IRS cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van IRS te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van IRS.

Bekijk het origineel

Een sterk verlangen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een sterk verlangen

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

"Och, dat Gij de hemelen scheurdet, dat Gij nederkwaamt."

Wanneer wij geconfronteerd worden met noden en zorgen in lichamelijke of geestelijke zin, dan zeggen we soms: "Och, dat is toch wat!" We horen van verschrikkelijke rampen. We zien in ons eigen land hoe het christendom afneemt en de islam groeit. "Och, dat is toch wat!" En verder dan deze woorden komt het vaak niet. De evangelist van het Oude Testament leert ons echter wat anders zeggen. Hij bidt zijn volk en eenieder die dit leest voor om het smeekgebed mee te bidden.

Jesaja begint hoofdstuk 64 ook met het woordje "Och." Daarin wordt de zeer grote nood van Israël samengevat. De nood van de ballingschap, waarin het weggevoerde volk verkeert. Het land waar ze gewoond hebben, is verwoest. De steden zijn een woestijn geworden, Jeruzalem een verwoesting, en de heilige tempel is met vuur verbrand. Het is één grote ellende, en dat door eigen schuld. Jesaja zegt dat het komt omdat wij allen gezondigd hebben. Gods toorn over Zijn volk openbaart zich in Zijn straffen en de hemel lijkt gesloten. Vanuit die nood klinkt er een gebed op. Het is al in hoofdstuk 63 begonnen en wordt hier voortgezet. Het is een smeekgebed met een sterk verlangen. Een verlangen dat God de hemelen scheurt, dat Hij nederkomt, dat Hij door Zijn Goddelijk ingrijpen een eind maakt aan Israëls nood. Wat een geweldige uitwerking zal dat hebben. Dan zullen Zijn tegenstanders ook ervaren wie Hij is.

Van nature leven wij onder een gesloten hemel. Onze zonden zijn er de oorzaak van dat de hemel is dichtgegaan. De deur van het Vaderhuis is achter ons in het slot gevallen. Dat is onze eigen schuld. Moedwillig en vrijwillig hebben wij God de rug toegekeerd. Geschapen om onder een geopende hemel te leven, hebben wij de gesloten hemel gewild en moeten daaronder leven. Buiten God en zonder Christus. Dat is onze nood.

Wie deze nood kent voor eigen hart en leven, maar ook de nood van land en volk op het hart gebonden is, zegt niet: "Och, het is toch wat!", maar die bidt met Jesaja mee: "Och, dat Gij de hemelen scheurdet, dat Gij nederkwaamt." Jesaja kan niet pleiten op iets van het volk. Nee, want "wij allen zijn als een onreine, en al onze gerechtigheden als een wegwerpelijk kleed." Hij kan slechts pleiten op God als Schepper van de mens: "Wij allen zijn Uwer handen werk." Hij kan slechts pleiten op God als HEERE, als de God van het verbond: "Zie, aanschouw toch, wij allen zijn Uw volk." Smekend om verlossing door en pleitend op de HEERE Zelf zendt Jesaja zijn bede op. Zijn innige begeerte is dat de gesloten hemel een geopende wordt. En er is verwachting voor eenieder die zo tot God roept. Jesaja weet het wat deze God doen zal degene die op Hem wacht.

Wat heeft de Heere op een heerlijke wijze dit gebed verhoord in de geschiedenis van het volk Israël. Hij heeft het ten volle verhoord met Kerst. Toen heeft de Heere de hemel gescheurd en is Hij in Christus nedergekomen. In Christus, door Zijn verzoenend lijden en sterven, is er een geopende hemel, is er verlossing en zaligheid voor eenieder die in Hem gelooft. Kennen we dit sterke verlangend- Zijn we vanwege eigen nood en de nood waarin anderen verkeren, en dan bedoelen we vooral de zielennood, zo'n smekeling, zo'n pleiter aan Gods genadetroon gewordend Hebben we een sterk verlangen naar een opwekking in ons vaderlands- Nee, dat kunnen wij niet bewerken. Dat kan de Heere alleen. Hij wil er wel om gebeden zijn: "Op uw noodgeschrei deed Ik grote wond'ren."

Als de hemel voor ons gesloten blijft, als de Heere niet nederkomt ter verlossing, als de komst van Christus naar deze aarde geen betekenis voor ons krijgt, als Hij niet aan onze ziel wordt geopenbaard, dan wordt het straks eeuwig verblijven onder een gesloten hemel, dan geen verlossing meer, dan voor eeuwig verloren. Maar Gods Woord laat ons zien dat waar dit sterke verlangen is, daar ook de vervulling komt. Dat kan ook niet anders. Want als de Heere door Zijn Heilige Geest het verlangen in het hart schenkt, zou Hij dan ook niet het andere werkend De Heere doet geen half werk! Dan kan na ontvangen genade de hemel soms van koper lijken. Wat blijft het gebed van Jesaja onmisbaar. Hier blijft de Kerk hunkeren, met een heimwee naar huis, met een sterk verlangen naar Christus tweede komst: "Och, dat Gij nederkwaamt." Bidden we in deze adventstijd al met Jesaja mee, voor het eerst of opnieuw?

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 november 2005

In de Rechte Straat | 16 Pagina's

Een sterk verlangen

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 november 2005

In de Rechte Straat | 16 Pagina's