LOUTERING
Het lijden sluipt
nabij en kruipt
voorbij de uren
langs klamme muren
met gescheurd behang,
monotoon en loom,
een trage stroom.
Ik zie de slang,
lekkend naar het leven;
de vogels van mijn dromen beven,
en zuchten in hun vluchten
naar de loutering.
O trek een ring van vuur
om mijn besmeurd bestaan,
terwijl ik enkel naar U tuur.
Laat mij sterven als het graan,
laat mij in Uw donkre aarde gaan
Kom in mij kerven en geen traan
zal uit mijn ogen wellen,
als Gíj mij slechts wilt kwellen,
want wat Gij doet, is welgedaan.
Ik loof Uw schrille les,
ik kus Uw scherpe mes,
ik wil van U doorsneden zijn,
o maak mij rein
door Uw verheven pijn.
Over de velden vlamt Uw lied,
waaruit Uw licht mij tegenvliet
Uw schrijnend, krassend licht
trekt schrammen door mijn aangezicht.
Het huilt in mij, het heelt in mij.
Gij schuilt in mij, Gij speelt met mij.
O zuig het vuil uit mij vandaan.
Zie met Uw zuiverheid mij aan.
Ik wacht U, o slacht mij,
o sla mij en sluit mij
in 't bloed van Uw Zoon.
Geef mij Zijn doornenkroon.
Klink mij aan Zijn kruis,
maar haal mij naar Uw eeuwig huis.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 april 1980
In de Rechte Straat | 32 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 april 1980
In de Rechte Straat | 32 Pagina's