IRS cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van IRS te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van IRS.

Bekijk het origineel

ONTMOETINGEN

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

ONTMOETINGEN

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Uit brieven van Juan Fernandez

Madrid, 11 okt. '86

Beste Herman,

Hierbij stuur ik je mijn boek "Le fou de Dieu". Ik hoop datje er een bespreking aan wilt wijden in de Nederlandse en Spaanse editie van je blad.

Hartelijk dank voor de verschillende nummers van En la Calle Recta, die je me toezond. Vooral je brief "Aan de Heer Karol Wojtyla" heeft diepe indruk op mij gemaakt.

Madrid, 20 okt. '86

Ik hoop dat je intussen mijn boek "Le fou de Dieu" ontvangen hebt. Ik wil je nog de verzekering geven dat ik veel heb nagedacht over wat je mij tijdens mijn verblijf in jullie gezin - waarvoor ik je nog steeds erg dankbaar ben - zei over de bijbelse visie op het gebruik van geweld. Ik hoopje spoedig te schrijven hoe ik daar thans over denk. Overigens zul je, wanneer je mijn nieuwe boek leest, bemerken dat ik verschillende gedachten vanje heb overgenomen, ook al heb ik je zult mij dat wel niet kwalijk nemen - je naam en je boek slechts eenmaal vermeld.

Velp, 28 okt. '86

Beste Juan,

Je zult intussen mijn antwoord op je brief van 11 okt. ontvangen hebben. Vanzelfsprekend zal ik een recensie, zelfs een uitgebreide, in onze bladen opnemen.

De titel van je boek heeft mij getroffen. Ik dacht vanzelf aan 1 Kor. 1 en 2, waar gesproken wordt over de wijsheid en de dwaasheid van God en van de wereld, vooral aan: "Want het dwaze Gods is wijzer dan de mensen; en het zwakke Gods is sterker dan de mensen" (1 Kor. 1:25).

Paulus heeft dat in hevige mate aan den lijve ondervonden. "Blazende nog dreiging en moord tegen de discipelen des Heeren" reisde hij naar Damascus. Dan verschijnt de Heere hem en wordt hij op de grond geworpen.

Verblind wordt hij dan naar Damascus gevoerd en gebracht in een huis dat gelegen is in een straat, "genaamd de Rechte" (Hand, 9:11).

Drie dagen kan hij niets zien. Hij eet noch drinkt. Hij is volstrekt alleen met zijn God en Heiland.

Over wat er in die drie dagen heeft plaats gevonden, kunnen we slechts gissingen maken. Uit hetgeen Paulus later schrijft, kunnen we opmaken dat hij daar geheel en al door de Heere is afgebroken met de bedoeling om hem op te bouwen als een nieuw mens.

Beste Juan, ik hoop en bid dat een dergelijk hemels proces zich ook aan jou zal voltrekken. Maar ik moetje van tevoren waarschuwen dat dit een heel pijnlijk gebeuren is.

Dat is het ook bij Paulus geweest. Ik sta altijd weer verbaasd over de kracht van Gods genade in Paulus.

Wat was hij een fanatiekeling voor zijn bekering! Hij vond dat sanhedrin in Jeruzalem maar een slap gedoe. Op z'n eentje ging hij "tot de hogepriester en begeerde brieven van hem naar Damaskus, aan de synagogen, opdat, zo hij enigen die van die weg waren, vond, hij (ze), beide mannen en vrouwen, gebonden naar Jeruzalem zou brengen" (Hand. 9:1-2). En wat deze christenen daar wachtte, weten we uit de geschiedenis van Stephanus: de marteldood door de steniging.

Ja, Paulus zou dat geval wel eens even opknappen. Hij zou die gehate aanhangers van de Nazirener radikaal uitroeien.

En kijk dan eens naar Paulus na zijn bekering. Lees 1 Kor. 13, het hooglied van de liefde. Lees Rom. 12, 14 en 15 over de verdraagzaamheid van de christenen onderling. Dat schrijft diezelfde man die eens zo volstrekt onverdraagzaam was en zijn tegenstanders onder een regen van stenen ter dood wilde brengen.

Paulus noemt die verandering die hij heeft ondergaan, een sterven, zelfs een gekruisigd worden met Christus. En je weet dat de kruisiging een ontzettende foltering was. Dat heeft Paulus dus moeten doormaken. Dat wacht ieder mens, wanneer Gods Geest hem tot bekering en geloof in Christus brengt. Dat wacht dus ook jou. Wel mag ik eraan toevoegen, dat Christus dat gekruisigd-worden steeds vergezeld laat gaan met de opstanding ten leven. Anders zouden wij dat ook niet kunnen verdragen.

Het meest pijnlijke in dat proces is de fase dat je voor God tot schuld wordt gemaakt. Bij de een gaat dat dieper dan bij de ander.

Dan zien wij in het licht van Christus' liefde ineens (of geleidelijk) dat wij een en al liefdeloosheid en zelfzucht zijn. Van tevoren dachten we daar licht over. We redeneerden: "Och, niemand is volmaakt; we zijn allemaal zondaars; waarom zal ik er mij dan druk over maken? God heeft ons immers zo geschapen; ik kan daar toch zelf ook niet veel aan doen".

Dat goedpraten van onze zelfzucht houdt dan op. Onze zonde is ons dan tot persoonlijke schuld geworden. We klagen onszelf in alle oprechtheid als een gebroken zondaar voor God aan en smeken als de tollenaar met gebogen hoofd en slaan ons rouwmoedig op de borst en stamelen: "O God, wees mij, zondaar. genadig!"

De bekering betekent een radikale vernedering van de mens. Er blijft dan niets, maar dan ook niets, meer van ons over.

En de eigenlijke reden is datje dan tegelijk tot het inzicht komt dat je jezelf niet kunt bekeren. Je kunt niet zeggen: 'Goed, als ik mij dan moet bekeren om het eeuwige leven deelachtig te worden, dan zal ik dat maar doen. Dan zal ik mijzelf gaan afbreken en weer opbouwen in Christus.'

Dat besef dat je in alles van de Heere afhankelijk bent, moet voor Paulus een vreselijke beleving zijn geweest. Hij was steeds een uiterst aktieve figuur geweest. Hij had het zo goed met zichzelf getroffen. Hij wist het allemaal zo goed, veel beter dan al die anderen. En hij deed het ook in zijn ogen veel beter dan de anderen. Wat dat betreft was hij een echte Farizeeƫr.

En nu was hij volkomen hulpeloos, geestelijk zowel als lichamelijk. Een van de christenen die hij uit Damascus naar Jeruzalem had willen slepen, zou op of na die derde dag hem moeten opzoeken om hem de handen op te leggen, zodat hij vervuld zou worden met de Heilige Geest en weer zou zien.

In die drie dagen echter was er blijkbaar maar weinig licht van de Heilige Geest. Dat volle licht zou komen, niet doordat een van de apostelen naar hem zou komen, maar "een zeker discipel te Damaskus, met name Ananias" (v. 10). En dan weet die eigenwijze en zelfbewuste Paulus later slechts te roemen in Christus; "Die ons geworden is wijsheid van God en rechtvaardigheid en heiligmaking en verlossing, opdat (het zij) gelijk geschreven is: Wie roemt, roeme in de Heere" (1 Kor. 1:30-31).

Beste Juan, wat zal ik de Heere loven endanken, wanneer Hij dat wonder van de bekering en van de vervulling met Zijn Geest ook aan jou genadig zou willen voltrekken. Alleen dan kun je een instrument, zelfs een heel belangrijk instrument, in Zijn handen worden.

Ons ganse 'vlees' moet eraan. "Wat uit het vlees is, (dat) is vlees; en wat uit de Geest geboren is, (dat) is geest", zo heeft Christus gezegd tot 'professor' Nicodemus (Joh. 3:6).

Wanneer jij dus een besluit neemt: "Ik zal mij dan eens even bekeren en ik zal tot Christus komen", dan komt zulk een besluit uit jezelf, dus uit je'vlees', voort en heeft geen enkele zaligmakende eeuwigheidswaarde.

Christus Zelf zegt: "Niemand kan tot Mij komen, tenzij dat de Vader die Mij gezonden heeft, hem trekke" (Joh. 6:44).

En hoe trekt de Vader iemand tot Christus? Doordat Hij Zijn Geest geeft aan een zondig mens. En die Geest laat ons door het Woord zien wie Christus is. Dan zien we tegelijk wie we zelf zijn: zondaars, verloren in schuld en ellende. Maar dan worden we tegelijk onweerstaanbaar naar Christus getrokken. "Maar wij zien Jezus met heerlijkheid en eer gekroond" (Hebr. 2:9).

Je zult begrijpen dat de weg naar dit licht en naar deze vervulling met de Heilige Geest de weg is van het gebed. We lezen van de discipelen voor de Pinksterdag: "Deze allen waren eendrachtig volhardende in het bidden en smeken" (Hand. 1:14). En de Heere zei over Paulus, toen die nog in de Rechte Straat vertoefde: "Want zie, hij bidt" (Hand. 9:11).

Wanneer je dus smeekt om de vervulling met de Heilige Geest, dan zal zich dat aan je voltrekken, want Christus heeft dat met de meeste stelligheid beloofd in Lukas 11:13.

In het decembernummer waarin ik je boek hoop te bespreken, vraag ik aan de lezers of ze voor je bidden willen. Moge dan ook aan jou in vervulling gaan: "Maar het dwaze der wereld heeft God uitverkoren, opdat Hij de wijzen beschamen zou; en het zwakke der wereld heeft God uitverkoren, opdat Hij het sterke zou beschamen" (1 Kor. 1:27).

Zolang Saulus hoog te paard zat op de weg naar Damascus, konen wilde God hem niet gebruiken. Toen hij letterlijk en figuurlijk op de grond was geworpen om in Christus op te staan tot het nieuwe leven van de genade, werd hij de grote dienstknecht des Heeren, de uitverkoren apostel Paulus.

Ik ontvang nog steeds de gestencilde brieven van dom Augustin Marie. Volgens mij zit ook hij nog steeds hoog te paard. Hij verwacht een ommekeer door zijn prediking van hel en verdoemenis en doordat hij de scherpe puntjes op Gods geboden zet.

Maar ook zulk een prediking kan het vrome 'vlees' strelen. In allerlei, ook protestantse, kringen vindt men het wel fijn, wanneer de voorganger voor hun ogen het vuur van de hel aanblaast en hen striemt met de vloek van Gods wet. Waarom?

1. Om dezelfde reden waarom puur wereldse mensen houden van griezelfilms. Je kunt daarbij zo gezellig zitten te rillen dat je er kippevel van krijgt. Die sensatie is een aangename afwisseling in hun eentonige bestaan.

2. Ze vinden het vooral fijn, omdat de voorganger het die en die eens flink heeft gezegd. Ja, die ander kan het zich goed aantrekken. Maar slechts weinigen passen het op zichzelf toe.

3. Degenen die wel kapot worden gebeukt onder zulk een prediking, worden soms tot wanhoop gedreven. Judas erkende volledig zijn schuld, maar hij wilde niet van genade weten. Als hij dan radikaal fout was geweest, wilde hij zichzelf straffen met de strop.

Nee, een 'zware' prediking wekt over het algemeen maar weinig weerstand op. Maar wanneer iemand radikaal de genade in Christus verkondigt, dan wordt weldra de echte vijandschap van het 'vlees', de natuurlijke mens, ook van het vrome 'vlees', zichtbaar.

De genade breekt de mens immers totaal af. Het is voor een mens prettiger om zichzelf te straffen, desnoods met de strop, dan om geestelijk met hangende pootjes, volkomen haveloos en hulpeloos, naar God te gaan om van Hem de vergeving der zonden en het eeuwige leven volkomen om niet, enkel op grond van de verdiensten van een ander Mens, als een geschenk te aanvaarden.

En toch: hoe jammer! Hoe jammer! Want juist naar de mate dat je door de verbrokenheid des harten, door de droefheid naar God. leeg bent geworden van jezelf, naar die mate word je vervuld met Gods liefde en heerlijkheid en ga je je "verheugen met een onuitsprekelijke en heerlijke vreugde" (I Petr. 1:8). En dat gun ik jou, beste vriend Juan, uit de grond van mijn hart en dat bid ik jou toe vanuit mijn innigste omgang met de Heere.

Jij en ik, wij hebben vroeger de mensen bang gemaakt met onze prediking van het eeuwige oordeel van God. En ze hebben over ons geroemd: Die durft het oordeel radikaal aan te zeggen. Zodra je echter de echte vrije genade van God in Christus gaat verkondigen, zul je een vijandschap ontmoeten, waarvan je tot nog toe geen vermoeden had. Het is de vijandschap die uit de hel stamt. Maar Christus zegt tot ons: "Hebt goede moed. Ik heb de wereld overwonnen" (Joh. 16:33). En Paulus vertroost ons: "Ik vermag alle dingen door Christus die mij kracht geeft" (Fil. 4:13).

Met hartelijke groeten: Herman

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 december 1986

In de Rechte Straat | 32 Pagina's

ONTMOETINGEN

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 december 1986

In de Rechte Straat | 32 Pagina's