IRS cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van IRS te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van IRS.

Bekijk het origineel

TOT WIE???

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

TOT WIE???

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

In Joh. 6 verklaart Jezus met alle stelligheid dat we het eeuwige leven slechts kunnen ontvangen door het geloof in Hem (Joh. 6:47).

En om duidelijk te maken hoe volstrekt Hij dat bedoelde, gebruikt Hij de beeldspraak van het eten van Zijn lichaam en het drinken van Zijn bloed (vers 54a). Dat is een ontzettend harde taal. Deze leer kan geen mens aanvaarden, "tenzij het hem gegeven zij van Mijn Vader" (vers 65).

Laten we ons dat heel concreet voorstellen: daar staat een mens in hun midden, volledig mens zoals zij dat zelf zijn; iemand van wie ze precies weten wie zijn ouders zijn en zijn broers en zussen. En die zegt dan:

Je gaat voor eeuwig naar de hel, als je niet volkomen en uitsluitend op Mij vertrouwt; maar als je dat wèl doet, krijg je gratis het eeuwige leven.

We lezen dan ook in vers 66 dat veel van Zijn discipelen vanaf toen zich van Hem afkeerden.

Dan stelt Jezus aan de twaalf apostelen de vraag: "Wilt gij ook niet weggaan?" Wat een voorbeeld van heilig Zelfbesef, van trouw in de gehoorzaamheid aan de Vader. Jezus kon dat alleen maar zo oprecht stellen, doordat Hij wist: "Gij zult Mij alleen laten; en (nochtans) ben Ik niet alleen, want de Vader is met Mij" (Joh. 16:32).

Als ik daaraan denk, is mijn bede: Heere, doordring ook ons ervan dat U met ons bent; dan kunnen ook wij het verdragen, als we vanwege onze ge-loofsovertuiging door mensen verlaten worden en alleen komen te staan.

Petrus antwoordt op die vraag van de Heere Jezus: "Heere, tot wie zouden wij heengaan? Gij hebt de woorden des eeuwigen levens" (vers 68).

Ik vind dat antwoord van Petrus heel ootmoedig. Hier is hij niet de bluffer: Ook al zouden alle anderen U in de steek laten, ik niet; op mij kunt U altijd rekenen; zie Mat. 26:33.

Hij zegt niet: Kijk eens, Heere, wat een sterk geloof wij hebben; wij zijn mensen uit één stuk; wij volgen U door dik en dun heen.

Hij erkent: de reden waarom wij ons aan U vastklampen, is dat wij het buiten U nergens vinden kunnen. Buiten U is er alleen maar duisternis en ellende.

Zo zie ik het ook. Ik heb het vroeger overal gezocht: in de teruggetrokkenheid en zelfkastijding van het klooster, in de uitbundige liturgie, in de r.-k. theologie, in allerlei filosofieën en mysticistische stromingen. En de reden waarom ik mij tenslotte in de armen van Jezus geworpen heb, was niet vanwege een geweldige wilsprestatie, waardoor ik zei: Heere, ik kies U alleen en zal U altijd trouw blijven! Maar die reden was, van mijn kant bekeken, alleen maar, dat ik moegezocht was en moe-gestreden. Zo kwam ik strompelend bij Hem terecht en beleed: "Heere, bij wie zou ik het nog moeten zoeken? Ik heb het nergens kunnen vinden. Als U 'het' niet hebt, zal mijn leven één trage, sombere modderstroom van ellende en uitzichtloosheid worden".

En van Gods kant uit bezien was de reden, waarom ik bij Jezus terecht kwam: "Gij hebt Mij niet uitverkoren, maar Ik heb u uitverkoren" (Joh. 15:16).

Als wij aan anderen ons bekeringsverhaal vertellen, laten we er dan altijd voor zorgen dat dit grondelement van Gods uitverkiezing steeds het hoofdaccent krijgt. Anders staan we stiekem onszelf te verheerlijken: Kijk eens, hoe ik ondanks vele, vele moeilijkheden (waarover we dan breed uitweiden) toch de Heere aangenomen heb!!!

Toch voegt Petrus aan die ootmoedige belijdenis toe: "Gij hebt de woorden des eeuwigen levens". Ja, zo is het. Als wij tenslotte bij Jezus komen aankloppen, omdat we het nergens anders hebben kunnen vinden, wijst Jezus ons niet bars de deur: Ja, Ik kan alleen maar dienen als laatste hulp bij ongelukken; daar dank lk feestelijk voor. Zo zouden wij waarschijnlijk gereageerd hebben. Maar Jezus opent voor zo iemand alle schatten van het eeuwige leven.

Lieve lezer(es), misschien bent ook u ten einde raad, gekneusd, verkild, eenzaam. Misschien hebt u het ook overal geprobeerd en het nergens gevonden. En nu schaamt u er zich voor om, ten einde raad, naar Hem te gaan. U voelt zich schuldig, want u weet nu: dat had ik meteen moeten doen. Laat toch al die aarzelingen varen en ga tot de goede Herder, die gezegd heeft: "Komt herwaarts tot Mij, allen die vermoeid en belast z.ijt, en Ik zal u rust geven" (Mat.11:28).

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 juni 1992

In de Rechte Straat | 32 Pagina's

TOT WIE???

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 juni 1992

In de Rechte Straat | 32 Pagina's