekend medewerkertje. Mijn nieuwe boek wordt op de eerste bladzijde behandeld in het hoofdartikel, en door de eindredacteur zelf, pater A. Kreykamp.

Het wordt met één grote kop aangeduid: VULGAIR PROTESTANTISME, en krijgt een onderstreping door drie ondertitels: „Nieuw hoek van ds Hegger" — Té goedkoop protest tegen Rome" — „ De wolf en de zeven geitjes". En als je het artikel, dat op de laatste bladzijde doorloopt, helemaal gelezen hebt. dan moet je wel de indruk krijgen alsof uit mijn boek zeven wolven tevoorschijn springen om het arme roomse geitje met huid en haar te verslinden. En je pinkt een traan weg van ontroering en de roomse kinderen ballen hun vuist naar die stouterd, die Hegger. En ze gaan naar bed en liggen nog lang na te griezelen: Wat heeft onze Moeder, de heilige Kerk, weer een mooi sprookje aan ons verteld! (Over dat arme roomse geitje zie overigens de artikelen over de vervolging in Spanje en het artikel van br. Kuin).

Waarom de rooms-katholiekenzo kwaad zijn op mijn publicaties, vooral over mijn nieuwste boek? Als je het artikel goed kunt lezen, dan merk je dat. Reeds de hoofdtitel van het artikel geeft het aan: „vulgair protestantisme". Het woord: „vulgair" komt van „vulgus" = het volk, de menigte. Volgens Van Dale betekent het woord in onze taal „gemeen, ordinair, alledaags". Een deftiger uitdrukking zou zijn: „populair". Maar zulke fatsoenlijke taal kan De Bazuin natuurlijk niet tegenover een ex-priester gebruiken. Dus „vulgair".

In De Bazuin van 25 april zegt pater K., dat boeken als van Berkouwer: „Conflict met Rome" wel de mogelijkheid van een gesprek openen, in tegenstelling met mijn boeken. Ik kan dat goed begrijpen. Hoe voortreffelijk de werken van Berkouwer ook zijn, ze bereiken nooit de massa. Er is misschien nog niet één op de 10.000 rooms-katholieken, di eeen werk van Berkouwer gelezen heeft.

Maar mijn boeken zijn in eenvoudige taal geschreven, zodat ook een gewone rooms-katlioliek ze lezen kan. Eu daar wordt Rome zo kwaad over. Rome kan heel wat verdragen, zolang je maar van haar massa afblijft. In de theologische discussies staat Rome haar mannetje wel. De priesters krijgen een veel betere scholing in de methode, hoe je een ander kunt betrappen op denkfouten en hem kunt vastpraten met zijn eigen woorden. Ook de kunst om van gevaarlijke Bijbelteksten weg te fladderen om heen te zweven naar mystieke verten, verstaat Rome uitstekend. Op grond van dit zelfbewustzijn zoekt Rome graag het gesprek met predikanten.

Als Christus op aarde zou wederkomen, en Zich rechtstreeks tot het volk zou richten in zijn prediking, zou Rome zeer onaangenaam verrast zijn. Ze zouden het Hem zeer kwalijk nemen. Ze zouden Hem zo graag meegetroond hebben naar hun gesprekscentra om daar samen met Hem als vaktheologen zonder en over het volk te beslissen. Ze zouden Hem triomfantelijk wijzen op hun „nieuwe theologie", la nouvelle théologie. Dat is toch een veel grotere prestatie dan dat eenvoudige Evangelie van Jezus Christus!

Om misverstanden te voorkomen: Ik heb alle waardering voor de theologie. Maar ze moet een dienende functie blijven verrichten. Zij mag nooit de eenvoudige verkondiging van het Evangelie in de weg staan.

Het Woord Gods hoeft toch niet eerst door de hand van de theologen te gaan om zijn kracht te kunnen ontplooien.

Hieronder laat ik dan een brief volgen, die ik aan pater Kreykamp heb geschreven.

7 juli 1959

Zeer Eerwaarde Pater A. Kreykamp,

Uw recensie over mijn boek: „Onder hetzelfde Kruis" heeft mij in Uw persoon teleurgesteld.

Ik had van U anders verwacht na de briefwisseling tussen ons beiden. Daarom heb ik: zo gunstig mogelijk gereageerd op de plaatsing van de ingezonden stukken in De Bazuin van 25 april. Zie hiervoor mijn artikel in „In de Rechte Straat" van juni l.l., getiteld: „Vruchtbare poliemiek".

U probeert ook de bekende methode van de rooms-katholieke kerk te volgen om de rooms-katholieken, en liefst ook de protestanten, tegen mij op te setten door onwaarheden, verdraaiingen en schimppartijen.

U noemt mijn boek „een frappant staaltje van vulgair protestantisme". Schaam U, pater! U vernedert U tot de mail van de straat, die ook zo graag gebruik maakt van dergelijke krachttermen. Omdat ik overtuigend schrijf, noemt U mij tot drie keer toe een „demagoog". Onze oude Van Daelen zegt in zijn woordenboek „Demagoog = volksleider, volksmenner, valse volksvriend". Wanneer ik begrijpend tracht te staan tegenover de rooms-katliolieken, dan probeert U dat in het belachelijke te trekken: „Roerend al die verontschuldigende opmerkingen", zegt U dan. Ik begrijp het heel goed: De rooms-katholieken zouden eens de indruk kunnen krijgen, dat ik toch niet die verbeten, verbitterde anti-papist ben, zoals U me zo graag aan hen voorstelt. Met datzelfde doel hitst U ze ook tegen mij op, als U een verduidelijkende zin met opzet weglaat. Zo haalt U aan: „Over de H. Mis krijgen we onder meer te lioren: „Volgens u mag de priester elke dag dat offer der liefde tussen Vader en Zoon herhalen; als hij daar zin in heeft. Heeft hij er geen zin in. dan kati hij in zijn bed blijven liggen. Hij doet dan nauwelijks dagelijkse zonde, volgens de moraaltheologen" p. 37. En na dit fraais . . . ." In mijn boek volgt onmiddellijk hierop „Ik weet het, een vroom priester zal zeker elke dag de Mis opdragen. Maar ik stel het hier even heel scherp om de achtergronden ran de Mis Ie laten zien". Maar deze zin laat U expres weg om Uw rooms-katholieke lezers tegen mij op te hunnen hitsen, alsof ik de priesters voorstel als mensen die 's morgens maar graag in bed blijven liggen, liever dan het „heilige Misoffer" op te dragen. Hoe kunt U, als wetenschapsmens, zo onwetenschappelijk te werk gaan bij het citeren van een tegenstander! Hoe is het toch mogelijk, dat de kerkpolitieke hartstocht zozeer Uw koele hoofd als geleerde op hol kan brengen! En vervolgens, doordat U schrijft: „Na al dit fraais " suggereert U aan Uw lezers alsof het niet icaar is wat ik schreef. Welnu laat ik dan letterlijk: citeren uit ons moraalhandboek van Aertnijs-Damen. 12de ed., lib. VI. Tract. IV. Pars II. cap. IV, art. I, princ. III: „Sacerdos, qui quotidie celebrare posset (uno forte hebdomadis die excepto ob reverentiam) et sine ulla justa causa, sed tantum ob desidiam a celebratione abstineret. vix potest a veniale culpa eccusari". (Vertaling voor lezers van I.R.S.: Een priester, die dagelijks de Mis zou kunnen opdragen (met uitzondering misschien van een dag per week uit eerbied), en zonder enige geldige reden, maar enkel uit vadsigheid het zou nalaten, is nauwelijks van dagelijkse zonde vrij te pleiten".) Zoals U ziet, heb k mijn oude handboek bijna letterlijk geciteerd.

Ook mijn uiteenzetting over de sacramenten geeft U opzettelijk verkeerd weer, alsof ik zou beweerd hebben, dat de sacramenten volgens de rooms-katholieke leer wel iets „betekenen, wanneer zij niet gelovig worden ontvangen", of dat Rome zou leren, dat „God buiten de sacramenten om nooit genade, schenkt". De Bazuin werd tot nog toe in protestantse kringen als een vooruitstrevend rooms-katholiek blad beschouwd, waar wel mee viel te praten. Het verheugt mij, dat U door Uw reacties tegen mijn boeken gedwongen werd om dit masker af te doen, zodat nu Uw ware rooms-katholieke aard naar voren komt. Zo kan het voor iedereen duidelijk worden, dat ook het doel van Uw blad slechts is: protestanten te lokken naar Uw kerk. U hebt dat geprobeerd door Uw critiek op verschillende practijken in de rooms-katholieke kerk. U hebt daardoor aan protestantse lezers de indruk willen geven, dat het eigenlijke rooms-katliolicisme onvermoede schone en diepe geheimen in zich bergt. Ik hoop echter, dat achter al dat schermen met mooie theologische termen steeds meer de verborgen drijfveer zal zichtbaar worden: de heerszucht van het r.k. stelsel.

Gelooft U nu werkelijk, dat Christus Uw leugens nodig heeft om Zijn koninkrijk te vestigen op aarde. In hetzelfde nummer laat U een ingezonden stuk toe, waarin iemand probeert aan te tonen, dat in Zuid Afrika er een rassendiscriminatie gevoerd wordt en dat die daar door de protestanten verdedigd wordt op grond van de Bijbel. Er wordt dan een stuk aangehaald uit een lezing van een Zuid Afrikaanse protestant, die . . . . precies het tegenovergestelde beweert. Hij zegt: „Ons glo dat die Bybel leer voor God alle vollte en rasse gelykwaardig is in sy oë. Daar is in die Slcrif, soos ons dit glo in die beleid van apartheid, geen plek vir 'n Herrenvolkidee nie". Vertaling: „Wij geloven, dat de Bijbel leert, dat voor God alle volken en rassen gelijkwaardig zijn in zijn ogen. Er is in de schrift, zoals wij ook geloven in het apartheidsbeleid, geen plaats voor het idee van een Herrenvolk". U hebt zeker gedacht dat de lezers dit Zuid-Afrikaanse lange citaat wel niet zouden lezen, en dus wel zouden geloven, wat de inzender beweert, n.l. dat de protestanten in Zuid-Afrika met een beroep op de Bijbel de rassen-discriminatie zouden verdedigen. Met alweer de prachtige suggestie: Ziet U nu, waartoe men komt, als men de verklaring van de Bijbel niet overlaat aan de heilige, onfeilbare roomse kerk!!!

Ik wil het hierbij laten. Het heeft ook geen zin om U te wijzen op de heerlijkheid van het Evangelie van Christus, op Uw grote verantwoordelijkheid als priester, U zou het toch alleen maar belachelijk maken: „Roerend al die opmerkingen".

Intussen verblijf ik met vriendelijke groeten hoogachtend

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 augustus 1959

In de Rechte Straat | 20 Pagina's

De zeven wolven en het arme geitje

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 augustus 1959

In de Rechte Straat | 20 Pagina's