Uit de schat der eeuwen

De naam van Jezus is een licht. In het licht van deze naam heeft God ons tot Zijn wonderbaar licht geroepen. Hoe heeft dat licht geschitterd met macht in aller ogen, toen het als een bliksemstraal uit de mond van Petrus schoot en de voeten en enkels van de kreupele man stevig maakte! Stroomden er geen vlammen van licht en kracht uit zijn woord: “In de Naam van Jezus Christus, sta op en wandel.”

Maar de naam van Jezus is ook voedsel. Wordt u niet gesterkt zo dikwijls als u Hem gedenkt? Wat schenkt aan de moede mens meer verkwikking, wat wekt meer tot goed doen op, wat stort reinere gevoelens in ons hart?

Alle voedsel voor onze ziel is droog, wanneer het niet met deze olie wordt vermengd, flauw, wanneer het niet met dit zout wordt gezouten. Schrijft u iets, dan lees ik het niet graag wanneer ik de naam van Jezus er niet in vind. Bespreekt u iets, dan smaakt het mij niet wanneer ik niets van Jezus hoor.

Jezus is honing in de mond, muziek in het oor, jubel in het hart. Maar Hij is ook geneesmiddel. Is iemand van ons bedroefd, laat hij zijn hart maar op Jezus zetten en Zijn naam op de lippen nemen en bij het opgaan van het licht van die naam worden alle wolken gescheurd en keert het vrolijke gelaat van de hemel terug. Ondervindt iemand de hardheid van zijn hart, de hoogmoed van zijn ziel, en zijn zijn tranen verdroogd: laat hij Jezus maar aanroepen, en alles wordt anders. Aan wie heeft deze naam, wanneer hij in gevaren wankelend en sidderend voort moest, geen nieuwe kracht geschonken en de vrees verjaagd? Aan wie heef hij in twijfel en bekommernis niet de veilige weg gewezen? Niets dat de toorn zo terughoudt, de trots zo terneerslaat, de afgunst zo uitroeit, lust en hartstocht zo blust. Want noem ik Jezus, dan stel ik mij een Man voor, zacht en nederig van hart, goedertieren en rein van zeden, kalm en barmhartig, eerbaar en heilig, Die tevens almachtig God is, Die mij dus door Zijn voorbeeld en Zijn invloed genezen en sterken kan. Dat alles klinkt mee in mijn ziel, wanneer mij de naam van Jezus in het oor klinkt.

Bernardus van Clairvaux (1090-1153)

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen