IRS cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van IRS te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van IRS.

Bekijk het origineel

KRUIPEN … VAN ELLENDE? II

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

KRUIPEN … VAN ELLENDE? II

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Uit reacties heb ik opgemaakt dat sommigen niet goed begrepen wat ik bedoelde met de drie artikelen op p. 2-9 van IRS september. Ik wil proberen mij wat nader te verklaren.

Toen ik nog rooms-katholiek was, zocht ik eerst de zekerheid van de vergeving van mijn zonden in de biecht, waarvan beweerd werd dat het een door Christus ingesteld sacrament is. Ik vond daarin die zekerheid niet. Redenen o.a.:

Er was een minutieuze uitpluizing nodig van wat doodzonde is (en dus de eeuwige hel verdient) en wat dagelijkse zonde is (en dus gestraft wordt met het tijdelijke vagevuur). Maar vooral: je moest een oprecht voornemen hebben om die zonde nooit meer te doen. Maar hoe kon ik zeker zijn dat dat voornemen oprecht was? Ik voelde heel goed dat mijn hart nog vastzat aan de zonde en dat ik die graag nog eens wilde bedrijven, omdat ik er zoveel plezier aan had beleefd; dat mijn voornemen om niet meer te zondigen voornamelijk werd ingegeven door de angst voor hel of vagevuur. Iets in me zei: je meent het niet echt! Stiekem wil je die zonde toch weer opnieuw doen.

Toen klampte ik mij vast aan mijn zondebesef en hoopte daardoor met God in het reine te kunnen komen.

Ik voelde mij ook werkelijk zo door en door schuldig voor God, dat ik het wel zou kunnen uitschreien en uitschreeuwen in zelfaanklacht en ellende. Lang dacht ik: God moet toch wel vertederd zijn, wanneer Hij ziet hoezeer ik er spijt van heb dat ik Hem beledigd heb door mijn zonden. Daarom probeerde ik dat besef van mijn zondigheid zoveel mogelijk te versterken. Ik zag het als een middel om de toorn Gods te stillen. Maar ook in dat berouw vond ik de zekerheid niet. Het was allemaal te zwevend, te glibberig, te wankel.

Toen gaf ik het op en begon op den duur aan alles te twijfelen, zelfs aan het Godsbestaan. (Ik heb dat beschreven in mijn boek "Mijn weg naar het licht").

Voor mij was de leer van de Reformatie dan ook een loutere verrassing. Daarin hoorde ik de blijde boodschap: Zoek de zekerheid van de vergeving der zonde niet in jezelf, maar buiten jezelf in Christus. Alleen in Hem en in Zijn verzoenend sterven zul je die zekerheid vinden.

En inderdaad, in Christus heb ik die rust gevonden. Als ik in geloof naar Hem opzie, dan weet ik het met zekerheid: Hij is het Lam Gods dat mijn zonden heeft weggenomen.

Het is mogelijk dat ik, gezien mijn verleden, allergisch (overgevoelig) ben voor elk steunen op mezelf en daarom wel eens wat emotioneel reageer op publikaties, waarin toch nog min of meer een pleit wordt gevoerd voor allerlei voorwaarden, waaraan een mens moet voldoen, wil hij de zekerheid krijgen dat zijn zonden ook werkelijk vergeven zijn.

Zeker, een mens die de verbrokenheid des harten over zijn zonden niet kent, moet niet denken dat hij desondanks een kind van God is. Maar die verbrokenheid is een GEVOLG van het geloof in Christus dat de Heilige Geest in ons verwekt heeft. Ze is niet de BASIS van onze heilszekerheid.

Wanneer je door het Woord Gods dat de Heilige Geest in je tot licht en leven maakt, komt te staan voor de heilige God, kun je niet anders dan terugdeinzen, het hoofd buigen, je op de borst kloppen en jezelf aanklagen vanwege je schuld, je overgrote schuld: mea culpa, mea maxima culpa!

Maar als die Geest je door het Woord heen Christus laat zien (en in Hem Gods overgrote vergevende Vaderliefde), dan moetje dat diep raken. Maar… pas nu op! Dat wil niet zeggen dat je DUS een hevige emotie ondergaat. Want dat hangt veelszins af van je aard. De een is meer gevoelig. Bij hem staat alles meteen te trillen van de spanning. Hij doorvoelt alles bijna lichamelijk. Maar een ander is veel rustiger. Hij zuigt alles op met zijn meer verstandelijke levenshouding. Het raakt ook hem heel diep. Maar alles blijft bij hem toch meer in de serene sferen van de geest en de wil hangen.

De gevoelsmens mag daarom de verstandsmens niet veroordelen en omgekeerd. "Daarom neemt elkander aan gelijk ook Christus ons aangenomen heeft, tot de heerlijkheid Gods"(Rom. 15:7).

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 december 1991

In de Rechte Straat | 32 Pagina's

KRUIPEN … VAN ELLENDE? II

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 december 1991

In de Rechte Straat | 32 Pagina's