FRIESCH DAGBLAD WEIGERT WEERLEGGING VAN LEUGENS

Aan de Redaktie van het Friesch Dagblad.

Hierbij ingesloten mijn artikel als reaktie op het artikel van Eric Wijnacker.

Ik hoop dat u dit onverkort wilt plaatsen. Indien het verkort wordt, sta ik plaatsing niet toe.

Reden waarom ik verwacht dat u het zult plaatsen:

1. Het hoort tot een van de elementaire bouwelementen van een demokratie, dat mensen over wie onwaarheden gepubliceerd werden, de gelegenheid krijgen die onwaarheden te weerleggen.

2. U staat nog steeds bekend als een protestantse krant, die de tien geboden wil handhaven; dus ook het negende gebod, dat volgens de verklaring van de Heidelbergse Catechismus ons opdraagt om de goede naam van een medemens niet ian te tasten en om, wanneer dit toch gebeurd is, de schade die aan iemands goede naam is toegebracht, te herstellen.

3. Ik heb sinds mijn overgang naar het gereformeerde protestantisme grote bewondering gehad voor de waarheidsliefde die ik daar aantrof. Dat was ik niet gewend in de R.-K. Kerk. Liegen is nog steeds volgens de r.-k. leer slechts dagelijkse sonde. Zie hierover het boek van Hans Küng "Waarachtigheid".

Ik zou het betreuren als ook de gereformeerden, vanwege hun oecumenische contacten met Rome, nu juist deze onwaarachtigheid van de r.-k. kerkleiders zoals Hans Küng die in zijn boek beschrijft, zouden hebben overgenomen. Er zijn wel beter dingen van de rooms-katholieken over te nemen.

Ik betreur het dat u mij het artikel waarin ik werd aangevallen, niet eigener beweging hebt toegestuurd. Ik dacht dat dit tot de normale journalistieke gedragscode hoorde. Het is ook spijtig dat uw redaktie aan een abonnee in Meppel beloofde dat artikel naar mij te sturen, maar dat niet gedaan heeft, en dat ik het pas gekregen heb, nadat ik er tweemaal om gebeld had.

Hieronder volgt het artikel dat ik naar het Friesch Dagblad had gezonden met het verzoek het op te nemen.

DE WAARHEID OVER 'MARIA'

Het lijkt mij goed om eerst enkele onwaarheden op te sommen in het artikel van Eric Wijnacker: "Ex-priester vreest roomse Maria":

1. Ik ben niet voorzitter van de stichting In de Rechte Straat, maar predikantdirekteur in dienst van die interkerkelijke stichting, waarvan ds. R.A. Grisnigt, thans lid van de generale synode van de Ned. Herv. Kerk, voorzitter is.

2. Ik heb niet in de sloppenwijken van Sao Paulo mijn geloof in de kerk van Rome verloren, maar door Bijbelstudie en heb daarvoor in de plaats het geloof in Christus gekregen als mijn enige Zaligmaker. (Zie "Mijn weg naar het licht").

3. Ik ben niet in Brazilië begonnen met In de Rechte Straat, maar negen jaar na mijn uittreden in Nederland en pas 20 jaar later met En la Calle (onze Spaanse editie).

4. Ik ben niet langs slinkse wegen in het bezit gekomen van het boek over 'O.L. Vrouw aan de Priesters, haar zeer geliefde Zonen', maar ik heb het, zoals ik in mijn brochure schreef, gekregen van de Belgische ex-priester T. Vanhuysse.

5. Ik heb niet gezegd noch geschreven dat ik geschriften (meervoud) van roomse origine laat aanvragen door mijn vrouw. Dat heb ik alleen gedaan bij dit éne boek.

6. Ik heb nergens gezegd noch geschreven dat de leer van dat boek de officiële leer van Rome zou zijn.

7. Ik heb niet gezegd dat het leeuwedeel van de pers in handen is van Opus Dei. Ik heb slechts geciteerd uit een artikel van de priester L. van Gelder in De Bazuin van 7 okt. 1988: "Opus Dei is betrokken bij de leiding van 500 universiteiten en hogescholen, bij 700 dagbladen en tijdschriften, 50 radio- en televisiestations, 40 nieuwsagentschappen, 15 bedrijven voor produktie en distributie van films".

Overigens is het duidelijk dat wat de Jezuïten betekenden tijdens de eerste contrareformatie, thans bij de tweede contrareformatie van deze paus is overgenomen door Opus Dei. Dat blijkt o.a. uit de verschillende benoemingen van Opus Dei-leden tot bisschop zoals nu weer van dr. Klaus Küng tot bisschop van Feldkirch; en dat tegen de wil in van het kapittel en van de grote meerderheid van het bisdom. (Is het wenselijk dat wij oecumene beoefenen met een paus, die zo diktatoriaal optreedt?). In 1RS publiceerde ik een vertaling uit het Latijn van enkele bepalingen uit de statuten en de constituties van Opus Dei. Een greep daaruit:

"Opus Dei moet de geheime gist (fermentum latens) zijn in het deeg van de menselijke samenleving" (Tit. I cap. I, art. 3, par. 1 ad 3). "Opus Dei staat volledig ter beschikking van de Kerk en de leden moeten steeds bereid zijn hun eer, hun goederen en zelfs hun ziel (animam) op te geven voor de kerk. Ze moeten een oprechte liefde, verering, ontvankelijkheid en overgave koesteren voor de paus" (ib. art. 87, par. 1).

"De overste kan verplichtingen sub gravi (= als een doodzonde met als straf de eeuwige hel, wanneer men die verplichting niet nakomt) opleggen" (Constituties, II, cap. 2, nr. 149).

8. Niet ik heb gezegd dat de 'Maria' van dit boek oproept tot een inzet voor haar tot het uiterste, dat doet zijzelf. En in de akte van toewijding, waarbij de kerkelijke goedkeuring wordt vermeld, aan het slot van het boek, worden haar priesters opgeroepen om uit te spreken: "Wij beloven u ook de meest volledige trouw… zelfs als het nodig mocht zijn, tot bloedvergietens toe" (p. 370).

9. Niet ik heb de uitdrukking "het Witte Leger van Maria" uitgevonden, die benaming staat in het boek: "Mijn grote Witte Leger" (p. 72). "Ik heb u (priesters van mijn Beweging) hier willen samenbrengen in mijn keurkorps, in slagorde geschaard, want dit is het Uur om met Mij over te gaan tot de strijd. Gaat onder de bevelen van de Plaatsbekleder van Jezus, de Paus, uiteen naar alle delen van de wereld" (p. 365). Dat leger zal "schrikwekkend en zegepralend zijn" (p.16).

Wanneer iemand in een artikel zoveel pertinente onwaarheden verkondigt, is daardoor zijn geloofwaardigheid tot beneden nul gedaald, naar ik meen. Verder:

Dat deze paus met de inhoud van het boek heeft ingestemd, staat op p. 12. Eveneens: "Zeer eerbiedwaardige bisschoppen lieten zich inschrijven (de eerste was mgr. P. Zuccarino) en een kardinaal n.1. G. Lercaro van Bologna" (p. 18). En dat was reeds in 1979.

Dat deze beweging ondergronds wil werken en elke publiciteit schuwt, zegt de 'Maria' van het boek zelf: "Het is mijn uitdrukkelijke wil dat mijn Beweging zich inde stilteen de verborgenheid verbreidt" (p. 169).

Het is dus mogelijk dat pater Snijders er nooit van heeft gehoord. Er zijn wel meer figuren die zich opsluiten in hun eigen linkse of rechtse clubje. Maar reeds in 1979, dus 6 jaar na de verschijningen van 'Maria' aan priester Gobbi, was het boek in 23 talen uitgegeven en in 40 landen verspreid, aldus een mededeling op p. 10. Het pleit niet voor de belezenheid van pater Snijders dat hij van zulk een wereldwijd verbreid boek van zijn eigen kerkgenootschap nooit heeft gehoord.

Deze 'Maria' vervangt het reformatorische "alleen Christus" door het "alleen Maria". Deze 'Maria' zegt: "Zij (de priesters van haar Beweging) moeten eraan wennen Mij alleen te zoeken, naar Mij alleen te luisteren en zich aan Mij alleen toe te vertrouwen" (p. 92). "Ik alleen ben in staat u aan de handen van Satan te ontrukken en u te redden" (p. 122). "Ik alleen zal de overwinnares zijn" (p. 181).

Mijn brochure (die iedereen gratis bij ons kan krijgen: Boulevard 11,6881 HN VelpG) bestaat voor vier vijfde uit citaten. Als ik in Nederland veroordeeld word, omdat ik letterlijk uit een r.-k. boek citeer, dan is de macht van Rome in ons land reeds groter dan ik vermoedde.

Het Friesch Dagblad wilde mijn antwoord slechts in de rubriek "Ingezonden Stukken" plaatsen. In dat geval zou het heel sterk moeten worden ingekort, en maximaal 300 woorden mogen bevatten.

Ik heb daarop onderstaand stuk gezonden met de mededeling dat ik dit ik dit in IRS zou plaatsen, wanneer mijn artikel niet onverkort zou geplaatst worden.

HEEFT DE LEUGEN MEER RECHTEN DAN DE WAARHEID?

Het lijkt erop dat het Friesch Dagblad er zo overdenkt. Want ze wilden bovenstaande weerlegging van de leugens van dhr. Wijnacker niet opnemen, omdat het te lang zou zijn. Ik zou mij moeten beperken tot 300 woorden, de uiterste grens van een ingezonden stuk. Mijn antwoord:

1. Hoe kun je in 300 woorden 9 pertinente leugens weerleggen?

2. Waarom wordt aan het leugen-verhaal van dhr. Wijnacker de status van een artikel verleend, terwijl de waarheid die ik met bewijzen staaf, wordt weggedrukt in de rubriek "Ingezonden stukken"?

3. Het Friesch Dagblad probeerde zich aanvankelijk te verweren door erop te wijzen dat het artikel van dhr. Wijnacker niet door iemand van hen was opgesteld, maar overgenomen was van de Persunie. Maar:

a. Wanneer je een leugenartikel van een ander niet als ingezonden stuk, maar onder verantwoordelijkheid van de redaktie opneemt, dan is het een loze uitvlucht, wanneer je aldus je handen in onschuld meent te kunnen wassen.

b. De Persunie heeft toegezegd dat ze aan alle bladen aan wie ze het artikel van dhr. Wijnacker hebben toegezonden, ook mijn weerlegging zullen doen toekomen.

c. De Persunie is een commerciële instelling, die artikelen en nieuwsberichten verkoopt aan de dagbladen, die ze willen overnemen. Het Friesch Dagblad doet het nog steeds voorkomen alsof het een principiële christelijke krant is, die niet zoals dat in diktatuurstaten gebeurt, een loopje neemt met de waarheid als hun dat uitkomt.

Daarop ontving ik geen reaktie van het Friesch Dagblad. En dat is jammer, want het recht op vrije meningsuiting is een van de peilers van de gezonde demokratie. En daarbij hoort ook dat iemand die van onwaarheden wordt beschuldigd, het recht krijgt om dat te weerleggen. In diktatoriaal geregeerde landen krijgt niemand de gelegenheid om zich tegen leugens te verdedigen.

In sommige landen zoals Duitsland en België is dat recht op weerlegging van leugens door iemand die wordt aangevallen, ook wettelijk vastgelegd. Als zulk een wettelijke regeling in 1992 ook voor Nederland verplichtend wordt gesteld, is dat tenminste één goed gevolg van de Europese eenwording.

IN MEMORIAM A. LUIJBEN

Op 29 jan. overleed dhr. A. Luijben in de leeftijd van 82 jaar, die jarenlang op allerlei wijze het werk van IRS bevorderd heeft. Als gelovige zag hij steeds uit naar de wederkomst van de Heere en getuigde daarvan in zijn publikaties.

De Heere trooste de dierbaren die hij achterliet.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Terug naar resultaten Printen