IRS cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van IRS te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van IRS.

Bekijk het origineel

R.-K. KERKBEGRIP

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

R.-K. KERKBEGRIP

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

De rooms-katholieke dogmatiek Dheeft een volkomen doorzichtig kerkbegrip.

1. Christus heeft gebeden om de eenheid van de Zijnen. Welnu, een echte eenheid moet ook uiterlijk zichtbaar zijn. Een uiterlijke eenheid is alleen mogelijk als alle christenen zich onvoorwaardelijk onderwerpen aan een leider die beschikt over een "absoluut leergezag en over een absolute bestuurs- en rechtsmacht." Aldus een voetnoot bij Matthéús 16:19 van de Willibrordvertaling van het Nieuwe Testament van 1961.

2. Deze leider is de paus, de bisschop van Rome. Argument: in Matthéús 16:18 en 19 heeft Jezus het absolute leergezag en de absolute bestuurs- en rechtsmacht over de andere apostelen en over alle christenen toevertrouwd aan Petrus.

Een protestant zal daarop onder andere antwoorden: a. Jezus gebruikt hier beeldspraak. Daarmee kun je toch geen exacte juridische omschrijving van iemands bevoegdheden geven, zeker niet van de leider van een wereldkerks Zelfs een notaris zal nooit medewerking verlenen aan de oprichting van een stichting waarvan de statuten enkel uit beeldspraak bestaan, b. Uit niets blijkt dat de andere apostelen Petrus beschouwden als een paus die een absolute macht over hen had gekregen.

3. Petrus is de eerste bisschop van Rome geweest. Dus zijn al zijn opvolgers bekleed met hetzelfde gezag. Een protestant zal daarop antwoorden: Deze argumentatie vertoont verschillende hiaten. Maar dan komt de rooms- katholieke theologie met het argument:

4. De Heilige Geest leidt de Kerk niet slechts door de Schrift, maar ook door de mondelinge overlevering. En de overlevering leert duidelijk bovenstaande drie punten. Een buitenstaander zal daarop de vraag stellen: Maar wie maakt uit wat de mondelinge overlevering leerté Dan luidt het antwoord:

5. Wat de inhoud van de overlevering is, wordt met onfeilbaar gezag uitgemaakt door de paus. Iemand die geschoold is in de logica zal daarop repliceren: Maar dat is een vicieuze cirkel. "De paus verklaart met onfeilbaar gezag dat de overlevering hem een onfeilbaar gezag toekent." Maar de rooms-katholieke theologen hebben nog een laatste ontsnappingsmogelijkheid:

6. Het geloof in het absolute gezag van de paus en daarom van de R.-K. Kerk als enige ware Kerk van Christus is een gave van de Heilige Geest en is dus niet slechts de eindconclusie van een aantal kettingredeneringen. Met een variant op Joh. 6:65 zegt men: Niemand kan tot de R.-K. Kerk komen, tenzij het hem door God gegeven wordt als een onverdiend geschenk. Daarmee maakt de rooms-katholieke theologie zich in wezen immuun voor elk beroep op de Bijbel.

In elk geval is de rooms-katholieke kerkstructuur duidelijk: de Kerk is de eenheid van alle christenen onder het absolute gezag van de paus. Menhoeft het daar niet mee eens te zijn, maar men kan wel respect hebben voor de opbouw van deze gedachteconstructie en de daarin ingebouwde ontsnappingsmogelijkheden.

Een dergelijke doorzichtige kerkstructuur (en dan niet op redeneringen, maar op de Bijbel gefundeerd en zonder irrationele ontsnappingspogingen) heeft het protestantisme nog steeds niet. Dat is de cri du coeur van dr. O. Noordmans. Hij schreef: "De locus de ecclesia (het leerstuk over de kerk) is de zwakste plaats in de dogmatiek, vooral in die der reformatoren en 't allermeest in die der gereformeerde dogmatiek." Dat is klare taal. Waar komt dat gemis aan theologische verdieping over wat de kerk is vandaan1?- In "Het Koninkrijk der hemelen" (1949) geeft Noordmans zelf een antwoord op die vraag. Volgens hem zijn de hervormers van de zestiende eeuw er niet toe gekomen om uit te diepen wat de kerk is, omdat "men de handen vol had aan de hervorming van de kerkregering en aan een nieuwe belijdenis omtrent de sacramenten.

Maar de uitspraken over het wezen en de kenmerken der ware Kerk bleven zeer bescheiden en in vele opzichten niet afdoende en voor de praktijk der godzaligheid tot op zekere hoogte onzeker" (p. 193). Die onzekerheid blijkt ook uit de verwarring rondom het besluit over de PKN. Sommige oprechte protestanten menen daarin mee te moeten gaan. Anderen, even oprecht, menen dat ze dat in geweten niet kunnen. Mijn conclusie: Het wordt hoogtijd om grondig na te denken over de vraag: Wat is de kerk?

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 februari 2004

In de Rechte Straat | 16 Pagina's

R.-K. KERKBEGRIP

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 februari 2004

In de Rechte Straat | 16 Pagina's